Uw zoekacties: Comité voor Evangelisatie te Zierikzee, 1904-1925

5417 Comité voor Evangelisatie te Zierikzee, 1904-1925 ( Zeeuws Archief )

Hulp bij uw onderzoek.
De informatie in deze website is zeer divers en bedoeld voor mensen met een belangstelling voor historisch of genealogisch onderzoek.
Wij trachten de informatie zo eenvoudig mogelijk te houden, maar beseffen ook dat de aard van de informatie soms wel enige studie of historische inzicht vereist.

Zoeken en bladeren

  • Bladeren
    De meest eenvoudige manier van werken is het zoeken te starten zonder zoekterm. U kunt dan bladeren door alle aanwezige toegangen.
  • Eenvoudig zoeken
    Wilt u een specifieker resultaat dan adviseren wij u te starten met één zoekterm. Het resultaat dat u krijgt voldoet aan de zoekterm. U kunt het resultaat verder verkleinen door meerdere zoektermen op te geven.
  • Uitgebreid zoeken
    Kiest u voor uitgebreid zoeken dan kunt u afhankelijk van de situatie meerdere zoekvelden invullen, waarna het resultaat zal voldoen aan de specifieke zoekactie. In iedere veld kunnen meerdere zoektermen worden ingevuld.
  • Zoektermen combineren
    Zoektermen worden gecombineerd De zoekfunctie voegt automatisch "en" toe tussen de verschillende zoekmogelijkheden die worden gebruikt. Zo kunnen 'zoeken met alle woorden' en 'zoeken met één van de woorden' worden gecombineerd.
  • Booleaanse operatoren
    Normaal worden meerdere zoektermen altijd gecombineerd met AND. U kunt bij het zoeken in een zoekveld ook gebruik maken van de Booleaanse operatoren: NOT en OR. De zoekacties met NOT beperken het zoekresultaat, terwijl OR veel meer resultaten oplevert.
    OR wordt vooral geadviseerd bij een bekende variatie op de schrijfwijze, bijvoorbeeld:
    - Den Haag OR ’s-Gravenhage
    - Vereeniging OR Vereniging
  • Woordcombinatie
    Wilt u zoeken met een woordcombinatie in een vaste volgorde (bijv. Vereniging tot behoud van natuurmonumenten), zet deze woorden dan "tussen aanhalingstekens".

Verfijnen
In de meeste gevallen zal naast het zoekresultaat een mogelijkheid tot verfijnen worden aangeboden. Verfijnen kan bijvoorbeeld op materiaalsoort, maar in andere gevallen op plaats en straat. Dit is afhankelijk van het archiefmateriaal dat geselecteerd is.

Sorteren
De resultaten staan gesorteerd in een standaard sortering. Dit kan per toegang verschillend zijn. In de meeste gevallen kan voor een andere sortering worden gekozen.

Digitaliseren op verzoek
Zie http://www.zeeuwsarchief.nl/over-ons/tarieven

beacon
 
 
Inleiding
Oprichting
De strijd om de kerkelijke richting is in het vierde kwart van de negentiende eeuw en eerste helft van twintigste eeuw binnen de Hervormde Gemeente te Zierikzee bijzonder fel geweest. De strijd tussen de modernen en de orthodoxen (aanhangers van de ethische richting en in mindere mate van de confessionele richting) hield de gemoederen danig bezig.
Zierikzee was in de negentiende eeuw een gemeente met uitsluitend moderne predikanten. Naarmate het orthodoxe deel aan zielental won werd het voor de moderne kerkeraad steeds moeilijker de rechten van het orthodoxe deel van de gemeente op een eigen predikant te ontzeggen. Vanaf 1878 had Zierikzee dan ook één orthodoxe predikant, die drie moderne collega's had. In het bijzonder tijdens de ambsperiode van ds. P.F. van den Berg won het orthodoxe deel van de gemeente aan zielental. De modernen moesten toestaan dat enkele orthodoxen werden opgenomen in de kerkelijke colleges, hoewel de verhoudingen daarbij geenszins in acht werden genomen.
In 1902 - de vierde predikantsplaats was vacant - kregen ds. P.F. van den Berg en de orthodoxe kerkeraadsleden de kerkeraad zover dat de moderne meerderheid toestemde in de vacature een orthodoxe predikant te beroepen. De cijfers waren er naar om de rechtmatigheid hiervan te onderstrepen. Van het aantal dopelingen en belijdeniskandidaten had ds. Van den Berg het overgrote deel. Slechts een kleiner deel viel de beide moderne predikanten toe. Het kerkbezoek bij de orthodoxen was beter en de opbrengst van de collectes hoger. De modernen, (niet geheel ten onrechte) bevreesd voor het verlies van hun meerderheidspositie, kwamen echter op hun toeschietelijkheid terug. In den lande waren in vele gemeenten, nadat de orthodoxie aan het roer was gekomen, de modernen uit alle colleges gezet en men vreesde hetzelfde in Zierikzee. De orthodoxen, voor een belangrijk deel georganiseerd in de sedert 1898 bestaande Kerkelijke Kiesvereniging ‘Steunende op den Bijbel’ voelden zich bedrogen.
Nu een tweede orthodox predikant niet mogelijk was wilde men een godsdienstonderwijzer aantrekken, die de orthodoxe predikant ter zijde kon staan. De kerkelijke Kiesvereniging besloot een Comité in het leven te roepen voor het aantrekken van deze godsdienstonderwijzer. Het Comité bestond uit de heren Ch. W. Vermeys, G.W.Th. Baron van Dedem, A.J. de Looze, J. Koets, P. Bodt, M. Reijnhoudt en C. van Westen Pzn. Voor het eerst kwam men bijeen op 23 maart 1904. Vermeys werd voorzitter, Baron van Dedem vice-voorzitter, A.J. de Looze penningmeester en C. van Westen Pzn. Secretaris Vermeys, in het burgerlijk leven burgemeester van Zierikzee, was sinds kort tot notabel gekozen en was van mening veranderd ten aanzien van de kerkelijke strijd. Was hij daar vroeger geen voorstander van, nu meende hij, door de houding van de modernen, dat deze onontkoombaar was geworden. Hij verklaarde: ‘Het moderne geloof is niet het geloof. Ons geloof zal het modernisme overwinnen ‘ (inv.nr. 1).
Werkzaamheden
Contact werd opgenomen met de Nederlandsche Evangelisch-Protestantsche Vereeniging (NEPV) in Den Haag, die bereid was een evangelist naar Zierikzee te zenden. Als bijdrage in de salariskosten betaalde het Comité 400 gulden per jaar aan de vereniging in Den Haag. Deze vereniging vond de evangelist Jan Jacob van Beuge (1868-1935), geboren te Arnhem op 3 mei 1868 en op dat moment werkzaam in Driebergen, bereid naar Zierikzee te komen. Op 8 mei 1904 werd hij door ds. P.F. van den Berg ingeleid met het woord van de Apostel: ‘Wees dan een Evangelist’. Van Beuge verbond zich met het woord van diezelfde Apostel: ‘Ik heb mij voorgenomen niets anders onder u te weten als Jezus Christus en dien gekruist’. Hij werd op 23 juni 1904 met zijn echtgenote Petronella Alida van Harlingen (geb. 's-Gravenhage 22 december 1871) en hun zoontje Ary (geb. Maarn 17 juli 1900) ingeschreven in het Bevolkingsregister van Zierikzee.
Met grote slagvaardigheid begon Van Beuge aan zijn werk. Hij deed zieken- en huisbezoek, gaf les op de zondagschool en bezocht de Christelijke Jongelingsvereniging. Hij verzocht het Comité te zoeken naar een lokaal waar hij zondagsavonds, als er geen orthodoxe predikant preekte, zelf kon voorgaan. Het Comité wist de Concertzaal af te huren waar Van Beuge voorging voor een schare van 2 à 300 mensen. Baron Van Dedem stelde een lokaal aan het Karsteil ter beschikking waar evangelist Van Beuge 50 kinderen catechetisch onderwijs ging geven. Men scheen het met Van Beuge goed getroffen te hebben, doch de blijdschap was van korte duur. Hij bleek een heerszuchtig en streng type te zijn, met wie uiteindelijk niet viel samen te werken. Het aantal bezoekers van de diensten op zondagavond verminderde tot de helft. Het aantal catechisanten daalde tot vijf. Een en ander was aanleiding om Van Beuge dan ook in 1906 over te plaatsen naar Oostburg. Zijn opvolger werd, in 1907, de evangelist C. Taanman, die van confessionele richting was. Op 18 augustus werd Taanman (4) door ds. P.F. van den Berg ingeleid.
Inmiddels was het Comité, nog in 1906, erin geslaagd een eigen gebouw te huren. Het voormalig evangelisatielokaal in de Lange Nobelstraat werd door één van de contribuanten, jkvr. J.E. Schuurbeque Boeije, verhuurd aan het Comité, evenals de erbij behorende woning als woonhuis voor Taanman. Voortaan werden in dit pand de avonddiensten en de catechisaties gehouden. Taanman zette het werk van zijn voorganger op energieke wijze voort. Hij begon dadelijk met het houden van ‘Kinderkerk’ op zondag. Dit bleek al spoedig een goed geslaagd initiatief te zijn. In overleg met ds . Van den Berg gaf Taanman catechisatielessen. Met de inhoud van busjes, aangebracht bij onder andere Jkvr. Schuurbeque Boeije en M. Reijnhoudt, kon Taanman diakonaal werkzaam zijn. Regelmatig preekte Taanman op zondagavond in het lokaal in de Lange Nobelstraat waar bij zijn afwezigheid ook wel hervormde predikanten of evangelisten voorgingen. Taanman was zeer actief waar het huis- en ziekenbezoek gold. In 1910 bracht hij maar liefst 1013 huisbezoeken en 114 ziekenbezoeken. Hij deelde 500 gratis christlijke blaadjes uit, bracht 52 preken op de politiepost en deelde boekjes en kalenders uit op de kinderkerk. Het hele gezin van Taanman was actief. Zijn vrouw assisteerde bij het ziekenbezoek en de dochters bespeelden het orgel tijdens de diensten. Door de bemoeiingen van Taanman kon in 1908 een eigen orgel worden aangeschaft.
Ook in het hervormd verenigingsleven was de godsdienstonderwijzer actief. De Christelijke Jongelingsvereniging (CJV) benoemde hem tot zijn voorzitter. Diezelfde functie bekleedde hij bij de Christelijke Werkmansbond, afdeling Zierikzee. In zijn functie als voorzitter van de CJV. was Taanman actief ten aanzien van de anti-kermisvergaderingen. Hoewel de Hervormde Gemeente te Zierikzee een tweede orthodoxe predikant miste bleek Taanman een goede vervanger te zijn. Dat alles veranderde plotsklaps in 1910. Ds. Van den Berg, de zo actieve predikant, overleed plotseling. De kerkenraad erkende Taanman niet als godsdienstonderwijzer. Taanman werd in 1911 in Zutphen benoemd en vertrok in mei van dat jaar.
Het Comité besloot op 1 april 1911 de ontstane vacature niet te vervullen (5). Kort daarop bedankten drie bestuursleden: de nieuwe voorzitter A. J. de Looze (hij was ds. P.F. van den Berg als zodanig opgevolgd), secretaris Corn. van Westen Pzn. en bestuurslid L. van Damme. Zij zagen niet langer het nut ervan in het Comité te laten voortbestaan. De Kerkelijke Kiesvereniging dacht daar echter anders over en besloot met de drie overgebleven Comité-leden verder te gaan. Zij moesten allereerst trachten een kastekort van 100 gulden weg te werken. De voornaamste reden om het Comité te laten voortbestaan was gelegen in de avonddiensten. De behoefte aan orthodoxe avonddiensten was sinds het bestaan van het Comité overduidelijk gebleken. Er was een Comité nodig om deze avonddiensten mogelijk te maken. Het huren van het eigen kerkgebouw was niet mogelijk, omdat men dit nodig had op momenten dat daar een (moderne) predikant voorging. De Nieuwe Kerk was bovendien te duur door de verwarmingskosten voor een relatief te kleine groep kerkgangers. Men bleef daarom gebonden aan het eigen lokaal waarvoor trouwens een huurcontract bestond. Bovendien kon het Comité de kosten betalen van het laten voorgaan van predikanten.
Op 27 juni 1911 besloot de Kiesvereniging de naam van het Comité te veranderen in: Comité tot het hebben van een Evangelisatie. Al spoedig werd dit: Comité voor Evangelisatie. De nieuwe orthodoxe predikant ds. J. Gouverneur zorgde ervoor dat alle rechtzinnige predikanten enkele malen bij toerbeurt preekten in het lokaal waar hij zelf voorging. Ook de kinderkerk werd voortgezet. Per 1 januari 1913 werd deze echter stopgezet wegens een te geringe opkomst. Ook de busjes voor diakonaal werk moesten in 1913 overgedragen worden, zodat uiteindelijk de ‘evangelisatie’ als enigste taak overbleef voor het Comité. Hiermee: het organiseren van orthodoxe avonddiensten op zondag, ging het aanvankelijk zeer goed. Trouw kwamen de predikanten van Noordgouwe, Haamstede, Serooskerke, Elkerzee, Zonnemaire, Kerkwerve, Burgh, Sirjansland en Bruinisse naar Zierikzee.
Nieuwe moeilijkheden bleven het Comité echter niet bespaard. In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit en Zierikzee werd garnizoensplaats. Het lokaal in de Lange Nobelstraat werd gevorderd als hospitaal. Een oplossing voor dit probleem werd gevonde door toestemming van de kerkeraad van de Lutherse Gemeente te Zierikzee om hun kerkgebouw te mogen gebruiken. Een ander, veel moeilijker probleem kwam naar voren rond ds. Gouverneur. Hij moest constateren dat hij in de avonddiensten vaak personen zag, die niet bij hem in de hervormde kerk kwamen of niet ter catechisatie kwamen. Hij weigerde dan ook verdere medewerking. Voor de andere predikanten was er nu het probleem: wel of niet voorgaan in de ‘Evangelisatie’. Het bestuur wist in 1915 vrijwel alle predikanten weer te bewegen tot medewerking, doch door de weinig tegemoetkomende houding van ds. Gouverneur bleef het stroef lopen. Door de distributie, die de Eerste Wereldoorlog met zich meebracht, werden de verlichtingsartikelen zeer schaars. Het gebruik van de Lutherse kerk werd daarom onmogelijk.
In 1917 werd dan ook uitgeweken naar het Evangelisatiegebouw van Jeruel. Velen ergerden zich daaraan. Deze evangelisatie ging namelijk uit van personen, die met de hervormde kerk hadden gebroken. Het Comité dreigde haar steeds kleinere kring van contributanten kwijt te raken (in 1917 waren er nog 34). Niet alleen van ds. Gouverneur kwam tegenwerking. Ook de andere rechtzinnige predikanten kregen steeds meer bezwaren. Debet daaraan was ongetwijfeld dat het bezoek zeer verschillend was afhankelijk van wie er preekte (5). Alleen ds. Beernink (Elkerzee), ds. Jäpchen (Haamstede) en ds. Waardenburg (Bruinisse) bleven hun medewerking toezeggen. Ds. Gouverneur werd meer en meer een beslist tegenstander van de evangelisatie.
In 1918, de Eerste Wereldoorlog was beëindigd, kwam er nieuw probleem. De eigenaar van het lokaal in de Lange Nobelstraat had dit, na ontruiming door het leger, verkocht aan de Oud Gereformeerde Gemeente. De evangelisatie deed de banken over aan deze gemeente voor ƒ 175. Voor de evangelisatiediensten bleef men aangewezen op de Lutherse kerk en Jeruel. Van de acht daarvoor in aanmerking komende predikanten waren er slechts drie bereid in Zierikzee te komen preken. De bezwaarde predikanten wilden eerst een bespreking met ds. Gouverneur. Het bestuur verwachtte daar niets van: ‘de tegenwerking is nog meerder geworden’. In 1919 moest definitief naar Jeruel uitgeweken worden. De koster van de Lutherse kerk wilde niet langer meewerken. Door de geringe medewerking van predikanten van het eiland werden ook dominees van elders benaderd. Zo onder meer ds. Netelenbos (die uit de Gereformeerde Kerken was overgekomen naar de Hervormde Kerk). De hoge kosten maanden echter tot voorzichtigheid.
Opheffing
In 1921 besloot men nog eens een poging te doen bij de Kerkvoogdij om de Kleine Kerk te mogen gebruiken voor de Evangelisatiediensten. Ds. Gouverneur was inmiddels vertrokken. Na de komst van zijn opvolger, ds. J.G. Steenbeek, werd een bespreking gearrangeerd met drie rechtzinnige kerkvoogden (mr. P. van der Elst, A.J. van Schelven en P.D. de Vos). Er werd overeenstemming bereikt over het gebruik van de Kleine of Gasthuiskerk. Deze werd beschikbaar gesteld voor de avonddiensten van de Evangelisatie. De eerste en tweede collecte zouden voor de Kerkvoogdij en Diaconie zijn en de derde voor de Evangelisatie, behalve wanneer ds. Steenbeek preekte; dan was deze derde collecte eveneens voor de Kerkvoogdij. De evangelisatiediensten zouden voortaan beschouwd worden als offciële diensten. Ds. Steenbeek organiseerde voortaan de vervulling van deze diensten. Door deze opzet was de evangelisatie volledig binnen het kerkelijk vaarwater gebracht. Het Comité werd praktisch overbodig. Zij betaalde slechts nog de honoraria voor de dominees van elders. Doordat de predikanten in de regel er niet op wezen dat de 3e collecte bestemd was voor het bestrijden van de onkosten teerde het Comité op drastische wijze in op haar kapitaal. Het aantal contribuanten verminderde voortdurend; in 1924 waren er nog 21. In het laatstgenoemde jaar besloot de Kerkvoogdij voortaan alle predikanten te betalen en de 3e collecte aan zichzelf te houden. Hierdoor was het Comité geheel buiten de werkzaamheden geplaatst. Het bestuur stelde dan ook voor het Comité op te heffen. Aldus werd besloten op 24 maart 1925.
Het archief, dat 1 doos omvat, werd aangetroffen in een portefeuille bij de archieven van de Hervormde Gemeente te Zierikzee. Wellicht is het door W.P.L. Bakker, onder andere notabel, zoon van de laatste secretaris-penningmeester W.J. Bakker, bij deze archieven gedeponeerd. Doordat de portefeuille waterschade heeft opgelopen is ook een aantal archiefstukken aangetast. Het archief is niet compleet. Onder meer ontbreken de notulen, 1904-1918 en een kasboek (6).
Inventaris
3 Ingekomen stukken en concepten en afschriften van uitgegane stukken, 1914-1922. 1 omslag
5417 Comité voor Evangelisatie te Zierikzee, 1904-1925
Inventaris
3
Ingekomen stukken en concepten en afschriften van uitgegane stukken, 1914-1922. 1 omslag
Datering:
1914-1922
Vorm:
1 omslag
Raadpleegvestiging:
Zierikzee, Laan van St. Hilaire
Organisatie: Zeeuws Archief

Kenmerken

Datering:
1904-1925
Andere namen:
Comité tot het hebben van een godsdienstonderwijzer
Vestigingsplaats:
Zierikzee
Omvang:
0,12 m.
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris (oud nr 417)
Jaar bewerking:
1983
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Zierikzee, Laan van St. Hilaire
Collectie:
Gemeente Schouwen-Duiveland