716 Procureur-Generaal bij Provinciaal Gerechtshof van Zeeland, 1838-1875 (1885) ( Zeeuws Archief )
716
Procureur-Generaal bij Provinciaal Gerechtshof van Zeeland, 1838-1875 (1885)
Inleiding
Tijdens de inventarisatie van de Rechterlijke Archieven 1838-1939 werden bij het archief van de Arrondissementsrechtbank Middelburg enkele stukken van de Procureur- Generaal bij het Provinciaal Gerechtshof van Zeeland aangetroffen. Aangezien het archief van het Provinciaal Gerechtshof zelf verloren is gegaan, zijn deze stukken in deze afzonderlijke inventaris beschreven. In de navolgende inleiding zijn tevens enkele momenten uit de geschiedenis van dit gerechtshof, die ten behoeve van de genoemde inventarisatie werden uitgezocht, vastgelegd.
4. Het gebouw van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, 1900-1945, waar het archief van het Provinciaal Gerechtshof van Zeeland lag opgeslagen
716 Procureur-Generaal bij Provinciaal Gerechtshof van Zeeland, 1838-1875 (1885)
Inleiding
4.
Het gebouw van het Gerechtshof te 's-Gravenhage, 1900-1945, waar het archief van het Provinciaal Gerechtshof van Zeeland lag opgeslagen
Ten behoeve van de huisvesting van het Gerechtshof te 's-Gravenhage en de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage kocht de Staat der Nederlanden in 1900 voor / 350.000 het Paleis aan het Korte Voorhout met omliggende terreinen aan van Prinses Marie von Wied, prinses der Nederlanden. Dit paleis was gelegen aan de oostzijde van het Korte Voorhout, op het terrein waar nu het Ministerie van Financiën staat, ongeveer tegenover de huidige Franse ambassade.
De grond voor de bouw van dit paleis werd in 1824 aangekocht door Koning Willem I, waarna tussen 1825 en 1827 [1827-1830 volgens Rijksbouwmeesters] het paleis werd gebouwd naar een ontwerp van de architect Adrianus [Adriaan] J. Noordendorp (1780-1833). Koning Willem I liet het bouwen ten behoeve van zijn zoon Prins Frederik (Willem Frederik Karel, 1797-1881), die in 1825 huwde met Prinses Louise van Pruisen, een zuster van Keizer Wilhelm I. Zij kregen twee dochters, Louise en Marie. Tot de dood van Prins Frederik werd het paleis bewoond, daarna kwam het in handen van de jongste dochter Marie, die huwde met Prins Wilhelm Adolph Maximilian Carl von Wied. Vanaf dat moment werd het nauwelijks meer gebruikt en zij verkocht het paleis in 1900 aan de Staat.
Het uit 1645 daterende 'Huis aan de Boschkant', op de hoek van het Korte Voorhout en de Prinsessegracht, werd in 1836 eveneens door Willem I aangekocht en met een gang verbonden aan het paleis. Het fungeerde als dienstgebouw van het paleis en werd in 1909 verkocht aan een verzekeringsmaatschappij.
Het paleis was bedoeld voor de gezamenlijke huisvesting van de Arrondissementsrechtbank en het Gerechtshof van 's-Gravenhage en kreeg daarom de benaming 'Paleis van Justitie'. De voormalige prinselijke stallen en de dienstgebouwen gelegen achter het paleis werden gesloopt ten behoeve van de bouw van een nieuw Huis van Bewaring, dat op 4 juli 1902 officieel in gebruik werd genomen.
De archieven van de twee rechterlijke instellingen waren ondergebracht in de kelders van het gebouw. In 1912 werd het Paleis van Justitie verbouwd, onder andere de archiefruimte werd vergroot. In 1928 werd een bijgebouwtje dat eveneens als archiefruimte werd gebruikt afgebroken en een geheel nieuw archiefgebouw opgetrokken. Ook de kelder bleef als zodanig in gebruik.
Op 3 maart 1945 tussen half acht en acht uur vertrokken drie squadrons met 31 B25 North American Mitchell bommenwerpers en twee squadrons met zowel 12 A20 Douglas Boston als 12 B25 Mitchell bommenwerpers vanaf hun bases in Melsbroek-Brussel en Vitry (Noord-Frankrijk) met bestemming het Haagsche Bosch ter vernietiging van de daar opgestelde V2-installaties. De eerste drie squadrons vormden het 137 Wing en de twee squadrons uit Vitry vormden het 139 Wing, onderdeel van het Fighter Command van de Royal Air Force. Door een verwisseling van de coördinaten trof het overgrote deel van de brisantbommen geen doel maar kwam terecht op de Haagse woonwijk Bezuidenhout. Enkele 'undershoots', vooral afkomstig van 139 Wing, troffen eveneens onbedoeld het ten zuiden daarvan gelegen gebied rond het Korte Voorhout, de Vijverberg en de Prinsessegracht. Door het bombardement braken in de getroffen gebouwen na enige tijd vele branden uit. Hiertoe behoorde ook het Paleis van Justitie. Het gebouw werd geheel verwoest en de archieven van de Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage en het Gerechtshof te 's-Gravenhage gingen verloren. Ook het archief van het Provinciaal Gerechtshof van Zeeland dat, na de opheffing hiervan met ingang van 1 januari 1876, was overgebracht naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage, ging geheel verloren. De veel voorkomende vermelding dat het archief verloren is gegaan 'bij het bombardement van het Bezuidenhout' moet dus letterlijk opgevat worden: bij (tijdens) dit bombardement is het verloren gegaan, maar het gebouw waar het archief was opgeslagen lag niet in het Bezuidenhout.
Het Huis van Bewaring aan de Casuariestraat werd op 18 augustus 1970 opgeblazen om plaats te maken voor de nieuwbouw van het Ministerie van Financiën, dat vanaf 1975 het gehele perceel omsloten door het Korte Voorhout, de Prinsessegracht, de Casuariestraat en de Schouwburgstraat beslaat.
laatste wijziging 09-06-2023
10 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 85 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 09-06-2023
10 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 85 bestanden
Kenmerken
Datering:
1838-1875 (1885)
Omvang:
0,2 meter
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
1996
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Rijksarchief in Zeeland
Categorie:
laatste wijziging 09-06-2023
10 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 85 bestanden