Uw zoekacties: Nederlandsche omroep

103 Nederlandsche omroep ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

  • Kenmerken van het archief
  • Inleiding op het archief
  • Inventaris of plaatsingslijst
  • Eventueel bijlagen
  • De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

    De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

    De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

    Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

    beacon
     
     
    Openbaarheid
    Het archief is volledig openbaar.
    Inleiding
    titel archief
    archiefvormer
    omvang
    citeer en aanvraaginstructie
    periode van ontstaan
    beheersgeschiedenis/overbrenging naar het RIOD
    aard van de archiefbestanddelen
    ordening van de archiefbestanddelen
    selectie, vernietiging en bewerking
    aanvullingen
    wettelijke status
    reproductiebeperkingen
    taal van de archiefbescheiden
    103 Nederlandsche omroep
    Inleiding
    taal van de archiefbescheiden
    ead-typering:
    odd type="langmaterial"
    Het merendeel van de archiefstukken is Nederlandstalig.
    materiële staat
    bewerking
    Geschiedenis
    De Nederlandse Omroep in de meidagen van 1940.
    Als voorbereiding op een eventuele Duitse inval hadden de voorzitters van de omroepverenigingen een set enveloppen gekregen met instructies hoe te handelen in geval van oorlog. Op 10 mei om twee uur 's nachts kregen alle voorzitters een telefoontje met de opdracht een bepaalde enveloppe open te maken. Daarin stond dat niets aan de zenders en aan de omroepinstallaties vernield mocht worden. 's Morgens om acht uur, toen de oorlog al een uur of vijf oud was, begonnen de omroepverenigingen hun uitzendingen dan ook op de gewone tijd met hun afzonderlijke programma's.

    Via Hilversum-Jaarsveldzender had op die vrijdag de 10e mei de KRO uitzenddag. Pastoor Nolet en voorzitter Dito hielden korte toespraakjes, waarin zij tot rust maanden. Verder is in die oorlogsdagen niet meer uitgezonden dan grammofoonplatenmuziek, onderbroken door berichten van het ANP en de Luchtwachtdienst (waaruit de luisteraars wel de indruk moesten krijgen dat Nederland werd overspoeld met parachutisten en spionnen).

    Na de capitulatie werd niet meer uitgezonden. De rest van die 14e en de hele 15e mei viel alleen het tikken van de AVRO-klok te beluisteren.
    De 'Rundfunkbetreuungsstelle'
    Arthur Freudenberg was van oorsprong theaterman. Na 1933 kwam hij bij de radio in zijn woonplaats Breslau. Bij de Reichsrundfunkgesellschaft (RRG) regisseerde hij hoorspelen en later amusementsprogramma’s.
    Freudenberg kreeg als leider van de radiogroep de opdracht om op 15 mei naar Hilversum te gaan, de studio's te bezetten en onderhandelingen te voeren met de omroepleiders. De Duitse radiogroep had een volledige uitrusting meegenomen voor het geval dat de studioapparatuur zou zijn vernietigd. Maar ze vonden alles keurig aangeharkt.

    Ze bezochten als eerste de AVRO-studio. Na overleg met de AVRO-directeur Willem Vogt, mocht deze omroep de eerste twee dagen als enige omroep weer gaan uitzenden. Deze twee dagen gebruikte Freudenberg om overleg met de andere omroepverenigingen te plegen. Freudenberg schreef aan alle omroepen dezelfde beleidslijn voor: alles mag op de oude voet verder gaan, mits er geen programma’s tegen Duitsland, de Duitse Wehrmacht of de Führer werden uitgezonden.
    Het 'Centraal Bureau voor den omroep'
    Onmiddellijk na de bezetting bleek al dat de Duitsers het vervelend vonden met al die verschillende omroepen te moeten werken en steeds schakelden ze de instantie in, die althans enigermate als overkoepelend orgaan kon gelden: het Centraal Bureau voor den Omroep.

    Freudenberg wilde de radio inschakelen voor propagandadoeleinden. Zo liet hij begin augustus 1940 het Centraal Bureau voor de omroep weten dat van het verblijf van Nederlandse kinderen in de 'Ostmark' (Oostenrijk) verschillende radioverslagen moeten worden gemaakt. Al op 10 augustus liet de AVRO rechtstreeks aan Freudenberg weten dat de AVRO bereid is die reportage's te maken.

    Het was de Nederlandse omroepleiders van het begin af aan duidelijk dat de Duitsers wilden concentreren. Deze concentratie stond vast: dat wisten de Duitsers en dat wisten de omroepleiders - en ze wisten van elkaar dat ze het wisten.

    Een ogenschijnlijk louter technische verandering leidde tot de ingrijpendste programma-wijziging sinds de bezetting: de ingebruikneming van de nieuwe zender Lopik. Onmiddellijk na de capitulatie gaven de Duitsers de opdracht de zender Lopik af te bouwen (de bouw was al in 1939 gestart). Op last van de Duitsers zou via deze nieuwe zendmast van Hilversum I een geconcentreerd programma worden uitgezonden onder de titel 'Nederlands programma'. Ze werden nog wel geproduceerd door de verschillende omroepverenigingen. Op Hilversum II werden nog wel de namen van de verschillende omroepverenigingen vermeld.
    Censuur
    Voor de oorlog bestond er in Nederland al een Radio Omroep Controle Commissie (ROCC) die teksten aan een preventieve controle onderwierp. Na de meidagen installeerdende Duitsers hun eigen controlecommissie, de al eerder genoemde 'Rundfunkbetreuungstelle'. Beide instanties kwamen regelmatig in elkaars vaarwater terecht, wat er onder meer toe leidde dat in het programma van Chiel de Boer op 10 november 1940 door de ROCC enige passage's werden geschrapt, terwijl de Rundfunkbetreuungsstelle de tekst van deze uitzending in zijn geheel had goedkeurd.
    De Nederlandse Omroep in de bezettingsjaren
    Het Nederlandse radiobestel bestond voor de oorlog uit de omroepen AVRO, KRO, NCRV, VARA en VPRO. In het eerste oorlogsjaar konden deze omroepen blijven uitzenden, hoewel de bezetter al snel censuur toepaste op hun programma's en de radio ook gebruikte voor propagandadoeleinden. In feite werd het gehele radiobedrijf gedomineerd door de Rundfunkbetreuungsstelle. Op 9 maart 1941 werden de bestaande omroepen opgeheven en in diezelfde maand volgde de oprichting van de Rijksradio-Omroep, de latere Nederlandse Omroep. Deze werd daarmee de enige radio-omroep in Nederland, vallend onder het door het Duitse bestuur ingestelde Departement van Volksvoorlichting en Kunsten. De leiding was in handen van de NSB'er dr. ir. W.A. Herweyer en de meeste belangrijke functies werden bekleed door NSB'ers en nazi's. Na het ontslag van ruim honderd personeelsleden van de oude omroepverenigingen konden degenen die overbleven hun medewerking verlenen aan de uitzendingen maar moesten zich wel aanpassen aan het nationaalsocialistisch karakter van de nieuwe organisatie.
    De nieuwe orde binnen de Nederlandse Omroep deed al snel van zich spreken doordat de programma's van het Vrijzinnig Protestants Kerkcomité (een voortzetting van de VPRO) en de Christelijke Radio Stichting (een voorzetting van de NCRV) respectievelijk in augustus en oktober 1941 al uit de ether werden gehaald. Nadien werden uitzendingen verzorgd door 'losse' predikanten, waarvan sommige nationaalsocialistisch gezind waren. Uitzendingen van katholieke organisaties waren al begin 1941 door Reichskommissar Seyss-Inquart verboden. Een aantal programma's van de Nederlandse Omroep werd zeer berucht, zoals de propagandapraatjes van Max Blokzijl en het antisemitische Zondagmiddagcabaret van Paulus de Ruiter.
    Door het verbreken van de contacten met de oude verenigingen AVRO, VARA, VPRO, NCRV en KRO werd de Nederlandse Omroep weinig beluisterd. Nog meer mensen haakten af toen er per 1 januari 1942 door de Nederlandse Omroep een eigen eenheids-luistergids onder hoofdredactie van de Amsterdamse wethouder dr. J. Smit werd uitgegeven. Omdat het blad slechts matig verkocht werd en de bezetter alle radiotoestellen had laten inleveren, werd het blad al in de zomer van 1943 opgeheven. Men luisterde ook illegaal naar Radio Oranje dat de uitzendingen vanuit Londen verzorgde, reden waarom de Duitsers besloten om alle radiotoestellen-op die van Duitsers en Duitsgezinde Nederlanders na-in mei 1943 te vorderen. Toch was er onder Herweyers leiding sprake van een zekere bloei bij de Nederlandse Omroep en was het aantal medewerkers van circa zeshonderd in december 1940 naar elfhonderd gegroeid begin 1943. Daarna liep het aantal vaste medewerkers sterk terug tot 230 in de zomer van 1944. Daags na Dolle Dinsdag (5 september 1944) werd de Nederlandse Omroep opgeheven, al vonden er tot 6 mei 1945 nog uitzendingen vanuit Hilversum plaats.
    Hieronder volgt een overzicht van de medewerkers van de verschillende afdelingen:
    Secretariaat Directeur-Generaal: G.H.J. van Stekhoven
    Juridische Afdeling: A.A.M. Enserinck
    Personele en Sociale Zaken: A.Q. Kolff;
    - Huishoudelijke Orde Dienst: F.A. Scheper
    - Personele Administratieve Afdeling: G.J. den Otter, A. Weitzel
    - Sociale aangelegenheden: W.R. Müller
    Interne Accountantsdienst: C.J. Strop
    Berichtendienst Nederlandse Omroep (BNO): G.H.J.W. Noordhuis
    Propaganda: H.B. Wolbert, H. Rutgers
    Pers (berichtgeving): H. Rutgers
    Luistergids: J.M. Veldhuis, J. Smit
    Programmadienst: E. Bomli, H.J.R. Schaffers, J.C. Plate
    Algemene Zaken: H.J.R. Schaffers
    Omroepdienst: A. of G. Weitzel
    - Bureau Algemene Zaken: J. Boots
    - Bureau Programma-uitvoering:
    J.F. van Dalfsen
    Regie: J. Koetsier Muller
    Vocaal Dramatische Afdeling: L. Ruygrok, F. Vroons
    Godsdienstige Uitzendingen: W. Jansen
    Ontwikkeling en Voorlichting: J.C. Plate, J.A. van Kersbergen, W. Jansen
    - Reportage (en Staatstoezicht): L.G. Wybrands-Marcussen, K. van Heusden, G. de Josselin de Jong, J.A. Boreel de Maregnault, H. van Hoof;
    - Vrouwenuitzendingen: N. Eekhof-Stork, V.A.Th. HeufkeKantelaar-Schot
    - Jeugduitzendingen: J. Snijder van Wissenkerke, H. Eskens, Vierkant-Pot, >V.A.Th. HeufkeKantelaar-Schot
    - Luisterspelen: A.H.L. Nuver, J. Popelier, K. Smelik, B. Eenhoorn
    - Voorbereiding: A.H.L. Nuver, K. Smelik, B. Eenhoorn
    - Uitvoering: W. van Cappellen, J.C. de Vos, H. van Hoof, J.A. van Kersbergen
    - Sport en Lichamelijke Opvoeding: K. Nort, G. Oberink, R. de Grood
    - Cultuur Politieke Dienst (Culturele Uitzendingen): W.G. Kierdorff, M. Zwiers, B. Eenhoorn
    - Staatspolitiek en Volkshuishouding: J.R. Swart
    - Land en Volk:
    D. van de Bospoort, D. Hiddinga, K. Sierksma
    Ernstige Muziek: P. Reinards, H.J.R. Schaffers, J. van Overvest
    Lichte Muziek: J. den Daas
    Bureau Programmabouw: J.P.M Bosman, F. Bauer, Blom
    Bureau Vormgeving: G.H. Knap, A.E.M. Kortebein
    Technische Dienst: J.M. Madsen, A.C. van der Lee
    - Secretariaat
    - Algemene Zaken
    - Lucht- en Brandbescherming: J.H.J. van Enter
    - Algemene Techniek: P.C. Tolk
    - Omroeptechniek: W.Ch. Kalee, A.C. van der Lee
    - Onderhoud en Meettechniek: Keuls
    - Radio- en Geluidstechniek: P.A.I. Huydts
    Economische Dienst: J.F. Haccoû, J.V.J. Engelhard
    Administratie: H. Hietbrink
    Beheerstoezicht en Begroting: H. Hietbrink, Van Baren, Meiners
    Huishoudelijke Zaken: F.A. Scheper, J.M. Veldhuis, J.H.J. van Enter, R. Steens, J. Outshoorn, F. van Cappelle, Schouten, Koestal
    Na 1943:
    Dramaturgie *  : W. Jansen
    - Organisatiebureau: Hofstee
    - Programma-administratie: C.W.J. Brunings
    - Hoofdredactie Vaste Uitzendingen: M. Zwiers
    Sport en Lichamelijke Opvoeding
    - Reportage
    - Land en Volk
    - Godsdienstige Uitzendingen
    - Vrouwenuitzendingen
    - Jeugduitzendingen
    - Jeugd en Muziek: H.A. Jakma
    - Algemene Uitzendingen I: K. Smelik
    - Algemene Uitzendingen II: A.D. Hildebrand
    - Algemene Uitzendingen III: J. Alving
    - Politieke Dramaturgie: H. van Hoof
    Archieven, literatuur en verwante collecties
    Archieven
    Literatuur
    Gedigitaliseerde stukken
    De inventarisnummers 302 t/m 460 (BNO-berichten) zijn volledig gedigitaliseerd en ge-ocr'd. Dit betekent dat deze inventarisnummers woordelijk doorzoekbaar zijn.
    Inventaris
    aanvraaginstructie
    Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
    onder vermelding van: archief 103, inv.no. ...
    Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
    links naast de beschrijving van de stukken

    Kenmerken

    Datering:
    1941-1944 (1945)
    over het archief:
    De Nederlandse Omroep (aanvankelijk Rijksradio-Omroep) viel onder het Departement van Volksvoorlichting en Kunsten. Het was de enige radio-omroep in Nederland ten tijde van de Tweede Wereldoorlog en stond praktisch onder controle van de Rundfunkbetreuungsstelle.
    Openbaarheid:
    Volledig openbaar
    Omvang:
    66,5 meter (1629 inventarisnummers)
    Status:
    Bruikleencollectie Nationaal Archief
    Trefwoorden:
    Categorie: