Uw zoekacties: Dossier - Mussert, ir. Anton Adriaan (aanvullingen)

248-A1204 Dossier - Mussert, ir. Anton Adriaan (aanvullingen) ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

  • Kenmerken van het archief
  • Inleiding op het archief
  • Inventaris of plaatsingslijst
  • Eventueel bijlagen
  • De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

    De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

    De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

    Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

    beacon
     
     
    Openbaarheid
    Het archief is in zijn geheel beperkt openbaar. Het is slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD.
    Levensloop
    Geboren op 11 mei 1894 te Werkendam, waar zijn vader hoofd van een school was. Volgde na de lagere school de HBS te Gorinchem en studeerde daarna aan de Technische Hogeschool te Delft, waar hij in 1918 cum laude het diploma civiel ingenieur behaalde. Intussen was hij op 19 september 1917 gehuwd met een zuster van zijn moeder, M. Witlam. Van 1918 tot 1920 was hij als tijdelijk ingenieur van de Rijkswaterstaat werkzaam bij de bouw van de derde schutsluis te IJmuiden. Eind 1920 trad hij in dienst van de Provinciale Waterstaat te Utrecht. Hij behoorde tot de oprichters van het Nationaal Comité tegen het Nederlands-Belgisch verdrag en was van 1925 tot 1927 algemeen secretaris van dit comité. Zijn werkzaamheden in dit verband vormden zijn eerste optreden op het terrein der politiek. In 1927 werd hij bij de Provinciale Waterstaat bevorderd tot hoofdingenieur. Na zich gedurende enkele jaren geheel aan zijn dagelijks werk te hebben gewijd begaf hij zich omstreeks 1931 opnieuw op politie k terrein. Op 14 december 1931 heeft Mussert de NSB opgericht met een door hem ontworpen program, dat voor een aanzienlijk deel ontleend was aan het program van de NSDAP. Bij de oprichting was o.m. aanwezig de latere plaatsvervangend leider van de Beweging, Van Geelkerken. Op 8 januari 1933 had te Utrecht de eerste openbare bijeenkomst plaats, waar Mussert tot leider van de NSB werd benoemd. Zelf verklaarde Mussert later, deze bijeenkomst als de oprichtingsvergadering van de Beweging te beschouwen. Aanvankelijk heeft Mussert zijn arbeid voor de NSB verricht naast zijn werk als hoofdingenieur van de Provinciale Waterstaat, maar in februari 1937 werd hij in verband met het inmiddels van kracht geworden ambtenarenverbod eervol ontslagen. Vanaf dit tijdstip heeft hij zich geheel gewijd aan de werkzaamheden voor de Beweging.
    In november 1936 bracht hij met Marchant et d'Ansembourg een bezoek aan Berlijn, waar hij een onderhoud had met Hitler. Om zich aan internering te onttrekken was hij gedurende de meidagen van 1940 ondergedoken. Nadat de Duitse bezetting een feit was geworden zag Mussert het als zijn voornaamste taak om door loyale samenwerking met de Duitsers een zo gunstig mogelijke positie voor Nederland te verwerven in geval van een Duitse overwinning, waarin hij vast geloofde. Hij ging daarbij uit van een onvoorwaardelijk vertrouwen in Hitler's goede bedoelingen ten aanzien van Nederland. In september legde hij schriftelijk en telegrafisch een verklaring af, waarin hij Hitler erkende als de Führer aller Germanen. In diezelfde maand drong hij via Seyss-Inquart bij Hitler aan op de vorming van een Bond van Germaanse volken onder leiding van Duitsland en onder oppergezag van Hitler. In december 1941 bracht hij een bezoek aan Hitler, bij welke gelegenheid hij een eed van trouw aan de Führer afl egde. In januari 1942 diende hij via Seyss-Inqaurt zijn Raad van State-plan in. Hij stelde zich voor dat de Raad van State opnieuw zou worden samengesteld uit betrouwbare leden en dat dit college hem zou benoemen tot regent, waarna hij een verantwoordelijke regering zou vormen. Bij Seyss-Inquart vond hij echter geen bereidheid om aan de uitvoering van dit plan mede te werken. Toen hij in december 1942 opnieuw een bezoek aan Hitler bracht erkende deze hem als leider van het Nederlandse volk, in welke erkenning hij een bevestiging meende te zien van zijn mening dat het niet Hitler's bedoeling was om de zelfstandigheid van het Nederlandse volk aan te tasten. Tegelijkertijd erkende Hitler het recht van de NSB op medezeggenschap in het binnenlands bestuur.
    In verband hiermede stelde Mussert in februari 1943 de Secretarie van Staat in en benoemde hij een aantal gemachtigden voor verschillende aangelegenheden. Intussen was het Mussert duidelijk geworden dat zijn politiek op felle tegenstand stuitte; in Duitsland van de zijde Himmler c.s., in Nederland van de zijde van Seyss-Inquart en Rauter en binnen de Beweging van de SS-richting, waarvan Feldmeyer één der felste vertegenwoordigers was. Zijn positie werd vooral moeilijk toen hem de steun ontviel van Generalkommissar Schmidt, die in juni 194? in Frankrijk om het leven kwam. Bij een bezoek, dat Mussert in juli 1943 brengt aan Himmler spreekt deze zich uit voor de stichting van een Groot- germaans rijk. Mussert blijft zich bij allerlei gelegenheden uitspreken als voorstander van een Bond van Germaanse staten. Hij tracht Hitler te bewegen tot concrete uitspraken over de toekomstige positie van Nederland maar heeft daarbij geen succes. Zijn vertrouwen in Hitler blijft echter ongeschok t en in juli 1944 stelt hij zich zelfs ter beschikking van de Wehrmacht in Utrecht en verklaart hij in een te Amsterdam gehouden toespraak dat hij het uniform van vrijwillig soldaat der Duitse Wehrmacht heeft ontvangen, dat hij dragen zal als de invasie in Nederland komt. Op 7 mei 1945 werd hij te 's-Gravenhage gearresteerd. Op 12 december 1945 werd hij door het Bijzonder Gerechtshof te 's-Gravenhage veroordeeld tot de doodstraf. Na het aanhoren van de eis tot doodstraf, hield Mussert een uitvoerige verdedigingsrede, waarin hij betoogde, geen andere bedoeling te hebben gehad dan het welzijn van het Nederlandse volk en dat zijn politiek uitsluitend gericht is geweest op het verkrijgen van een zo groot mogelijke zelfstandigheid voor Nederland. Zijn beroep in cassatie werd door de Bijzondere Raad van Cassatie bij arrest van 20 maart 1946 verworpen. Zijn vonnis werd op 7 mei 1946 voltrokken.
    Inventaris
    aanvraaginstructie

    Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
    onder vermelding van: collectie 248-A1204, inv.no. ...
    Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
    links naast de beschrijving van de stukken
    22 Enkele afdrukken op blanco papier van het lakstempel van Mussert. Met bijlage, 1996.
    248-A1204 Dossier - Mussert, ir. Anton Adriaan (aanvullingen)
    Inventaris
    22
    Enkele afdrukken op blanco papier van het lakstempel van Mussert. Met bijlage, 1996.

    Kenmerken

    Openbaarheid:
    Deze stukken zijn beperkt openbaar. Zij zijn slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD.
    Status:
    NIOD-KNAW collectie
    Trefwoorden:
    Zie ook: