5021 Gemeente Westenschouwen, 1678-1810 ( Zeeuws Archief )
5021
Gemeente Westenschouwen, 1678-1810
Inleiding
In een charter van 1296 geeft Jan, hertog van Brabant aan het dorp ‘Taleboits einde ter nieuwer sluyse’ tolvrijdom voor zijn gebied. Men neemt algemeen aan dat hiermee het latere Westenschouwen bedoeld wordt. Het dorp is dus reeds zeer oud, met al vroeg een belangrijke haven. De bloei van Westenschouwen nam vooral toe na het vergaan van Oud-Dreischor aan het eind van de dertiende eeuw, toen de schippers uit Zierikzee hier een veilige ligplaats vonden. De kroniekschrijver Reigersbergh verhaalt dat het in de Middeleeuwen één van de belangrijkste havens van Zeeland was, vanwaar veel koopvaarders naar oost en west voeren; de visserij bloeide en er voeren meer haringbuizen af dan van enige haven op Walcheren. In de bloeitijd telde men er niet minder dan 28 rijnse-wijn herbergen. Het verval kwam snel en onverwacht. ‘Westenschouwen! 't Zal u rouwen, Het ontroven mijner vrouwe; Westenschouwen zal vergaan slechts de toren zal blijven staan.’ Dit sprak de meerman toen zijn wederhelft door de vissers van Westenschouwen was gevangen genomen volgens de legende.
De haven slibde dicht en in de zestiende eeuw was de plaats reeds zo vervallen dat er nog slechts een tiental huizen over waren. De toren van Westenschouwen werd in 1845 voor afbraak verkocht. De vliedberg die 300 meter ten zuiden van de toren lag, werd tussen 1847 en 1874 geheel afgegraven.
Westenschouwen bezat als zelfstandige heerlijkheid zijn eigen rechtbank bestaande uit een schout, vijf schepenen en een secretaris. Deze zullen oorspronkelijk hun bijeenkomsten in het dorp zelf gehouden hebben, doch in de zeventiende en een deel van de achttiende eeuw werden de vergaderingen gehouden op het ‘plaatsenhuys’ te Haamstede. Het rechtsgebied strekte zich uit over een deel van de polder Westland, de ‘polder’ de Meipacht en het geheel door de zee verzwolgen Oude-Nieuwland. Lange tijd behoorde de heerlijkheid aan de ambachtsheren van Haamstede. In 1677 kwam het door koop in bezit van de raadpensionaris in Zeeland, Pieter de Huybert. In 1678 werd de heerlijkheid genaast door Jacob de Witte, heer van Haamstede, wiens dochter Cecilia het te huwelijk bracht aan Johan de Huybert. Sedertdien volgde het een eigen weg. De gemeente Westenschouwen werd in 1816 bij de gemeente Burgh gevoegd.
laatste wijziging 04-12-2021
3 beschreven archiefstukken
Inventaris
-- Ingekomen en minuten van uitgegane stukken, 1743, 1751, 1756, 1776, 1777, 1778-1800, 1803, 1804, 1809. 1 omslag
5021 Gemeente Westenschouwen, 1678-1810
Inventaris
--
Ingekomen en minuten van uitgegane stukken, 1743, 1751, 1756, 1776, 1777, 1778-1800, 1803, 1804, 1809. 1 omslag
Datering:
1743, 1751, 1756, 1776, 1777, 1778-1800, 1803, 1804, 1809
Vorm:
1 omslag
NB:
Opgenomen in het oud-archief van de gemeente Burgh onder inv.nr. 600.
Raadpleegvestiging:
Zierikzee, Laan van St. Hilaire
Organisatie: Zeeuws Archief
laatste wijziging 06-03-2020
laatste wijziging 04-12-2021
3 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1678-1810
Vestigingsplaats:
Westenschouwen
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris (oud nr 21)
Jaar bewerking:
1972
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Zierikzee, Laan van St. Hilaire
Collectie:
Gemeente Schouwen-Duiveland
Categorie:
laatste wijziging 04-12-2021
3 beschreven archiefstukken