249-0034A Dossier - Amsterdamsche Leder Maatschappij NV ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )
249-0034A
Dossier - Amsterdamsche Leder Maatschappij NV
Openbaarheid
Het archief is in zijn geheel openbaar.
laatste wijziging 23-12-2019
13 beschreven archiefstukken
Inventaris
aanvraaginstructie Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
onder vermelding van: collectie 249-0034A, inv.no. ...
Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
links naast de beschrijving van de stukken
onder vermelding van: collectie 249-0034A, inv.no. ...
Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
links naast de beschrijving van de stukken
Uit de Tanneries de France in de Elzas groeide in de eerste drie decennia van deze eeuw het Adler & Oppenheimer concern, dat zich hoofdzakelijk bezighield met lederindustrie en lederhandel en dat o.a. looierijen en fabrieken in Duitsland, Nederland, Frankrijk, Engeland en Luxemburg en een groot aantal handelsfirma's en vertegenwoordigingen in de gehele wereld omvatte. Binnen de Nederlandse tak van het concern bevonden zich o.m. de NV Amsterdamsche Ledermaatschappij (ALMIJ) te Amsterdam, eigenaresse van o.a. de in 1916 opgerichte Koninklijke Lederfabriek Oisterwijk (NEVELO) en haar dochter Le Cuir Moderne te Parijs, van de Tannerie Le Cuir Idéal te Wiltz (Luxemburg) en van enige handelsmaatschappijen. De belangrijkste Duitse vestiging was Adler & Oppenheimer A.G. te Berlijn. De vermogensvervlechtingen binnen de verschillende concernonderdelen waren zeer nauw, de aandelen van de Nederlandse maatschappijen en bedrijven waren uiteindelijk alle ondergebracht in twee syndicaten, waarvan de Joodse families Adler en Oppenheimer ieder de helft in handen hadden. Aan het einde van de jaren dertig werd een begin gemaakt met de arisering van de Duitse bedrijven; een Oberregierungsrat - E. Steinbeck - werd Verwalter van Adler & Oppenheimer, de naam werd veranderd in Norddeutsche Lederwerke A.G. (Nordleder of Nordledag). Steinbeck deed in april 1940 aan de president-commissaris van Nordleder, die tevens directeur was van de Deutsche Bank in Berlijn, het voorstel de sinds jaren bestaande samenwerkingsovereenkomsten met de ALMIJ op te zeggen, daar een dergelijke relatie met een Joods bedrijf hem ongewenst voorkwam. Toen door de bezetting van Nederland de situatie veranderde, zag Steinbeck, daarin van harte gesteund door de Deutsche Bank en in mindere mate door het Reichswirtschaftsministerium, echter een kans om ook de Nederlandse concernonderdelen voor Nordleder te verwerven.
f2 Uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Noord-Brabant, dossier NV Amsterdamsche Ledermaatschappij, 25 juli 1944.
249-0034A Dossier - Amsterdamsche Leder Maatschappij NV
Inventaris
f2
Uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Noord-Brabant, dossier NV Amsterdamsche Ledermaatschappij, 25 juli 1944.
laatste wijziging 23-12-2019
laatste wijziging 23-12-2019
13 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Status:
Bruikleencollectie Nationaal Archief
Trefwoorden:
Categorie:
laatste wijziging 23-12-2019
13 beschreven archiefstukken