Inv. nr. 1, het oudste in de collectie aanwezige stuk, betreft aanvankelijk een notulenboek van een organisatie van landbouwers. Een enkele maal is daarin een duiding 'Christelijke Boerenbond' vermeld. Deze vereniging hield zich ondermeer bezig met het gezamenlijk inkopen van zaden, meststoffen en veevoeder. In 1903 traden leden uit in verband met de oprichting van de 'afd. Stokkum-'s-Heerenberg'. In 1917 besloten de leden na voorlichting door een ambtenaar van de A.B.T.B. (Aarts Diocesane Boeren- en Tuinders Bond) na stemming over te gaan op een vereniging op rooms katholieke grondslag. Daarmee werd de oprichting van de A.B.T.B. afdeling Zeddam een feit. In 1920 werd door de leden de wens van een eigen pakhuis ('aankoop opslagplaats') ter sprake gebracht. Eerst in 1928 wordt in de notulen melding gemaakt van concrete stappen zoals de aankoop van een bouwperceel van H. Dunk, de uitgifte van aandelen en het doen van aanbestedingen. Met de directeur van de tramwegmaatschappij ('Tram Z.E.') werd overlegd over de aanleg van een wissel zodat ook goederen per tram konden worden aangevoerd. Op 17 september 1929 werd het programma voor de feestelijke opening op dinsdag 8 oktober besproken. Voorts kwam de aanstelling van een pakhuisknecht aan de orde. De bestuursnotulen (inv. nr. 2) eindigen in december 1929 zodat over de A.B.T.B afdeling Zeddam aan de hand van deze collectie weinig meer kan worden gemeld.