Na het vertrek van de RaboBank uit Netterden, verwierf het parochiebestuur het bankgebouw. Hier was het kerkelijk secretariaat gevestigd en werd het oud-archief in de kluis bewaard. Dit werd door toenmalig pastoor Van Rijckevorsel (1975-1996) geordend en gedocumenteerd. Na diens overlijden was er weinig aandacht meer voor het beheer. Door gebrekkige ventilatie was het klimaat in de kluis slecht. Op advies van de archivaris van Gendringen werd het oud-archief daarom overgebracht naar de archiefbewaarplaats van het streekarchivariaat Regio Achterhoek.
Het bestand werd bij de overbrenging voorlopig doosgewijs genummerd 1 t/m 114 in MaisFlexis.
In 2014 werd het bestand deels nader beschreven in Word door vrijwillig medewerker W. Hermans, deze inventarisatie werd echter niet afgerond. Deze plaatsingslijst van de inhoud van de dozen 1 t/m 59 resulteerde in de voorlopige inventarisnummers 1-574. Aangezien deze lijst niet kon worden geconverteerd, werden alle voorlopige inventarisnummers nagezien en opnieuw ingevoerd in MaisFlexis. De doosgewijze inventarisnummers zijn merendeels vervallen. Nieuwe voorlopige inventarisnummers zijn aangemaakt aansluitend bij het laatst gebruikte voorlopige inventarisnummer 114.

Voor de door Winands in zijn kerspelgeschiedenis geciteerde rekeningen van de jaren 1626-1631 zie Huisarchief Bergh, inventarisnummers 182 en 183. Hier berusten vele oudere Netterdense stukken, omdat het kerspel bestuurlijk deel uitmaakte van het Landdrostambt Bergh. Zie voor een volledig overzicht van stukken betreffende Netterden de index op de toegangen van het Huisarchief Bergh, blz. 161.
Eind 18e eeuw zijn er twee rekeningenseries. Eén van de kerkmeester der Nederduitsch Gereformeerde gemeente voor het beheer van de St. Walburgiskerk, lopend van 1636 tot de overdracht in 1800. De andere van de kerkmeester van het Woldenborgse pastoraat, de RK huiskerk op de havezate Woldenborg, lopend vanaf 1794. De kerkenrekeningen van de Nederduitsch Gereformeerde gemeente zijn in 1800 afzonderlijk verworven bij de aankoop van de kerkengoederen en derhalve geplaatst bij de gedeponeerde bestanden.
In 1803 schaften de kerkmeesters van het Woldenborgse pastoraat een archiefkistje aan 'tot bewaringe der kerkepapieren en penningen'. Het eigen archief was destijds blijkbaar niet erg omvangrijk.
Bij de voorbewerking van het archief door pastoor van Rijckevorsel zijn waarschijnlijk de correspondentie en rekeningbijlagen reeds opgeschoond en op onderwerp gerubriceerd. Deze stukken zijn soms verknipt ter verwijdering van postzegels. De katernen van de jaarlijkse rekeningen en en begrotingen zijn in recenter tijd bijgesneden om ze passend te maken voor een archiefberging. Armenrekeningen zijn vaak in duplo aanwezig, omdat de afzonderlijke exemplaren voor kerkbestuur en armbestuur samengevoegd werden aangetroffen. Van splitsing naar bestemming is om praktische reden afgezien.
De door pastoor van Rijckevorsel globaal geordende stukken zijn ten behoeve van de overbrenging naar het Erfgoedcentrum en bij de huidige bewerking opnieuw verpakt in zuurvrije omslagen en dozen.

Het oudste inventarisnummer betreft een geschonken missaal uit 1610 met ingeschreven opdracht. De oudste volgende stukken betreffen het beheer door de Nederduitsch Gereformeerde gemeente, met een rekeningbijlage uit 1628 en een serie rekeningen beginnend in 1636. Het jongste stuk betreft notulen inzake overleg betreffende het parochieverband 'IJsselgrens' in 2007. De datum van de concept-plaatsingslijst in het Aanhangsel is niet in de einddatering opgenomen om misverstanden te vermijden.