362.1 Rijkswaterstaat Deltadienst, Correspondentie, (1940) 1956-1986 (1990) ( Zeeuws Archief )
362.1
Rijkswaterstaat Deltadienst, Correspondentie, (1940) 1956-1986 (1990)
Inleiding
02. De Ramp
362.1 Rijkswaterstaat Deltadienst, Correspondentie, (1940) 1956-1986 (1990)
Inleiding
02.
De Ramp
Op 29 januari 1953 ontstond bij Schotland een storm die een vloed veroorzaakte welke de Nederlandse kust op 31 januari bereikte. In de nacht van 31 januari op 1 februari begonnen op vele plaatsen manshoge vloedgolven over de dijken te slaan. Dijken bezweken, het achterliggende land werd overstroomd en honderden mensen vluchtten op de daken van hun huizen. De watersnoodramp was een feit. In de provincies Zeeland, Zuid-Holland en Noord- Brabant overstroomde een gebied van circa 150.000 hectare, bewoond door ongeveer 600.000 personen, waarvan er 1.835 het leven verloren. Meer dan 72.000 mensen moesten voor langere tijd worden geëvacueerd, 47.000 stuks vee en 140.000 stuks pluimvee kwamen om in het water. Tevens werden 3.000 woningen en 300 boerderijen verwoest en meer dan 40.000 woningen en 3.000 boerderijen beschadigd. De totale materiële schade werd geschat op ruim anderhalf miljard gulden.
In de dijken waren ongeveer honderd stroomgaten (gaten, die zo groot zijn, dat eb en vloed vrij spel hebben) ontstaan. De ramp had nog veel ernstiger kunnen zijn. Met zeer veel moeite en slechts dankzij de allergrootste krachtsinspanning slaagde men er in een begin van een doorbraak van de Schielandse Hoge Zeedijk bij Ouderkerk aan de IJssel op het laatste moment te dichten. Als dit niet gelukt was, zou het centrale deel van de Randstad geïnundeerd zijn, waardoor de economie van Nederland als geheel gedurende vele jaren ontwricht zou zijn. Met het herstel werd onmiddellijk begonnen. Nog gedurende de rampnacht en de daarop volgende dagen werden talloze bressen gedicht met zandzakken. Deze 'nooddichtingen' werden in de weken erna met steen, matten, kistdammen en scheepjes versterkt, waarna een grondige versterking volgde.
In Noord-Brabant werden deze werkzaamheden gecoördineerd door de Directie Benedenrivieren en het Bureel Dijkverhogingen. In Zeeland werd hiervoor ad hoc de Dienst Dijkherstel Zeeland (DDZ) * opgericht, in Zuid-Holland nam de Provinciale Waterstaat deze taak op zich. De centrale coördinatie van de herstelwerkzaamheden berustte bij de Hoofdingenieur-Directeur van de Directie Benedenrivieren, die hierover rapporteerde aan de Directeur-Generaal van Rijkswaterstaat. De 67 grote stroomgaten werden in de loop van 1953 met behulp van caissons en ander groot materieel gesloten. Nog in hetzelfde jaar, in de nacht van 6 op 7 november, werd op Schouwen-Duiveland het laatste grote stroomgat gedicht. Daarna werden in het rampgebied alle dijken geïnspecteerd en indien nodig verbeterd.
laatste wijziging 10-06-2023
7.325 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 10-06-2023
7.325 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
(1940) 1956-1986 (1990)
Omvang:
395 meter
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
1991-1996
Titel publicatie:
Centrale Archief Selectiedienst (CAS), Archieven van de Deltadienst van Rijkswaterstaat (1940) 1956-1986 (1990). Inventarisreeks Rijksarchief in Zeeland 17 (Middelburg 1998)
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Rijksarchief in Zeeland
Categorie:
laatste wijziging 10-06-2023
7.325 beschreven archiefstukken