Uw zoekacties: Kabinet van het Departement van Binnenlandse Zaken

101b Kabinet van het Departement van Binnenlandse Zaken ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

  • Kenmerken van het archief
  • Inleiding op het archief
  • Inventaris of plaatsingslijst
  • Eventueel bijlagen
  • De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

    De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

    De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

    Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

    beacon
     
     
    Openbaarheid
    Het archief voor een groot deel openbaar.

    Inventarisnummers 156-159; 165-167; 189; 242-243; 444; 446; 448; 451; 711-713 zijn slechts raadpleegbaar na verkregen schriftelijke toestemming van de directeur van het NIOD. Onderzoekers kunnen zich daartoe schriftelijk wenden tot de directeur van het NIOD.

    Inventarisnummers 48; 168; 293; 295-325; 329-335; 340-341; 344; 379; 382; 398-402; 405; 416; 419; 421; 430-431; 493-494; 606-611 zijn slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, is ter plekke bij balie van de studiezaal van het NIOD een archiefverklaring verkrijgbaar. Direct na ondertekening kunt u de stukken aanvragen en inzien.
    Inleiding
    titel archief
    archiefvormer
    omvang
    citeer- en aanvraaginstructie
    periode van ontstaan
    beheersgeschiedenis/overbrenging naar het RIOD
    aard van de archiefbestanddelen
    selectie, vernietiging en bewerking
    aanvullingen
    wettelijke status
    reproductiebeperkingen
    taal van de archiefbescheiden
    materiële staat
    bewerking
    Geschiedenis
    Lijst-Frederiks en Lijst-Van Dam
    Het Plan-Frederiks was een bestek uit de Tweede Wereldoorlog dat was bedacht en opgesteld door de Nederlandse secretaris-generaal K.J. Frederiks. In het kort kwam het erop neer dat een bepaalde groep in Nederland verblijvende joden door de Duitse bezetter zou worden beschermd in verband met de maatschappelijke betekenis die zij voor de Tweede Wereldoorlog voor Nederland of Duitsland hadden gehad. In deze groep zaten onder anderen voormalige NSB'ers, gemengd gehuwden en kunstenaars.
    In oktober 1941 werd de basis van Plan-Frederiks gelegd. Duitsland voerde een antisemitische politiek, hetgeen inhield dat alle joden op vrij korte termijn de dood zouden moeten vinden. Karel Johannes Frederiks, die tijdens de Tweede Wereldoorlog secretaris-generaal van het Departement van Binnenlandse Zaken was, werd door vijf bevriende joden benaderd met de vraag of hij geen uitweg voor ze wist. De ambtenaar begon hierop met het samenstellen van een lijst met joden die beschermd zouden moeten worden, omdat zij op wat voor manier ook een grote bijdrage geleverd hadden aan de wording van het Derde Rijk. Met deze lijst wendde Frederiks zich tot de Höhere SS- und Polizeiführer Hans Albin Rauter. Rauter weigerde daar iets mee te doen, en om die reden stemde Generalkommissar zur besonderen Verwendung Fritz Schmidt, de rivaal van Rauter, toe. Ook Reichskommissar Arthur Seyss-Inquart gaf toestemming: Frederiks' plan mocht worden uitgevoerd.
    Joodse tehuizen in Barneveld en Doetinchem
    De lijst van Karel Johannes Frederiks bevatte op het moment dat hij toestemming vroeg hooguit honderd namen. Ook Jan van Dam, secretaris-generaal van het Ministerie van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming, zou een lijst opstellen. De lijsten van Frederiks en Van Dam werden gedurig aangevuld en het aantal bewoners steeg gestaag tot rond de 675. Op het departement van Van Dam behandelde de kabinets-chef prof.mr. A.L. de Block de aanvragen, bij Binnenlandse Zaken was dat een ambtenaar van de Afdeling Openbare orde en Veiligheid, mr. S. Kloosterman. Het plan van Frederiks, waarvan deze lijst-Frederiks en lijst-Van Dam onderdeel waren, hield in dat een groep geselecteerde joden in een drietal grote panden in Gelderland geïnterneerd zou worden. Deze panden waren Villa Bouchina te Doetinchem, Huize De Schaffelaar te Barneveld en Huize De Biezen te Ede. Omdat de burgemeester van Ede, Theodorus Christiaan Dierendonck, zéér antisemitisch was en dus niet mee wilde werken aan Plan-Frederiks, werd de grens tussen Barneveld en Ede zodanig verlegd, dat ook Huize De Biezen in Barneveld kwam te liggen. De burgemeester van Barneveld was op dat moment de progressievere Joachim Westrik.
    Op 18 december 1942 nam de eerste groep zijn intrek in het leegstaande kasteel 'De Schaffelaar'. De Nederlandse oud-officier E. Wolthuis trad op als directeur, bijgestaan door zijn adjunct-directeuren D.J. Spanjaard en H.L.L. Reints. Duiters lieten zich zelden zien; tot op 29 september 1943 de Ordnungspolizei voorreed. De bewoners werden overgebracht naar Westerbork waar een eind kwam aan hun bevoorrechte positie. Op 4 september 1944 ging het merendeel van de Barnevelders op transport naar Theresienstadt. De meesten van hen overleefden de oorlog.
    Op 28 mei 1940 begonnen de Duitsers met het in hechtenis nemen van Nederlanders. Meestal was de reden hiervoor niet bekend. Het merendeel van deze opgepakte mensen werd na een paar dagen weer vrij gelaten. In latere jaren varieerden de vergrijpen van verduistering tot sabotages. De verslaglegging is tot eind augustus 1944. Toen werden ook mensen opgepakt om als gijzelaar te dienen.
    Literatuur en verwante collecties
    literatuur
    verwante collecties
    Inventaris
    aanvraaginstructie
    Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
    onder vermelding van: archief 101b, inv.no. ...
    Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
    links naast de beschrijving van de stukken
    2. Joden tijdens de oorlog
    2.4. Joodse Tehuizen in Barneveld en Doetinchem
    2.4.2. Barneveld: De Schaffelaar en De Biezen
    2.4.2.6. (Toekomstige) bewoners
    101b Kabinet van het Departement van Binnenlandse Zaken
    Inventaris
    2. Joden tijdens de oorlog
    2.4. Joodse Tehuizen in Barneveld en Doetinchem
    2.4.2. Barneveld: De Schaffelaar en De Biezen
    2.4.2.6.
    (Toekomstige) bewoners

    Kenmerken

    Datering:
    (1933) 1939-1945
    over het archief:
    Joden die vermeld waren op de lijsten van de secretarissen-generaal Frederiks en Van Dam genoten een beschermde status zolang zij in de Joodse tehuizen in Barneveld en Doetinchem verbleven. Het kabinet van het Departement van Binnenlandse zaken vertegenwoordigde hun belangen. Daarnaast ontving het kabinet meldingen van burgemeesters over in hechtenis genomen personen, gaf het aanwijzingen omtrent het aanplakken van biljetten en het vorderen van rijwielen.
    Openbaarheid:
    Enkele inventarisnummers van dit archief zijn beperkt openbaar. Details staan vermeld in de rubriek "openbaarheid".
    Omvang:
    8,125 meter (716 inventarisnummers)
    Status:
    Bruikleencollectie Nationaal Archief
    Trefwoorden: