82.2 Particuliere Tienden Walcheren, H.F. Lantsheer, 1732-1909 ( Zeeuws Archief )
82.2
Particuliere Tienden Walcheren, H.F. Lantsheer, 1732-1909
Inleiding
Deze stukken, door H.F. Lantsheer in 1921 aan het Rijksarchief in Zeeland afgestaan, hebben betrekking op:
- de z.g. Verheye-tienden
- de z.g. (de Eerste Edele) De Knuyts-tienden
- de Ferlemans- en De Bree's-tienden
- de administratie van deze en ander tienden op Walcheren
- de z.g. Verheye-tienden
- de z.g. (de Eerste Edele) De Knuyts-tienden
- de Ferlemans- en De Bree's-tienden
- de administratie van deze en ander tienden op Walcheren
Behalve de Verheye-tienden (zie Heeringa t.a.p.), zijn ook de De Knuyts- en Ferlemanss en De Bree's-tienden leenroerig geweest. Enkele aantekeningen omtrent de omvang en de geschiedenis van deze tienden mogen voorafgaan aan de beschrijving van de stukken.
2. De Knuyts-tienden
82.2 Particuliere Tienden Walcheren, H.F. Lantsheer, 1732-1909
Inleiding
2.
De Knuyts-tienden
Deze worden ook vermeld als 'de Eerste Edele De-Knuyts-tienden'. Ten eerste wordt hiertoe gerekend eene partij tienden van 26 G. 150 r. in De Haayman. Deze partij kwam van Johan Hieronimus Huyssen achtereenvolgens aan zijn neef Gerard de Mauregnault (1721), aan diens vrouw Johanna des Tombe (1728), aan Johanna's zoon Johan Carel van Cattenburg (1748), in 1770 bij transport aan Johanna Meralla van Cattenburg, van wie Henriette Wilhelmina van den Santheuvel deze portie (na 1794) erft. In de tweede plaats omvatten de De-Knuyts-tienden: in De Haayman 30 G. 21 r. 9 v., in Sandijk 60 G. 119 r. 7 v. 6 d., in Kleverskerke 6 G. 231 r. 8 v. 9 d., in Gapinge 232 r., in Noordmonster c.a. 24 G. 212 r. 6 v., in Schellach 1 G. 138 r. 3 v. Deze groep wordt in 1679 van Frederik Huyssen verheven op zijn zonen Johan en Hendrik. Hendrik erft in 1691 de portie van Johan, docht hij had om mijn onbekende reden in 1687 de helft van zijn gedeelte, dus 1/4 der geheele partij, getransporteerd aan Margaite Laurentie Huyssen, van wie het in hetzelfde jaar bij transport verheven wordt op Clara Velters. Na 1691 blijven deze tienden gescheiden in een drie-kwart en een éé-kwart.
Dot laatste gaat in 1701 over aan Henry Cornewal, van dezen bij transport in 1738 op Jan Wybo, in 1755 bij testament op zijn vrouw Catharina la Croix, in 1765 op haar dochter Suzanna Wybo, in 1794 op de nicht van deze, Pieternella Suzanna Wybo (later weduwe Zeeberg, wier erfgenaam is Cornelis van Heusden). Het drie-kwart erft in 1709 Cornelia Clara Huyssen, in 1727 haar zoon Daniel Hendrik Wolf de Dopf, in 1756 diens broer Johan Jeronimus baron de Dopf. Van dezen wordt het in 1757 bij transport verheven op Maria Susanna Huyssen, wier echtgenoot Cornelis Godin het in 1776 erft, doch het reeds een week later nalaat aan zijn 3 kinderen Susanna Henrica, Jacoba Johanna en Guillaume Frédéric. Van deze drie wordt het geheele drie-kwart in hetzelfde jaar bij transport verheven op Johan Steengracht, wiens zoon Nicolaas Steengracht ook het geheele drie-kwart erft. Toch wordt in 1794 volgens de officieele stukken de portie van Guillaume Frédéric Godin (die geen portie meer had) verheven op zijn dochter Ida Paulina Godin, mevrouw Buteux. Verheye van Citters, een der eerste commissarissen (Heeringa t.a.p.), heeft deze fout ook geconstateerd, en-naar 't schijnt-praktisch weggewerkt; langs welken weg is mij niet gebleken, doch mevrouw Buteux komt in de akte van 1897 niet voor als deelgerechtigd.
laatste wijziging 23-05-2023
12 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 23-05-2023
12 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1732-1909
Omvang:
0,1 meter
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
1912
Titel publicatie:
A. Mulder, 'Stukken, afkomstig van mr. H.F. Lantsheer, betreffende tienden op Walcheren', in: Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven [VROA] 44 (1921) II, 218-223
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Rijksarchief in Zeeland
Categorie:
laatste wijziging 23-05-2023
12 beschreven archiefstukken