Uw zoekacties: Frank, Anne

212c Frank, Anne ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

  • Kenmerken van het archief
  • Inleiding op het archief
  • Inventaris of plaatsingslijst
  • Eventueel bijlagen
  • De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

    De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

    De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

    Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

    beacon
     
     
    Openbaarheid
    Het archief is vrijwel volledig openbaar.

    Alleen inventarisnummers 44, 47, 48 en 61 t/m 69 zijn niet toegankelijk.
    Inleiding
    De documenten betreffen de authenticiteit van de dagboekbrieven van Anne Frank, alsmede de manuscripten van deze dagboekbrieven, en zijn door Burgmeester en Wethouders van Amsterdam gedeponeerd bij het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, opdat men in de toekomst direct zou kunnen beschikken over afdoende bewijzen om uitingen van twijfel omtrent de authenticiteit van Anne Frank's dagboekbrieven te weerleggen.
    Anne Frank in oktober 1940
    Erfgoedstuk
    Aanleiding tot het verzamelen van deze documenten was een brief van Eric Pedersen uit Toronto aan B en W van Amsterdam (10 januari 1974), waarin deze de authenticiteit der dagboekbrieven in twijfel trok, onder verwijzing naar een rechtszaak (26 oktober 1959 te New York) tussen de vader van Anne Frank, Otto Frank, en de Amerikaans-Joodse auteur Meyer Levin, die, zo beweerde Pedersen, een deel van Anne Frank's boek zou hebben geschreven.
    Uit de door B en W verzamelde documenten blijkt evenwel, dat deze rechtszaak een betalingskwestie betrof, naar aanleiding van een door Otto Frank afgekeurde toneelbewerking, vervaardigd door Meyer Levin, van de dagboekbrieven van zijn dochter.
    In een andere rechtszaak, ditmaal voor het Landgericht te Lübeck op 17 oktober 1961, werd het merendeel der door B en W (in fotocopie) verzamelde documenten bijeengebracht. Naar aanleiding van een aanklacht van Otto Frank tegen Lothar Stielau en Heinrich Buddeberg, die eveneens de authenticiteit van de dagboekbrieven in twijfel hadden getrokken, had het Landgericht inzake deze kwestie een uitvoerig onderzoek laten verrichten. De resultaten daarvan treft men aan in de documenten welke in de onderhavige inventaris zijn opgenomen.
    Uit dit onderzoek blijkt o.m. dat de uitgave van Anne Frank's dagboekbrieven niet een letterlijke transcriptie bevat van haar oorspronkelijke dagboeken, maar een collage van de dagboeken en van een reeds door haar zelf op grond daarvan vervaardigde tweede versie, die zij hoopte, na de oorlog, onder de titel "Het Achterhuis" te kunnen publiceren.
    De geheime toegang tot het Achterhuis, verborgen achter een draaibare boekenkast.
    Erfgoedstuk
    De toegang is in juli 1978 vervaardigd door drs. A.J. Heumakers.
    Online bronnen
    Stroom G. van der, "Anne Frank stond in 1947 op de lijst voor de eerste P.C. Hooft-prijs" in:
    Neerlandistiek Online tijdschrift voor taal- en letterkunde (23 maart 2024)
    "3 april 1946: Jan Romein schrijft in Het Parool over de toen nog onbekende Anne Frank, zonder haar naam te noemen" in: Het Parool (3 april 2024)
    Inventaris
    aanvraaginstructie

    Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
    onder vermelding van: archief 212c, inv.no. ...
    Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
    links naast de beschrijving van de stukken
    6 Tekst van de uitspraak van de Supreme Court of the State New York, gedaan in het geschil tussen Otto Frank en Meyer Levin (inzake een betalingskwestie), alsmede een gezamenlijke verklaring van deze laatsten naar aanleiding van genoemd geschil, 26 oktober 1959.
    212c Frank, Anne
    Inventaris
    6
    Tekst van de uitspraak van de Supreme Court of the State New York, gedaan in het geschil tussen Otto Frank en Meyer Levin (inzake een betalingskwestie), alsmede een gezamenlijke verklaring van deze laatsten naar aanleiding van genoemd geschil, 26 oktober 1959.
    Aanvulling
    Concordans
    Klik op het icoon voor de concordans.
    Erfgoedstuk

    Kenmerken

    over het archief:
    In 1933 vestigde Otto Frank zich met zijn vrouw Edith en hun dochters Margot en Anne (1929-1945) in Amsterdam. Het gezin ging wonen op de tweede etage van het pand Merwedeplein 37. Frank begon een nieuw bedrijf: de Nederlandsche Opekta Maatschappij N.V. (archief 292). Op 12 juni 1942, haar dertiende verjaardag, begon Anne met het bijhouden van een dagboek. De familie dook op 9 juli 1942 onder in het achterhuis van het pand waar Otto Frank’s kantoor gevestigd was. Op 4 augustus werd de familie samen met andere onderduikers als gevolg van verraad gearresteerd. Alleen Otto Frank overleefde de oorlog.
    Soort:
    Collectie. De originele manuscripten, dagboeken en dagboekbrieven kunnen niet geraadpleegd worden. Zij zijn voor een deel als bruikleen opgenomen in de permanente tentoonstelling van het Anne Frank Huis.
    Openbaarheid:
    Volledig openbaar
    Omvang:
    1,3 meter, 10 dozen
    Status:
    NIOD-KNAW collectie
    Trefwoorden:
    Archiefvormer(s):