3628 Nieuw-Neuzenpolder, 1816-1965 ( Zeeuws Archief )
3628
Nieuw-Neuzenpolder, 1816-1965
Inleiding
Bij K.B. van 19 mei 1815 nr. 23 en 10 sept. 1815 nr. 38 werd aan de compagnie Blemont concessie tot bedijking verleend van de schorren gelegen tussen de Braakman en het Vlaamse hoofd, waarvan zij ten tijde van het Franse gouvernement pachter waren. De zeedijk moest zo gelegd worden dat er nog een strook van 10 Rijnlandse roeden begroeide schorgrond overbleef. Dit hoeft niet mogen verhinderen dat reeds spoedig moest worden begonnen met het aanbrengen van een oeververdediging in de Braakman en later aan de noordzijde. Voor het behoud van de polder werden inlaagdijken en -kaden gelegd in 1859 en in 1869. In 1860, 1865 en 1867 werd verzocht de polder calamiteus te verklaren. Eerst bij K.B. van 16 dec. 1872 nr. 27 werd de polder ingevolge de wet op de calamiteuze polders van 1870, calamiteus verklaard. Het bestuur van de waterkering trad op 1 april 1873 in werking.
De zeesluis lag aan de westzijde aan de geul de Abele. Ter compensatie van de te onteigenen gronden voor de verruiming van het kanaal van Gent naar Terneuzen (1900-1910), werd met het Rijk overeengekomen dat laatstgenoemde een uitwateringssluis naar de Vlooswijkpolder zou leggen, zodat het oostelijk deel der polder via de Rijkswaterleiding kon sueren. In 1912 werd het suatiecontract gesloten. De zeesluis werd in het kader van de verbetering van de deltadijken verlegd naar de spuikom van de Braakmanpolder.
De Nieuw-Neuzenpolder is de enige polder van het waterschap waar zich in 1953 dijkdoorbraken hebben voorgedaan. Na het overlopen van de zeedijk brak deze op drie plaatsen door. Op 12 februari was de polder door een ringkade aan de binnenzijde van het buitenwater afgesloten. Het inundatiewater werd deels op natuurlijke wijze en deels met hevels afgevoerd, zodat deze gronden op 20 febr. weer droog waren.
De zeesluis lag aan de westzijde aan de geul de Abele. Ter compensatie van de te onteigenen gronden voor de verruiming van het kanaal van Gent naar Terneuzen (1900-1910), werd met het Rijk overeengekomen dat laatstgenoemde een uitwateringssluis naar de Vlooswijkpolder zou leggen, zodat het oostelijk deel der polder via de Rijkswaterleiding kon sueren. In 1912 werd het suatiecontract gesloten. De zeesluis werd in het kader van de verbetering van de deltadijken verlegd naar de spuikom van de Braakmanpolder.
De Nieuw-Neuzenpolder is de enige polder van het waterschap waar zich in 1953 dijkdoorbraken hebben voorgedaan. Na het overlopen van de zeedijk brak deze op drie plaatsen door. Op 12 februari was de polder door een ringkade aan de binnenzijde van het buitenwater afgesloten. Het inundatiewater werd deels op natuurlijke wijze en deels met hevels afgevoerd, zodat deze gronden op 20 febr. weer droog waren.
laatste wijziging 23-01-2022
76 beschreven archiefstukken
Inventaris
449-454 Rekeningen, 1823-1963. 6 pakken
3628 Nieuw-Neuzenpolder, 1816-1965
Inventaris
449-454
Rekeningen, 1823-1963. 6 pakken
laatste wijziging 23-01-2022
76 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1816-1965
Andere namen:
Polder Nieuw-Neuzen
Regio:
Midden Zeeuws-Vlaanderen
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
1972
Titel publicatie:
J.P.B. Zuurdeeg, ‘Inventaris van het archief van de Nieuw-Neuzenpolder (Binnenbeheer), 1816-1965’, in: Inventaris van het archief van het Waterschap De Verenigde Braakmanpolders 1653-1966 [...] (Terneuzen : Waterschap De Verenigde Braakmanpolders, 1972) 51-53, 95-96 (inv.nrs 414-470, K-171 - K-189)
Opmerking:
Voor het archief van de waterkering zie toegangen 3648 (1873-1966) en 3602 (1965-1978)
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Terneuzen, Kennedylaan
Collectie:
Waterschap Scheldestromen
Categorie:
laatste wijziging 23-01-2022
76 beschreven archiefstukken