Uw zoekacties: Waterschap Hengst- en Rummersdijk, 1687-1965

3819 Waterschap Hengst- en Rummersdijk, 1687-1965 ( Zeeuws Archief )

Hulp bij uw onderzoek.
De informatie in deze website is zeer divers en bedoeld voor mensen met een belangstelling voor historisch of genealogisch onderzoek.
Wij trachten de informatie zo eenvoudig mogelijk te houden, maar beseffen ook dat de aard van de informatie soms wel enige studie of historische inzicht vereist.

Zoeken en bladeren

  • Bladeren
    De meest eenvoudige manier van werken is het zoeken te starten zonder zoekterm. U kunt dan bladeren door alle aanwezige toegangen.
  • Eenvoudig zoeken
    Wilt u een specifieker resultaat dan adviseren wij u te starten met één zoekterm. Het resultaat dat u krijgt voldoet aan de zoekterm. U kunt het resultaat verder verkleinen door meerdere zoektermen op te geven.
  • Uitgebreid zoeken
    Kiest u voor uitgebreid zoeken dan kunt u afhankelijk van de situatie meerdere zoekvelden invullen, waarna het resultaat zal voldoen aan de specifieke zoekactie. In iedere veld kunnen meerdere zoektermen worden ingevuld.
  • Zoektermen combineren
    Zoektermen worden gecombineerd De zoekfunctie voegt automatisch "en" toe tussen de verschillende zoekmogelijkheden die worden gebruikt. Zo kunnen 'zoeken met alle woorden' en 'zoeken met één van de woorden' worden gecombineerd.
  • Booleaanse operatoren
    Normaal worden meerdere zoektermen altijd gecombineerd met AND. U kunt bij het zoeken in een zoekveld ook gebruik maken van de Booleaanse operatoren: NOT en OR. De zoekacties met NOT beperken het zoekresultaat, terwijl OR veel meer resultaten oplevert.
    OR wordt vooral geadviseerd bij een bekende variatie op de schrijfwijze, bijvoorbeeld:
    - Den Haag OR ’s-Gravenhage
    - Vereeniging OR Vereniging
  • Woordcombinatie
    Wilt u zoeken met een woordcombinatie in een vaste volgorde (bijv. Vereniging tot behoud van natuurmonumenten), zet deze woorden dan "tussen aanhalingstekens".

Verfijnen
In de meeste gevallen zal naast het zoekresultaat een mogelijkheid tot verfijnen worden aangeboden. Verfijnen kan bijvoorbeeld op materiaalsoort, maar in andere gevallen op plaats en straat. Dit is afhankelijk van het archiefmateriaal dat geselecteerd is.

Sorteren
De resultaten staan gesorteerd in een standaard sortering. Dit kan per toegang verschillend zijn. In de meeste gevallen kan voor een andere sortering worden gekozen.

Digitaliseren op verzoek
Zie http://www.zeeuwsarchief.nl/over-ons/tarieven

beacon
 
 
Inleiding
1. Ligging en grootte
2. Begrenzing
3. Geschiedkundig overzicht
3819 Waterschap Hengst- en Rummersdijk, 1687-1965
Inleiding
3.
Geschiedkundig overzicht
Organisatie: Zeeuws Archief
Aangezien de resoluties van de vergaderingen van de "groote ende smalle gelanden" slechts voorhanden zijn vanaf het jaar 1687 en enkele volgende jaren in de 17e en 18e eeuw, weten we over de geschiedenis van Hengst- en Rummersdijk betrekkelijk weinig. De notulen van de gehouden vergaderingen beginnen eerst in het jaar 1846 en kennen ook dan nog enkele hiaten.
We zullen de in de beschikbare resoluties en notulen voorkomende feiten, die belangrijk zijn voor de geschiedenis behandelen, doch menen eerst, na een ingesteld onderzoek in archieven elders en in bronnen de oudst bekende geschiedenis van het waterschap vooraf te moeten laten gaan. De oudste gegevens die we vonden zijn uit het jaar 1221, toen Otto, bisschop van Utrecht, aan de abt van de abdij Ter Duinen en Coxyde, alle tienden in Hinghesdic, die gelegen waren tussen de dijken van Hossenisse en Hontenisse en de Vogela, Honta, Zut- en Nortmare. Hiermede werden bedoeld de Vogel, de Honte en twee zeearmen waarvan we de ligging niet meer kunnen aangeven. * 
In 1227 werd over deze tienden een overeenkomst gesloten tussen de abt van Ter Duinen en de deken van het kapittel van Onze Lieve Vrouwe-kerk te Kortrijk. In deze akte lezen we over het bestaan van een oud-Hinghesdic, waarin 500 gemet van deze tienden lagen en een Nieuw-Hinghesdic, waarin zich 300 gemeten tienden bevonden. * 
In 1253 werd tussen de abten van de abdijen van Ter Duinen en van Drongen bij Gent een overeenkomst gemaakt, die verschillende geschillen zou moeten oplossen in Hengstdijk. * 
Van de uitvoering was in het jaar 1263 echter niet veel terecht gekomen. In dat jaar deed een scheidsgerecht een definitieve uitspraak, waaraan beide partijen zich moesten houden. De voornaamste punten die geregeld wei-den waren:
I. Ter Duinen moest voor eigen rekening de sluis bij "Coevoetsdilf" onderhouden, zolang haar oliemolen daar in bedrijf zou zijn en de waterleiding door die sluis zou uitwateren.
II. Als in de toekomst de dijk tussen Ossenisse en Oud-Henxdic schade zou lijden, b.v. door inundaties, zouden beide abdijen gezamelijk op hun kosten de schade moeten herstellen.
De abt van Ter Duinen vraagt aan de abdij van Drongen:
I. Betaling voor uit te voeren bedijkingen ten behoeve en bescherming van de eigendommen van Drongen.
II. Betaling voor het maken van. twee sluizen, waardoor de landerijen van Drongen van wateroverlast bevrijd zouden zijn.
III. Ter Duinen zou de dijk tussen Ossenisse en Hontenisse op kosten van Drongen herstellen.
IV. Ter Duinen eiste schadevergoeding voor de schade die de honden van Drongen aan de schapen van Ter Duinen hadden aangericht.
De abt van Drongen vraagt o.a. aan Ter Duinen:
I. Dat het water door Ter Duinen zal opgehouden worden t.b.v. het in bedrijf houden van een slagmolen (oliemolen) van Drongen.
II. Dat Ter Duinen haar wettelijk verschuldigd deel van de kosten zal betalen, die Drongen zich had getroost, omdat zij de dijk van Hinghesdic geheel onderhield. *  Ook de abdij van St. Pieter in Gent had eigendommen in Hengstdijk en verkocht daar in 1334 9 bunder van. *  De "Viesdijk" was een van de belangrijkste binnendijken in heel Hulster-Ambacht. Bij inundaties van de polders in Ossenisse en Hontenisse was deze dijk de enige bescherming om Hulster-Ambacht tegen verdrinking te beschermen. Door de moedwillige inundaties die tijdens de oorlog van Maximiliaan van Oostenrijk tegen de steden Gent en Brugge in 1385 in Ossenisse tot stand gebracht waren, had ook de Viesdijk schade geleden. Dit herstel zou ook ten laste komen van de achtergelegen eigenaren, wier landen door de Viesdijk beschermd werden. Deze meenden hun handen al genoeg vol te hebben aan het herstellen van hun eigen zeedijken. In het proces dat over deze zaak gevoerd werd, werd in 1399 uitspraak gedaan, waarbij o.a. bepaald werd, dat de abt van Ter Duinen en de andere eigenaren van landerijen in Hengstdijk, zorg moesten dragen voor het onderhoud en het herstel van genoemde Viesdijk. * 
Het jaar daarvoor hadden de abten van Baudeloo en van Drongen, de deken van het kapittel van Kortrijk en de eigenaars van gronden in Hengstdijk, wonende in de omliggende polders Grote- en Kleine-Vogel (dus toen nog niet Oost- en West-Vogel genoemd), St. Pauwels-, Lamswaarde-, Haven-, Eeckenisse-, Rietvliet- en Langendam, gereclameerd, dat zij van Ter Duinen een te grote aanslag hadden gekregen voor het herstel van de Viesdijk. Op bevel van de Vlaamse graaf werden de bijdragen tot normale proporties terug gebracht. * 
Ten aanzien van Rummersdijk lazen we, dat in 1444 de deken van het kapittel van Kortrijk aan Everard, abt van Ter Duinen, en aan Antoine de Baenst, baljuw van de Vier Ambachten, alle tienden van de verdronken landen in Rummersdijk, ± 325 gemeten, voor de tijd van 18 jaar in chijns geeft, op voorwaarde dat zij binnen drie jaren deze schorren zullen indijken. * 
Bij de vreselijke stormvloed in 1530, waarbij duizenden mensen in Zeeland verdronken leden Hengst- en Rummersdijk geen schade. Over het herstellen van de in Ossenisse en Hontenisse, bij gelegenheid van de Allerheiligenvloed in 1570 doorgebroken dijken, ontstond een proces. De abt van Ter Duinen eiste, dat de abten van Baudeloo en Drongen, de kerkmeester van de parochie Hengstdijk en de kleine gelanden in Hengstdijk, zouden bijdragen in het herstel van genoemde dijken, die dan toch ook de polders van Hengstdijk beschermden.
De gelanden van Hengstdijk en ook van de Burgpolder weigerden te betalen. Zij beweerden dat de polders van Hengstdijk, groot 1800 gemeten, waarvan 1300 in het bezit van Ter Duinen, rondom in dijken besloten lagen en op 3 plaatsen tegen de zee lagen. Zij hadden de bescherming door de dijken van Ossenisse en Hontenisse niet nodig. Ook de Burgpolder niet, die 500 gemeten groot zijnde, zelf meer dan 1/2 mijl (ruim 3 km.) zeedijk te onderhouden had. De Raad van Vlaanderen deed op 8 oktober 1571 uitspraak in deze zaak en verklaarde de eis van de abt van Ter Duinen niet ontvankelijk.
Bij de Allerheiligenvloed van 1570 werd wel heel Rummersdijk bevloeid. Deze polder was geheel bij particulieren in eigendom. Zij hebben zelf hun landerijen weer herdijkten beverst, zonder aan wie ook een bijdrage te vragen. * 
In de oudst aanwezige resoluties lezen we, dat de gewone jaarvergaderingen, waarin de rekeningen vastgesteld werden, zouden gehouden worden op de eerste woensdag van december en dat betaling van het dijkgeschot diende te geschieden in twee termijnen en wel met Kerstmis en op St. Jansdag. Uit de resoluties van het jaar 1690 menen we te moeten constateren, dat het beleid de bestuurders nogal wat uit de hand gelopen was. De vergadering van ingelanden besloot in genoemd jaar naast de dijkgraaf, rentmeester Bornius, en penningmeester, Pieter Lesque, twee gezworens te benoemen, waarvan één belast zou worden met de boekhouding. Aangesteld werden op 3 januari 1690 Dingeman de Waele of de Wale (in de rekening van 1690 Jacob genoemd), die tevens boekhouder werd en Joos Lambrecht, respectievelijk schout en burgemeester van de zgn. "dijckweth van de prochie Hengsten Rummersdijk". De ingelanden namen ook nog, wel niet van harte, enkele belangrijke besluiten. Zo o.a., "alle theeringen in toecomende af te schaffen omme redenen dat deselve tot groot exces zijn gecommen, gelijck in de voorgaende reckeningen te sien is".
Bij de "schouwerijen" (schouwing) van straten, wegen en watergangen, zouden dijkgraaf en gezworens op naam van het waterschap geen verteringen meer mogen in rekening brengen. Zij zouden daarvoor een "dukaton" per dag krijgen.
De "jaerlijkse maeltijt", de zgn. "polderrekening" schijnt ook wat uit de hand gelopen te zijn, want er werd, ook in 1690, besloten, dit feest "te limitteren op vijftich guldens". Het meerdere verteer zou "de tavernier ofte erbergier" moeten verhalen op de persoon of personen, die dit zouden besteld hebben. * 
In de vergadering van ingelanden van 29 april 1847 werd geconstateerd, dat de uitwatering via Campen, vanwege de opslibbing van het Hellegat niet meer naar behoren functioneerde, en dat daardoor onberekenbare schade in de achtergelegen polders werd geleden.
"De hoofdingenieur van de waterstaat" hierbij ingeschakeld, adviseerde een geheel nieuw uitwateringskanaal te maken, dat bij Walzoorden in de Schelde zou lozen. De vergadering van de ingelanden ging met dit plan, hoewel het erg duur schijnt geweest te zijn, accoord. * 
In de vergadering van ingelanden d.d.28 februari 1850 maakt de dijkgraaf bekend, dat het plan tot uitwatering via Walzoorden als uiterst kostbaar en weinig doelmatig, op advies van de daartoe ingestelde commissie van onderzoek voor een goede uitwatering als onuitvoerbaar moest beschouwd worden. De vergadering besloot dit plan te laten varen en keurde een ander plan goed, n.l. een "kanaal tot uitwatering strekkende uit de Campensche Zeesluizen en vervolgende langs en door de polders Rummersdijk, Hoogland en 's-Heer Arends en eindigende achter een in de dijk van laatstgenoemde polder te bouwen sluis".
Samen met de andere van de uitwatering gebruik makende polders, Stoppeldijk, Lamswaarde, Dullaert, Oost- en WestVogel, Ser Paulus, Groot-Cambron en Graauw en Langendam, zou een lening van f. 160.000,- gesloten worden tot betaling van de uit te voeren werken.
Nadat het nieuwe uitwateringskanaal nu geheel gereed gekomen was, waren vorengenoemde polders nu geheel door binnendijken omsloten en konden nu aanspraak maken om als binnenpolders en niet meer als waterkerende polders aangemerkt te worden.
Hiertoe werd op 15 februari 1851 een verzoek tot G.S. gedaan, dat op 1 september 1851 aanvaard werd. * 
De stormvloed van maart 1906 heeft aan het waterschap geen noemenswaardige schade toegebracht. Er ontstond wel een gevaarlijke toestand en een doorbraak werd niet uitgesloten geacht. Door de voortdurende zorg van het bestuur en de totale inzet van de polderwerkers kon een invloeiing voorkomen worden. * 
Door de concentratie van de bestaande polders en waterschappen in het oostelijk deel van Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen hielden Hengst- en Rummersdijk op als zelfstandig bestuursorgaan te bestaan.
Per 31 december 1964 droeg het bestuur bestaande uit A.E.C. van Esbroeck, dijkgraaf, J.P.M. van Wesemael en Eug.J.E. Verschueren, gezworens en C.P. Schelfhout, ontvanger-griffier, hun taak over aan het op 1 januari 1965 in werking getreden waterschap Hulster Ambacht te Hulst.
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1687-1965
Andere namen:
Polder Hengstdijk en Rummersdijk, Grote Hengstdijkpolder / Polder Grote Hengstdijk, Kleine Hengstdijkpolder / Polder Kleine Hengstdijk, Rummersdijkpolder / Polder Rummersdijk, Schaperspolder / Polder Schapers, Zoutepolder / Polder Zoute
Regio:
Oost Zeeuws-Vlaanderen
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
1973
Titel publicatie:
T.T.A.B.M. van der Aalst en P.J. Brand, ‘Inventaris van het archief van het Waterschap Hengst- en Rummersdijk, 1687-1965’, in: Gebundelde inventarissen van de oude archieven van het Waterschap Hulster Ambacht 1609-1972 (Hulst : Waterschap Hulster Ambacht, 1979) 105-117
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Terneuzen, Kennedylaan
Collectie:
Waterschap Scheldestromen