Uw zoekacties: Gemachtigde van den Rijkscommissaris voor het Toezicht op de...

114a Gemachtigde van den Rijkscommissaris voor het Toezicht op de Orde en Rust in de Scholen ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

  • Kenmerken van het archief
  • Inleiding op het archief
  • Inventaris of plaatsingslijst
  • Eventueel bijlagen
  • De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

    De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

    De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

    Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

    beacon
     
     
    Openbaarheid
    Het archief is in zijn geheel beperkt openbaar. Het is slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, is ter plekke bij balie van de studiezaal van het NIOD een archiefverklaring verkrijgbaar. Direct na ondertekening kunt u de stukken aanvragen en inzien.
    Inleiding
    Op 15 november 1940 ondertekende de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied een legitimatiebewijs voor de heer P.A. van Rossem, litt.rom.drs.te Zwolle, een der oud-strijders der NSB. In deze "Ausweis" stond vermeld, dat Van Rossem opdracht en volmacht had ontvangen alle openbare en bijzondere scholen, het hoger onderwijs uitgezonderd, te inspecteren. In het kort nadien verschenen zesde nummer van de "Mededelingen van het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is op p.295 een ongetekend en ongedateerd bericht te vinden, waarin een andere omschrijving van zijn taak wordt gegevens het onderzoeken en voorbereiden van maatregelen, die noodzakelijk zijn om (in de scholen) rust en orde te verzekeren, of die noodzakelijk zijn voor een in het belang van het Nederlandse volk gelegen ontwikkeling van het schoolwezen.
    Tien dagen later werd het departement van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming door de Rijkscommissaris ingesteld, waarvan prof. dr. J. van Dam secretaris-generaal werd.
    Enkele weken daarop, op 16 december 1940, werd Van Rossem onder het toezicht van Van Dam gesteld, die ook "Weisungsbefugnis" t.a.v. hem kreeg, en hem, voor zover nodige zou voorzien van werkruimte e.d.
    In het zevende nummer van de reeds genoemde "Mededelingen" komt een eveneens ongedateerd en ongesigneerd bericht voor, (p. 429), waarin Van Rossem's titel als volgt wordt weergegeven: Gemachtigde voor het Toezicht op de Orde en de Rust in de Scholen, en als zijn bijzonder werkterrein wordt genoemd het "onderzoeken van de invloed, die van de leerkrachten uitgaat op hun leerlingen; van zijn bevindingen brengt hij verslag uit aan de secretaris-generaal, wien hij tevens adviseert omtrent eventueel toe te passen maatregelen. Tevens wordt hierin vermeld, dat de Gemachtigde voortdurend voeling houdt met het departement en de Inspectie en dat hij in het algemeen zich niet zal bemoeien met de aanstelling van nieuwe leerkrachten; tenslotte worden de namen genoemd van twee medewerkers, die aan de Gemachtigde zijn toegevoegd: dr.ir. J.J. Valkenburg te Leiden en drs. P.R. Dijkema te Groningen.
    Aan de werkzaamheden van de heer Van Rossem en zijn medewerkers kwam in het laatst van mei 1941 een einde, toen hij van zijn opdracht werd ontheven om plaats te maken voor dr. D.G. Noordijk, die echter een geheel andere positie kreeg (zie de inleiding tot het archief van de Inspecteur van het Onderwijs in Algemeenen Dienst).
    In het kader van deze inleiding is het niet doenlijk volledig in te gaan op de politieke betekenis van Van Rossem's aanstelling en de achtergrond der bovengenoemden teksten. In het kort zij hier slechts vermeld, dat de instelling van deze functie naar alle waarschijnlijkheid in de eerste plaats moet worden gezien als een uitvloeisel van de in 1940 bij het Rijkscommissariaat, en in het bijzonder bij het Generalkommissariat zur besonderen Verwendung, levende wens ons onderwijs op korte termijn te nazificeren en het met het oog hierop geheel aan te staat te trekken; de toen reeds talrijke politieke incidenten op de scholen gaven een gerede aanleiding daartoe; de onmogelijkheid het gehele corps der Rijksinspectie van het Onderwijs op korte termijn te vervangen heeft wellicht bijgedragen tot de creatie van deze figuur, die aanvankelijk als directe verbinding tussen het onderwijs en het Rijkscommissariaat gedacht was; de onbekendheid van de Duitsers met ons onderwijsbestel verklaart waarom zij een zo grote betekenis aan de inspectie hechtten. Van Rossem werd door dr. P. Oszwald, een oude relatie van hem, bij de Rijkscommissaris geïntroduceerd; hij en zijn medewerkers dankten hun aanstelling in het bijzonder aan de omstandigheid, dat zij alhoewel NSB'ers - in de Beweging waren zij allerminst vooraanstaand - niet onder Mussert's invloed stonden en zich niet gebonden achtten aan zijn "Grondslagen", die aan het christelijk onderwijs een zekere ruimte liet; ook de gedachte een zeker tegenwicht te scheppen tegen prof. Van Dam, die geen lid der NSB was, heeft een rol gespeeld.
    Het feitelijk verloop van de werkzaamheden van Van Rossem c.s. kan slechts een fiasco genoemd worden. Met Van Dam stonden zij al dra op voet van oorlog; zijn ambtenaren, in het bijzonder mr. W.H. Fockema Andreae, werkten tegen waar ze konden. Het duidelijk gebrek aan bekwaamheid en goede manieren van het drietal was, naast de politieke situatie, de oorzaak der mislukking.
    Het archief is naar mag worden aangenomen, reeds in 1941 verspreid geraakt. Een gedeelte, waaronder een brievenboek, bleef bewaard in het archief van de Inspecteur van het Onderwijs in Algemeenen Dienst. Hiervan uitgaande, werd gepoogd het archief in zijn oorspronkelijke staat te herstellen. Wellicht ongeveer de helft is weer bijeengebracht. Een gedeelte van de ontbrekende stukken bevindt zich thans in de zuiveringsdossiers van het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. De ordening van de stukken geschiedde volgens de contemporaine indeling: de van het Haagse bureau van Van Rossem - hier zetelde ir. Valkenburg - afkomstige stukken zijn chronologisch geordend; die van zijn Zwolse bureau - hier werkte drs. Dijkema - alphabetisch, naar plaatsnamen.
    De toegang is in juli 1957 vervaardigd door de heer J.R. van der Leeuw, litt. drs.
    Regesten
    Inventaris
    aanvraaginstructie

    Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
    onder vermelding van: archief 114a, inv.no. ...
    Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
    links naast de beschrijving van de stukken
    18 Bruin de P.F.
    114a Gemachtigde van den Rijkscommissaris voor het Toezicht op de Orde en Rust in de Scholen
    Inventaris
    18
    Bruin de P.F.

    Kenmerken

    Datering:
    1940-1941
    over het archief:
    In het kader van de nazificering van het onderwijs en het signaleren van uitingen die dit voornemen konden tegenwerken, werd de functie van de Gemachtigde van de Rijkscommissaris voor het Toezicht op de Orde en de Rust in de Scholen (drs. P.A. van Rossem) ingesteld. Deze sterk politiek gerichte taken kwamen in de tweede helft van 1941 toe aan dr. D.G. Noordijk, de Inspecteur van het Onderwijs in Algemeenen Dienst (archief 114 b).
    Openbaarheid:
    Deze stukken zijn beperkt openbaar. Zij zijn slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD.
    Omvang:
    0,5 meter, 4 dozen
    Status:
    Bruikleencollectie Nationaal Archief
    Trefwoorden:
    Zie ook: