Uw zoekacties: Arbeidsgemeenschap Amsterdam (AGA)

180 Arbeidsgemeenschap Amsterdam (AGA) ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

  • Kenmerken van het archief
  • Inleiding op het archief
  • Inventaris of plaatsingslijst
  • Eventueel bijlagen
  • De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

    De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

    De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

    Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

    beacon
     
     
    Openbaarheid
    Het archief is in zijn geheel beperkt openbaar. Het is slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD.
    Inleiding
    titel archief
    archiefvormer
    omvang
    citeer- en aanvraaginstructie
    periode van ontstaan
    180 Arbeidsgemeenschap Amsterdam (AGA)
    Inleiding
    periode van ontstaan
    ead-typering:
    custodhist
    (1939) 1940-1945 (1949)
    beheersgeschiedenis/overbrenging naar het niod
    aard van de archiefbestanddelen
    selectie, vernietiging en bewerking
    aanvullingen
    wettelijke status
    reproductiebeperkingen
    taal van de archiefbescheiden
    materiële staat
    bewerking
    Geschiedenis
    Arbeidsgemeenschap Amsterdam
    De Arbeidsgemeenschap Amsterdam (AGA) is uit de oorlogsomstandigheden ontstaan en werd daar buitengewoon door begunstigd. De AGA werd opgericht in Januari 1941 met als voornaamste firmanten: W.F. de Jong, F.A. de Jong en A.M. Oostenbrink. De beide eersten hielden zich voordien reeds met betonbouw bezig, de laatste werd in de firma opgenomen om zijn kennis van het Duits, zijn Duitse relaties en verder commerciële capaciteiten. Enkele andere oprichters zijn spoedig weer uitgetreden. Door hun vrijwillige leveringen aan en werken voor de Duitse bezetters hebben de leiders der AGA in hoge mate gecollaboreerd en grote kapitalen verdiend en wel het meest door het leveren van een bepaald soort steen, de AGA-steen.
    Tijdens het bouwen van vliegtuighallen en barakken kwam men tot het gebruik van en daarna tot de handel in deze stenen, die door een Duits ingenieur, ir. R.K. Fleischmann, schijnen te zijn uitgevonden. Ze worden in het begin althans naar hem genoemd en het schijnt, dat hij voor iedere geleverde steen patentrechten heeft ontvangen. Daarnaast vinden wij nog een akte van overdracht, waarin alle rechten op deze steen overgenomen werden door de AGA van een zekere ir. Punthöller, die daarvoor een uitkering ineens ontving. Overigens was er van een patent in eigenlijke zin geen sprake, zoals hieronder blijken zal.
    De AGA-steen was een holle steen, die uit gruisachtige steensoorten, als bims en slakken, met cement was vervaardigd en die bijzonder geëigend was om er in korte tijd scherfwerende muren mee op te bouwen. De stenen hadden een speciale vorm, waardoor zij in elkaar pasten en er weinig of niet gemetseld behoefde te worden. Na het bouwen werden de holten met zand gevuld. Bomscherven ketsten er niet op af, doch drongen erin en werden door het zand in hun vaart afgeremd. Aldus werden er beschermingsmuren mee gebouwd en dienden zij tot het inrichten van schuilkelders. Zij werden zelfs aanbevolen voor noodwoningen en aardappelbewaarplaatsen.
    In 1942 heeft de AGA octrooi aangevraagd op deze steen in Nederland en andere West-Europese landen. Het werd verkregen in België, Frankrijk, Spanje, Italië, Portugal en Zwitserland; in Nederland, Duitsland en Denemarken werd afwijzend op de aanvraag beschikt.
    De AGA vervaardigde deze stenen niet zelf, doch liet dat doen. Wel had zij daar in verschillende gevallen financiële belangen bij (fabriekjes in de Houthaven, waar vroegere arbeiders van de gebroeders De Jong of bekenden uit het betonvak in leegstaande loodsen, o.a. Loods III, Panamakade, stenen voor de AGA maakten). Eveneens richtte de AGA een transportonderneming op, de Parkmanege, Schinkelhavenstraat 15-17, die het transport regelde, en een verkoopbureau "Veiligheid", dat de indruk geeft een wassen neus te zijn geweest om mogelijk belasting te kunnen ontduiken of om de prijs op te drijven.
    In Juli 1941 begon men de handel in deze stenen met leveringen aan de Bauleitungen der Luftwaffe in Nederland, tegen het einde van dat jaar volgden België en Frankrijk, midden 1942 ook Duitsland. Men begon toen ook met het bouwen van schuilkelders en met het leveren van stenen aan particulieren en aan Nederlandse instellingen, zoals bijv. gemeentelijke gasfabrieken. In 1943 beleefde het bedrijf een grote bloei, doch tegen 1944 was de hausse voorbij. In mei 1944 werd de AGA als firma geliquideerd, maar W.F. de Jong zette het bedrijf voort onder de naam Bouwbedrijf W.F. de Jong. De omzetten van dit bedrijf waren gering, waarschijnlijk als gevolg van de invasie, waardoor de bouwactiviteit van de Wehrmacht van karakter veranderde en het feit, dat de behoefte van de Wehrmacht t.a.v. bunkers en beschermingsmuren vrijwel verzadigd was.
    Door gegevens, uit België bekend, krijgen wij ook enig inzicht in de andere activiteiten, waartoe de leiders der AGA gekomen zijn en waarbij enorme winsten gemaakt werden, met name hun aandeel in de zwarte handel en hun zwarte aankopen voor de Wehrmacht. Over deze zaken wordt in het AGA-archief niet gerept, behalve dan misschien in een brief van Oostenbrink.
    naoorlogse berechting der firmanten
    Volgens twee krantenknipsels, zich bevindende in het knipselarchief (De Nieuwe Dag, 30 oktober 1946 en Het Vrije Volk, 31 oktober 1946) stonden F.A. de Jong en A.M. Oostenbrink op 30 oktober 1946 terecht voor het Bijzonder Gerechtshof, W.F. de Jong was nog voortvluchtig. Uit het getuigenverhoor bleek, dat de stenen vrijwel waardeloos waren, doch men neemt aan, dat de Duitsers ze hebben geaccepteerd, omdat er niet veel beters te krijgen was.
    Met hun manipulaties hebben zij een winst van ruim een miljoen gulden opgestreken. Intussen hadden ook deze collaborateurs, zoals vele andere, de illegaliteit gesteund. In begin 1944 hadden zij aan de ondergrondse een bedrag van fl. 72.000.- geschonken, terwijl de gebroeders De Jong actief aan het verzet deelgenomen hadden.
    De Procureur-Fiscaal hield rekening met deze omstandigheden en eiste tegen F.A. de Jong 2,5 jaar en tegen Oostenbrink 5 jaar (NSB'er). Bovendien tegen beiden ontzetting uit de openbare rechten en uit het recht om in een leidende functie in handels- en bouwbedrijf werkzaam te zijn voor de tijd van het leven.
    Inventaris
    aanvraaginstructie
    Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
    onder vermelding van: archief 180, inv.no. .
    Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde
    links naast de beschrijving van de stukken

    Kenmerken

    Datering:
    (1939) 1940-1945 (1949)
    over het archief:
    Ook wel Aannemingsbedrijf voor Gewapend Betonwerken Amsterdam en Aannemingsbedrijf voor Bouw- en Betonwerken Amsterdam. Het bedrijf werd in januari 1941 opgericht en leverde aan en werkte voor de Duitse bezetter. Voerde opdrachten uit voor bijvoorbeeld de Bauleitungen der Luftwaffe zoals het bouwen van vliegtuighallen en barakken. Daarbij werd gebruik gemaakt van een speciaal soort steen: de AGA steen. In mei 1944 werd de AGA als firma geliquideerd. Het bedrijf werd voortgezet onder de naam Bouwbedrijf W.F. de Jong.
    Openbaarheid:
    Deze stukken zijn beperkt openbaar. Zij zijn slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD.
    Omvang:
    1,750 meter (179 inventarisnummers)
    Status:
    Bruikleencollectie Nationaal Archief
    Trefwoorden: