Uw zoekacties: Rooms-katholieke Parochie van de H. Mattheüs te Eibergen, 1795-1993

0012 Rooms-katholieke Parochie van de H. Mattheüs te Eibergen, 1795-1993 ( Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers )

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de datering, omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere. Als de datering jaartallen tussen haakjes bevat, betekent dat dat er zich stukken in het archief bevinden die buiten de datering van het 'archiefblok' vallen.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
(Voor deze inleiding is gebruik gemaakt van de volgende werken: Leeuwenberg, H.L.Ph. en A.M.A. van Geloven, Inleiding op de inventaris van de archieven van de aartspriesters van de Hollandse Zending, Utrecht, 1982. Mulder, W., Parochie en Parochiegeestelijkheid, Utrecht/Nijmegen, 1947. Rogier, L.J. en N. de Rooy, In vrijheid herboren. Katholiek Nederland, 1853-1953, 's-Gravenhage, 1953)
Als in 1795 de oude Republiek der Verenigde Nederlanden ten val wordt gebracht door de inval van de Franse troepen met behulp van de patriotten, wordt zij vervangen door de "democratische" Bataafse Republiek.
Op 5 augustus 1796 bevat een decreet van de Nationale Vergadering de bepaling, dat er voortaan in Nederland geen heersende kerk meer is.
Dit betekent het einde van de bevoordeling van één kerk en brengt de Rooms Katholieken officieel gelijkheid.
In 1798 wordt de scheiding tussen kerk en staat in de grondwet vastgelegd.
Voor de Rooms Katholieken bestaat nu de mogelijkheid om parochies op te richten. Hiervan wordt gretig gebruik gemaakt.
Leek het er aanvankelijk nog even op, dat de Rooms Katholieken weer in bezit zouden komen van hun middeleeuwse kerken, bij het begin van de 19e eeuw stagneert de procedure, door de hervormden waar mogelijk gedwarsboomd, en blijft elk kerkgenootschap bij haar oorspronkelijke bezit.
Ook al komt van herverdeling niets terecht, alle beperkende bepalingen voor de katholieke eredienst zijn opgeheven en nieuwe katholieke kerken kunnen worden gebouwd.
De nieuw-opgerichte parochies in de voormalige heerlijkheden Borculo en Bredevoort vallen onder de jurisdictie van het bisdom Münster. De jurisdictie van Münster in de Gelderse parochies blijft voortduren tot 1823. In dat jaar geeft paus Pius VII een nieuwe omschrijving van de bisdomsgrenzen en worden de Gelderse parochies toegewezen aan de Hollandse Zending.
Hiermee komt de oude bestuursstructuur van het bisdom te vervallen
De Hollandse Zending wordt bestuurd door een niet of nauwelijks nederlands verstaande pauselijke vice-superior, die bovendien buiten de zending resideert en nauwelijks over een bestuursapparaat beschikt voor de hem toevertrouwde bestuurstaak.
Hierin komt verandering in 1853. Op 4 maart 1853 wordt het herstel van de kerkelijke hiërarchie in het zendingsgebied een feit door de breve "ec qua die arcanus" van paus Pius IX.
De positie en daarmee het karakter van de pastoor verandert drastisch, want de regels van het algemeen kerkrecht dienen te worden gespecificeerd in diocesane statuten, waarin opleiding en levensvorm van de clerus, interne parochiestructuur en zielzorgaanpak geregeld worden op een dusdanige wijze, zoals die in de tijd hieraan voorafgaand niet meer gefunctioneerd had. De parochies worden geheel en al ingekaderd in de diocesane structuur.
Het beheer van de parochiebezittingen wordt toevertrouwd aan een college, het parochiaal kerkbestuur, met de pastoor als voorzitter.
Hij leidt als zodanig de werkzaamheden en de vergaderingen. Het aantal leden van het kerkbestuur wordt bepaald naar gelang van de omvang van de parochie.
Taken van het kerkbestuur zijn:
(1) toezicht op de kerk, pastorie, begraafplaats en alle gebouwen, terreinen en landerijen die in eigendom of in gebruik zijn van de kerk. Tevens het in goede staat onderhouden en veilig bewaren van de roerende goederen;
(2) de voorziening in de stoffelijke behoeften van de parochie en in de middelen daartoe; (verhuur, verpachting etc.);
(3) het geldelijk beheer;
(4) het doen van rechtshandelingen, waartoe de parochie als rechtspersoon de bevoegdheid heeft.
De benoeming van leden van het kerkbestuur geschiedt door de bisschop uit een voordracht van twee kandidaten die door het betreffende kerkbestuur bij meerderheid van stemmen wordt opgemaakt. Zij worden benoemd voor vier jaar en zijn dadelijk herbenoembaar. Zij treden om het ander jaar voor de helft af. Niet alleen worden de leden van het kerkbestuur door de bisschop benoemd, het kerkbestuur is ook in zijn werkzaamheid onderworpen aan door de bisschop uitgevaardigde bepalingen. In het algemeen valt alles wat op de geestelijke belangen van de parochie betrekking heeft, buiten de competentie van het kerkbestuur.
Ook ten aanzien van de archiefzorg is er het een en ander geregeld. Kerkrechtelijk moet elke parochie in het bezit zijn van vijf afzonderlijke registers: een doop-, vorm-, trouw- en dodenboek en liber statu animarum.
Behalve deze door de Codex voorgeschreven boeken, moet iedere parochie nog een communicanten-register en een parochiekroniek (liber memorialis) bezitten.
Tenslotte moet iedere kerk een fundatieboek en een intentieboek, alsmede verschillende administratieboeken hebben.
Volgens voorschrift moeten de parochieboeken en registers worden bewaard in een brand- en inbraakvrije kluis.
Van de archivalia moet in duplo een inventaris worden opgemaakt, waarvan een exemplaar in het parochiaal archief blijft, het andere in het bisschoppelijk archief moet worden bewaard.
Het archief van de parochie van de H. Mattheus in Eibergen bevond zich tot de aanvang van de inventarisatie (voorjaar 1994) in een tamelijk ongeordende toestand op de zolder van de pastorie. Een ander klein gedeelte, waaronder de parochieregisters bevonden zich in een brandkast in de pastorie.
Ter inventarisatie werden de archiefbescheiden die zich op de zolder bevonden overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente Eibergen. De beschrijving van de zich in de brandkast bevindende stukken geschiedde in de pastorie. Deze stukken hebben de pastorie dan ook niet verlaten.
Van het archief zijn enkele stukken afgescheiden, die niet thuishoren in het parochiearchief. Het betreft hier stukken uit het archief van de familie te Vaarwerk en het gildeboek van het Kleermakersgilde in Eibergen. Hoe deze stukken in het parochiearchief terecht zijn gekomen is onduidelijk.
Het ware wenselijk dat deze stukken weer werden geplaatst in het archief waar zijn naar hun aard bestemd zijn om te berusten.
Voor een goede archiefzorg is het tevens van belang dat daarvoor in aanmerking komende stukken worden vernietigd. Hiertoe is bij inventarisatie een deel geselecteerd. Ten tijde van de samenstelling van deze inventaris is nog niet tot vernietiging overgegaan. Wel is daartoe bij het kerkbestuur een voorstel gedaan.
Enkele archiefnummers bevinden zich nog in de brandkast op de pastorie. Het betreft de inventarisnummers: 1, 47-53, 55-58, 64-68, 71 en 244.
Voor aanvullende informatie over de lokale kerkgeschiedenis, in het bijzonder die van de Rooms Katholieke parochie, verwijs ik naar de volgende werken:
*Hofman, J.H., De kapel van St. Antoni in Rekken, gesticht in het jaar 1379, In: Archief voor de geschiedenis van het aartsbisdom Utrecht, dl. I (1872) bl. 32-39.
*Kaeter, B.A.W., Beknopte kroniek van de parochie van den H. Matthaeus te Eibergen, Eibergen, 1946.
*Leeuw, F.J. de, Mattheuskerk Eibergen 50 jaar, Eibergen, 1985.
*Odink, H en E.H. Wesselink (bewerking en samenstelling), Kostgangers van Onze Lieve Heer. Uit de geschiedenis van de Hervormde Gemeente Eibergen, Z.pl., 1984.
*Thielen, Th.A.M., Bijdragen tot de geschiedenis van de katholieke enclave Groenlo-Lichtenvoorde, Zutphen, 1966.
Naschrift:
Op 14 april 2008 werd in het bijzijn van verschillende hoogwaardigheidsbekleders een aantal stukken die zich nog in de pastorie bevonden, aan het Streekarchivariaat overgedragen. Het betreft de inventarisnummers: 1, 47, 48, 55, 58, 65, 66, 71 en 244.
Inventaris
Documentatie
9d De Maasbode, 4 september 1946
0012 Rooms-katholieke Parochie van de H. Mattheüs te Eibergen, 1795-1993
Inventaris
Documentatie
9d
De Maasbode, 4 september 1946
Datering:
4 september 1946
Openbaar:
1997
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1795-1993
Auteur:
H.G. Nijman
Toegang:
inventaris
Beperking:
50 jaar gesloten
Gemeente:
Berkelland
Omvang:
2,25
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
Information obtained from our archives can not be used without crediting the source and our archive must be mentioned at least once in full without abbreviations.
VOLLEDIG/Full:
Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, Doetinchem. Toegang 0012 Rooms-katholieke Parochie van de H. Mattheüs te Eibergen, 1795-1993
VERKORT/Thereafter:
NL-DtcSARA 0012