Uw zoekacties: Nederlands Arbeidsfront

122 Nederlands Arbeidsfront ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

  • Kenmerken van het archief
  • Inleiding op het archief
  • Inventaris of plaatsingslijst
  • Eventueel bijlagen
  • De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

    De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

    De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

    Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

    beacon
     
     
    Openbaarheid
    Het archief is in zijn geheel beperkt openbaar.

    De inventarisnummers 1381-1404; 1444-1452; 1456-1480 en 1566-1584 zijn slechts raadpleegbaar na verkregen schriftelijke toestemming van de directeur van het NIOD. Onderzoekers kunnen zich daartoe schriftelijk wenden tot de directeur van het NIOD.

    De overige inventarisnummers zijn raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, is ter plekke bij balie van de studiezaal van het NIOD een archiefverklaring verkrijgbaar. Direct na ondertekening kunt u de stukken aanvragen en inzien.
    Inleiding
    titel archief
    archiefvormer
    omvang
    citeer- en aanvraaginstructie
    periode van ontstaan
    beheersgeschiedenis/overbrenging naar het NIOD
    aard van de archiefbestanddelen
    ordening van de archiefbestanddelen
    selectie, vernietiging en bewerking
    aanvullingen
    wettelijke status
    reproductiebeperkingen
    122 Nederlands Arbeidsfront
    Inleiding
    reproductiebeperkingen
    ead-typering:
    userestrict
    Behoudens de algemene regels voor het vermenigvuldigen van stukken gelden geen beperkingen voor de reproductie.
    taal van de archiefbescheiden
    materiële staat
    gebruikte afkortingen
    bewerking
    Geschiedenis
    Het Nederlands Arbeidsfront (NAF) werd opgericht bij decreet van 30 april 1942 van Rijkscommissaris A. Seyss-Inquart. De organisatie trad de volgende dag in werking en als leider werd H.J. Woudenberg aangesteld. De organisatie was geschoeid naar nationaal-socialistisch model. In het Nederlands Arbeidsfront gingen in mei 1942 de ten dele reeds geliquideerde vakcentrales Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV), het Rooms-Katholiek Werkliedenverbond (RKWV) en het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV) met alle daarbij aangesloten vakbonden en besturenbonden op. Reeds in 1941 had Woudenberg, die vanaf 16 juli 1940 commissaris was van het NVV, een centralisatie doorgevoerd waarbij de plaatselijke bestuursbonden omgevormd waren tot plaatselijke kantoren. Daarboven stonden districtskantoren en provinciale kantoren. Deze laatste hadden vanaf het begin een sociaal-economische afdeling. Na 1 mei 1942 werden de resterende vakbonden opgeheven. Het centrale apparaat was georganiseerd in een verwarrend groot aantal afdelingen, onderafdelingen, diensten, hoofdarbeidsgebieden en arbeidsgebieden. Van belang voor het onderwerp zijn: de sociaal-economische hoofdafdeling met een eigen leider. Deze had afdelingen onder zich voor onder meer: Sociale Verzekering, Werklozenzorg, Arbeid, Loon- en Arbeidsvoorwaarden, Arbeidsrecht en Gezondheidszorg en een Dienst Cultuurtechnische Werken. De Afdeling Vreugde en Arbeid bestond uit de afdelingen: Verbinding, Pers en Propaganda, Culturele Ontspanning, Lichamelijke Ontwikkeling, Reizen en Vakantie, Geldzaken, Algemene Zaken en Volksontwikkeling. Verder waren er provinciale en stedelijke bureaus en provinciale dienstkamers.
    Oprichtingsbijeenkomst van het Nederlandsch Arbeidsfront.
    Erfgoedstuk
    In de bedrijven werd het Arbeidsfront vertegenwoordigd door de sociale voorman. Belangrijk is dit Nederlands Arbeidsfront te onderscheiden van het Nederlands Arbeidsfront van de NSB, dat tot mei 1940 Nationale Werknemers Vereniging heette en dat bedoeld was als een op nationaal-socialistische grondslag stoelende organisatie van werknemers. Deze laatstgenoemde organisatie werd op 1 oktober 1940 opgeheven waarbij de leden werd aangeraden lid te worden van het inmiddels door H.J. Woudenberg geleide NVV.
    Volgens artikel 2 van het decreet van 30 april 1942 was de grondgedachte van het Nederlands Arbeidsfront: Het Nederlands Arbeidsfront heeft tot taak alle Nederlanders die door eigen arbeid geheel of gedeeltelijk in hun levensonderhoud voorzien, samen te brengen, te verzorgen, hen op te voeden tot wederzijds begrip voor hun economische belangen, alsmede voor hun sociale en culturele behoeften en bij bevrediging van deze behoeften medewerking te verlenen. Het NAF was een op nationaal-socialistische leest geschoeide organisatie die de bezittingen van de vroegere vakbonden overnam. Dit gold ook voor de tweeëntwintig werklozenkassen die per 29 juni 1942 werden samengevoegd tot één werklozenkas. Op 3 juli 1943 werd deze werklozenkas opgeheven, maar het Nederlands Arbeidsfront had echter geen zeggenschap over lonen en arbeidsvoorwaarden, aangezien deze taak was toebedeeld aan het College van Rijksbemiddelaars en later aan de gemachtigde van de Arbeid.
    De organisatie van het Nederlands Arbeidsfront is in de jaren 1940-1945 zeer aan wisselingen onderhevig geweest. Het archief weerspiegelt de overgangen van het vooroorlogse Nederlands Verbond van Vakverenigingen (NVV) tot een nationaal-socialistische organisatie op sociaal gebied, waarin gedurende de laatste tijd nauwelijks enige mensen of instellingen van de begintijd waren overgebleven. Deze veranderingen in de organisatie hebben in hoofdzaak op de volgende vier data plaats gehad:
    Op 16 juli 1940 werd H.J. Woudenberg door de Rijkscommissaris benoemd tot commissaris van het NVV. Deze bracht dadelijk twee medewerkers mee, t.w. Th.J. ter Schiphorst die de leiding van het secretariaat kreeg en J.Ph. van Kampen die leider van de organisatie werd. Later hadden deze twee ook de leiding bij de liquidatie van de vakbonden en de confessionele verbonden van vakverenigingen, nadat het RKWV en het CNV ook onder commissariaat van Woudenberg waren gesteld (25 juli 1941) en waren opgeheven (12 augustus 1941).
    Op 1 april 1941 werd het karakter van het Verbond van Vakverenigingen aan het NVV ontnomen en werd in plaats van de federatieve opzet een centralisatie ten dienste van de invoering van het leidersprincipe doorgevoerd. De besturen van de vakbonden werden uitvoerende organen van het NVV-bestuur onder leiding van de commissaris. De plaatselijke besturenbonden maakten plaats voor plaatselijke kantoren, samengevat in districten met districtskantoren, die weer onder leiding stonden van provinciale vertegenwoordigers van het NVV. Deze provinciale vertegenwoordigers van het NVV waren allen "homines novi". In de plaatselijke en districtskantoren bleven bestuursleden van besturenbonden werkzaam, voor zover deze er zich toe wilden lenen. De leiding van deze reorganisatie berustte bij J.Ph. van Kampen.
    Op 1 mei 1942 werd het NVV opgeheven en in de plaats hiervan (en van de confessionele verbonden, die op 12 augustus 1941 reeds in het NVV werden overgebracht) werd het NAF ingesteld door de Rijkscommissaris (VO 47/42). Hiermee kwam er ook een eind aan de vakbonden; het werk in het belang van de "volgmanschap" in de diverse bedrijven werd voortaan verricht door de Afdeling "Bedrijfsgroepen" onder het arbeidsgebied Sociaal-Economische Zaken; in november 1941 werden de bedrijfsgroepsleiders met hun personeel samengevoegd in een zelfstandig arbeidsgebied "Arbeidsgroepen". De overige hoofdafdelingen en zelfstandige afdelingen en diensten, na 1 juli 1943 allen arbeidsgebieden genaamd, waren meest al geleidelijk sedert juli 1940 georganiseerd (bv. "Vreugde en Arbeid" in november 1940).
    Een belangrijk nieuw element, dat door VO 47/42 werd ingesteld, was de figuur van de "Sociale Voorman". Deze vertegenwoordigde het hele NAF in zijn bedrijf. Hij stond voor zover nodig met alle afdelingen in contact. In het archief zijn de stukken betreffende het werk van de sociale voormannen opgeborgen bij die van het arbeidsgebied "Sociaal-Economische Zaken". Een ander nieuw element zijn de "medewerkers van het NAF". Deze bezochten bedrijven van een bepaalde bedrijfstak in een bepaald rayon en maakten rapporten op over de toestanden en verhoudingen in de bedrijven. Deze rapporten, bezoek-, dag-, week-, maand- en jaarrapporten, werden opgesteld voor diverse arbeidsgebieden en werden ingediend bij de provinciale bureaus. De overgebleven rapporten van deze medewerkers zijn opgeborgen bij het arbeidsgebied "Arbeidsgroepen" van de provinciale bureaus.
    Behalve wat hiervoor reeds is opgemerkt over respectievelijk de vakbonden en de arbeidsgroepen kan nog worden vermeld, dat dit betrekking heeft op normale werknemers in bedrijven. Het werk van enige bonden werd echter voortgezet door het arbeidsgebied, dat eerst "Handel en Ambacht", later enkel "Ambacht" heette. In het kader van dit arbeidsgebied werd het werk voortgezet van enkele bonden, waarvan in het bewaard gebleven archief aangetroffen zijn die van kappersbedienden, tandtechnici, werkmeesters en opzichthoudend personeel bij de Nederlandse Heide Maatschappij en bij de Grontmij. Wat overgebleven en bij het voormalige Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie aanwezig is van de vakbonden uit de jaren 1940-1942 is in het archief geplaatst bij de overeenkomstige arbeidsgroep of onderafdeling van het arbeidsgebied (Handel en) Ambacht.
    Met de Afdeling "Tewerkstelling Buitenland" is, als met verschillende andere onderdelen van dit archief, gehandeld volgens het beginsel van opberging op de plaats, waarop de afdeling 't laatst in het organisatieapparaat is ondergebracht, hoewel er van die laatste fase soms slechts weinig is overgebleven. Oorspronkelijk werd de verzorging van de in Duitsland tewerkgestelde arbeiders behartigd door de Afdeling Sociaal-Economische Zaken. Later vindt men in de organisatieschema's tegelijkertijd ook een onderafdeling van deze naam bij het bureau van de leider van het NAF. Hoewel door de onvolledigheid van het hier bewaarde materiaal de gang van zaken niet met zekerheid kon worden vastgesteld, krijgt men hieruit toch de indruk, dat het werk is overgegaan (wellicht na september 1944 geheel en al) van Sociaal-Economische Zaken naar het Bureau van de leider. Volledigheidshalve dient hier echter bij opgemerkt te worden, dat de op de verzorging van in het buitenland tewerkgestelde arbeiders betrekking hebbende werkzaamheden vóór de instelling van het NAF nog niet werden verricht door een afzonderlijke onderafdeling, zodat de hierop betrekking hebbende stukken uit die tijd verspreid zijn tussen die van de Sociaal-Economische Afdeling van het NVV. Die van na 1 mei 1942 vindt men dus bij de desbetreffende onderafdeling van het Bureau van de leider van het Arbeidsfront. Omstreeks het begin van 1944 ziet men tekenen van desintegratie van het NAF. Wederom trachtte men het zwaartepunt van de organisatie te verleggen: de provinciale- en plaatselijke bureaus werden drastisch ingekrompen, en ingesteld of uitgebreid werden kringkantoren. Slechts één illustratief voorbeeld van alle stadia is de hier aanwezige archiefstukken bewaard gebleven, alhoewel ook niet volledig, t.w. van het NVV-district Hengelo, van het plaatselijke kantoor Hengelo en van de Kring Twente (dus stukken van de besturenbond Hengelo ontbreken).
    In december 1944 kwamen de werkzaamheden van het NAF aanvankelijk, naar het schijnt, vrijwel geheel tot stilstand. Daarna volgde in oktober en november een poging tot gedeeltelijk herstel. Tot een systematisch functionerend apparaat is het echter daarna nauwelijks meer gekomen.
    Inventaris
    aanvraaginstructie
    Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
    onder vermelding van: archief 122, inv.no. ...
    Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
    links naast de beschrijving van de stukken

    Kenmerken

    Datering:
    (1908) 1942-1945 (1962)
    over het archief:
    In het kader van de gelijkschakeling van het vakbondswezen werd het Nederlandsch Arbeidsfront (NAF) in 1942 opgericht. Op 1 mei dat jaar werden het Nederlandsch Verbond van Vakverenigingen (NVV) en de daarbij aangesloten vakverenigingen ontbonden. Ze gingen in hun geheel op in het NAF. De leiding berustte bij de NSB'er Hendrik Jan Woudenberg.
    Openbaarheid:
    Enkele inventarisnummers van dit archief zijn beperkt openbaar. Details staan vermeld in de rubriek "openbaarheid".
    Omvang:
    52,3 meter (2790 inventarisnummers)
    Status:
    Bruikleencollectie Nationaal Archief
    Trefwoorden:
    Zie ook: