3115 Waterkering Borsselepolder, 1906-1977 (1978) ( Zeeuws Archief )
3115
Waterkering Borsselepolder, 1906-1977 (1978)
Inleiding
In 1870 is "de Wet van den 19den Julij, 1870, houdende vaststelling der voorwaarden, waarop aan calamiteuse polders in Zeeland tegemoetkoming uit 's Rijks schatkist kan worden verleend" tot stand gekomen. Deze wet hield in dat een polder (of een waterschap) die zichzelf te zwaar belast vond door de kosten van oeververdediging en zeewering, op zijn verzoek door Provinciale Staten met goedkeuring van de Kroon calamiteus kon worden verklaard. Er werd dan een afzonderlijk waterschap-de Waterkering * -werd opgericht, dat werd belast met de zorg (besturen, beheren en bekostigen) voor de zeewering en de vooroever (het "buitenbeheer"). Daarnaast bleef de zorg voor het waterbeheer en de polderwegen (het "binnenbeheer") berusten bij de polder die calamiteus was verklaard.
Het hoogste bestuursorgaan van elke Waterkering was de dijkraad, bestaande uit vertegenwoordigers van de calamiteus verklaarde polder en van de daaraan grenzende polders. Daarnaast had iedere Waterkering het dijksbestuur, bestaande uit de voorzitter en enkele leden, die door de Kroon werden benoemd. Het Reglement voor de calamiteuze polders of waterschappen in Zeeland bevatte algemene bepalingen ten aanzien van de samenstelling en de bevoegdheden van de beide bestuursorganen. In het bijzonder reglement van de desbetreffende Waterkering was de samenstelling van de dijkraad en het dijksbestuur nader geregeld.
De financiële middelen van de Waterkeringen waren het dijkgeschot, opgebracht door de ingelanden van de calamiteus verklaarde polder, en bijdragen van de aangrenzende (in de dijkraad vertegenwoordigde) polders. Indien deze inkomsten ontoereikend waren, kwam het tekort ten laste van het Rijk (tweederde gedeelte) en de provincie (éénderde gedeelte).
De financiële middelen van de Waterkeringen waren het dijkgeschot, opgebracht door de ingelanden van de calamiteus verklaarde polder, en bijdragen van de aangrenzende (in de dijkraad vertegenwoordigde) polders. Indien deze inkomsten ontoereikend waren, kwam het tekort ten laste van het Rijk (tweederde gedeelte) en de provincie (éénderde gedeelte).
De polder Borssele * en het waterschap Ellewoutsdijk zijn in 1871 calamiteus verklaard.
De dijkraad was samengesteld uit vertegenwoordigers van de waterschappen Ellewoutsdijk (zeven personen) en Ovezande (één persoon) en de polders Baarland (twee personen), Borssele (zes personen), Konings en Van Citters (samen één persoon), Nieuwe Kraaijert (twee personen), Nieuwe West-Kraaijert en West-Kraaijert (ieder één persoon)
Het dijksbestuur bestond uit de voorzitter en drie leden. De dijkraad en het dijksbestuur werden bijgestaan door een secretaris-ontvanger, benoemd door de dijkraad.
De dijkraad was samengesteld uit vertegenwoordigers van de waterschappen Ellewoutsdijk (zeven personen) en Ovezande (één persoon) en de polders Baarland (twee personen), Borssele (zes personen), Konings en Van Citters (samen één persoon), Nieuwe Kraaijert (twee personen), Nieuwe West-Kraaijert en West-Kraaijert (ieder één persoon)
Het dijksbestuur bestond uit de voorzitter en drie leden. De dijkraad en het dijksbestuur werden bijgestaan door een secretaris-ontvanger, benoemd door de dijkraad.
De Waterkering is opgeheven in 1906 als gevolg van het besluit van Provinciale Staten het calamiteuze waterschap Ellewoutsdijk vrij te verklaren. De polder Borssele is toen calamiteus gebleven. Daardoor is voor deze polder de Waterkering van de calamiteuze polder Borssele tot stand gekomen. De dijkraad was geformeerd uit vertegenwoordigers van de waterschappen Ellewoutsdijk (twee personen) en Ovezande (één persoon) en de polders Borssele (negen personen), Konings en Van Citters (samen één persoon), Nieuwe Kraaijert (twee personen), Nieuwe West-Kraaijert en West-Kraaijert (ieder één persoon).
Het dijksbestuur bestond uit de voorzitter en twee leden.
Ook hier beschikten de beide bestuursorganen over een secretaris-ontvanger, benoemd door de dijkraad.
Deze Waterkering is opgeheven in 1977. Dit was een uitvloeisel van het intrekken van de Wet van 19 juli 1870 en het Reglement voor de calamiteuze polders of waterschappen in Zeeland * in hetzelfde jaar.
Het dijksbestuur bestond uit de voorzitter en twee leden.
Ook hier beschikten de beide bestuursorganen over een secretaris-ontvanger, benoemd door de dijkraad.
Deze Waterkering is opgeheven in 1977. Dit was een uitvloeisel van het intrekken van de Wet van 19 juli 1870 en het Reglement voor de calamiteuze polders of waterschappen in Zeeland * in hetzelfde jaar.
laatste wijziging 15-05-2022
100 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 15-05-2022
100 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1906-1977 (1978)
Andere namen:
Waterkering Polder Borssele
Regio:
Zuid-Beveland
Instelling:
1906
Opheffing:
31-12-1977, opgegaan in Waterschap De Brede Watering van Zuid-Beveland (toegang 3100)
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
2001
Opmerking:
p. 9-14
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Waterschap Scheldestromen
Categorie:
laatste wijziging 15-05-2022
100 beschreven archiefstukken