Uw zoekacties: Archieven van de familie Bitter

3 Archieven van de familie Bitter ( Huisarchief Twickel )

beacon
 
 
Inleiding
1. De geschiedenis van de familie en het archief
3 Archieven van de familie Bitter
Inleiding
1.
De geschiedenis van de familie en het archief
Organisatie: Huisarchief Twickel
1.1 De familie Bitter en haar aanverwanten
Dit archief is gevormd door drie generaties van de familie Bitter. De hieronder vermelde gegevens zijn afkomstig uit de door Willem Jacob Bitter (1920-2015), uit de vierde generatie, gehouden lezing "150 Jaar knechtschap", (Archief van de familie Bitter, inv.nr. 445)
Willem Bitter (1809-1872) kwam in 1834 uit Lage naar Twickel waar hij werd aangesteld als huisknecht van Jacob Derk Carel baron van Heeckeren en Maria Cornelia gravin van Wassenaer Obdam. Het landgoed Twickel vormde de kern van een uitgebreid goederencomplex. In Duitsland bezat het echtpaar Van Heeckeren de voormalige heerlijkheid Lage, die grenst aan de graafschap Bentheim. Willem Bitter reisde met de baron en diens echtgenote onder meer naar Parijs, Londen en badplaatsen in Duitsland. Als blijk van hun waardering benoemden de Van Heeckerens hem in 1845 tot kamerdienaar, een Nederlandse benaming voor het Duitse Kammerdiener, lijfbediende van een vorstelijk of aanzienlijk persoon.
In 1848 trouwde Willem Bitter met Philipinne Caroline Liese (1819-1895) uit Lage. Zij kregen twee zonen, die beiden een betrekking kregen op Twickel.
Hun oudste zoon, Willem Jacob Bitter (1850-1935), ging na zijn opleiding aan de Franse school in Goor, in de leer bij Dikkers in Almelo, die een boekhouderskantoor had, omdat men dacht dat in die richting wel zijn toekomst zou liggen. Hij bleek zo goed te presteren dat hij door baron Van Heeckeren werd aangesteld als bediende in zijn rentmeesterskantoor. In 1875 werd hij bevorderd tot assistent rentmeester en in 1882 volgde hij de toen overleden rentmeester Willem Hendrik Wilterdink op. In 1884 trouwde Willem Jacob met Wilhelmina Gerharda Johanna Wilterdink (1861-1919), zij was het enige kind van Willem Hendrik Wilterdink (1817-1882) en Johanna Maria Weerman (1828-1893). Door dit huwelijk is het archief van het echtpaar Wilterdink-Weerman en het uitgebreide archief van hun voorouders aan het archief van de familie Bitter toegevoegd.
Bernard Hendrik Willem Bitter (1852-1940), de jongste zoon, van het echtpaar Bitter-Liese, volgde zijn vader op als huisknecht, resp. kamerdienaar. Na zijn huwelijk in 1892 met Warmelta Kluvers (1854-1933), een telg van de exploitanten van het onder Twickel resorerende hotel Carelshaven, kwam hij als boekhouder in dienst van zijn broer Willem Jacob.
Willem Hendrik Bitter (1890-1953), de enige nakomeling van de derde generatie Bitter, studeerde rechten in Utrecht toen de Eerste Wereldoorlog uitbrak. Hierdoor kon hij zijn door een lange dienstplicht onderbroken studie niet voltooien. Mogelijk heeft dit er toe geleid dat hij in 1924 zijn vader opvolgde als rentmeester. Daarbij zal ook de door R.F. baron van Heeckeren van Wassenaer uitgeoefende druk een grote rol hebben gespeeld. Na zijn pensioen bleef vader Willem Jacob nog tot zijn dood in 1935 in de rentmeesterij wonen en werken. Willem Hendrik trouwde in 1917 met Catharina Hendrika Stoffel (1890-1939). Tot 1936 woonden zij met hun vijf kinderen in het Eschhuis aan de rand van de Deldeneresch. Dit echtpaar voegde aan het familiearchief hun eigen stukken toe.
Willem Jacob Bitter, de oudste zoon van het echtpaar Bitter-Stoffel die de archiefstukken van zijn ouders en voorouders bij elkaar hield en beschreef, was huisarts. M.A.M.A. barones van Heeckeren van Wassenaer was een patiënte van hem. Zo was ook hij ïn dienst van Twickel". Toen barones Van Heeckeren in 1975 op Twickel overleed was daarmee een periode van 140 jaar afgesloten.
1.2 Verantwoording van de inventarisatie
Na zijn pensionering als huisarts bewerkte Willem Bitter de archiefstukken die hij uit familiebezit had ontvangen in de ruimten waarin hij in zijn Deldense huis aan de Stationsstraat zijn praktijk als huisarts had uitgeoefend. De meeste stukken vonden een plaatsje in "de kast van Dull", een omvangrijke kabinetkast, die was nagelaten door Jan Rudolf Dull (geboren op de havezate Baeckenhagen in Ambt Delden in 1862 en kinderloos overleden te Almelo in 1940. Op 24 september en 20 november 2007 droeg hij een groot gedeelte van het archief over aan de Stichting Twickel. Deze stukken werden gedeponeerd in het huisarchief. Het betrof archiefstukken in omslagen, geborgen in 29 met romeinse cijfers genummerde en van opschriften voorziene archiefdozen, met daarnaast vier niet genummerde, maar van opschriften voorziene archiefdozen, en losse stukken als schetsboeken, foto's, tijdschriften en brochures. Aafke Brunt, archivaris van Twickel, maakte hiervan een voorlopige archiefinventaris op.
Na het overlijden van Willem Bitter in 2015 droegen zijn drie kinderen de nog resterende stukken van het door drie generaties Bitter verzamelde archief over aan de Stichting Twickel. Nadat het zeker was, dat alle stukken waren verzameld maakte Aafke Brunt de definitieve archiefinventaris op. Een register, houdende notulen van de Nutsspaarbank te Delden, 1893-1968, en stukken betreffende de samenwerking van de Nutsspaarbank Delden met de Bondsspaarbank voor Twente, 1976-1977, zijn hiervan afgescheiden en overgebracht naar het Historisch Centrum Overijssel (H.C.O.) om opgenomen te worden in het Archief van de Nutsspaarbank Delden. Het Archief van de familie Bitter en haar aanverwanten beslaat 7,5 meter.
Aan het archief van de familie Bitter te Delden zijn enkele stukken toegevoegd van de Förster van Lage, Gerhard Theodoor Bitter, die in 1994 zijn aangetroffen in een schuur op het terrein rond de ruïne van Lage. Deze stukken zijn ondergebracht in de rubriek 14. Gedeponeerde archiefstukken van de Förster van Lage, Gerhard Theodoor Bitter. Het betreft 1 portefeuille van ca. 3 cm.
2. Leden van de familie Bitter en hun aanverwanten in dienst van de families Van Wassenaer Obdam en Van Heeckeren
3. Literatuur
4. Reglement Huisarchief Twickel

Kenmerken