3514 Waterschap Sluis aan de Wielingen, 1870-1940 ( Zeeuws Archief )
3514
Waterschap Sluis aan de Wielingen, 1870-1940
Inleiding
Het Waterschap Sluis aan de Wielingen was een zogenaamd uitwateringswaterschap (ook: uitwateringsschap, suatieschap), speciaal ingesteld voor het gezamenlijk beheer van de werken noodzakelijk voor de waterafvoer van een groot aantal deelnemende polders in West-Zeeuws-Vlaanderen. Met ingang van 1 januari 1942 werd het waterschap opgenomen in het Waterschap Het Vrije van Sluis.
Provinciale Staten van Zeeland besloten in hun vergadering van 21 april 1870 tot de oprichting van het Waterschap Sluis aan de Wielingen. Het waterschap was bedoeld voor polders en landerijen voor wie van Rijkswege een nieuwe uitwatering in het voormalig Vierde District van Zeeland zou worden gemaakt, 'en zulks voor zoo veel hunne uitwatering betreft'. In diezelfde vergadering stelden zij het reglement voor het waterschap vast. De eerste vergadering werd gehouden op 11 juli 1870.
De in het waterschap deelnemende polders waren: Groote Sint Anna en Nieuwenhoven, Kleine Sint Anna, Sint Annapolder onder Biervliet, Van den Bekepolder, Biezenpolder, Groote Boom en Godsvlietpolder, Kleine Boompolder, Clarapolder, Cranepolder, Diomedepolder, Beoosten Eedepolder, Bewester Eedepolder, Bewester Eede bezuiden Sint Pietersdijk, polders Eiland en Brandkreek, Aardenburgsche Haven, Sluissche Haven, Groote Jonkvrouw Benoorden, Kleine Jonkvrouw Benoorden, Groote Jonkvrouw Bezuiden, Isabellapolder, Kievittepolder, Lapscheurse Gat, Kleine Lodijk, Magdalenapolder bij Biervliet, Olieslagerpolder, Mariapolder bij Sluis, Kleine Paspolder, Passageulepolder, Robbemoreel-, Gouverneur- en Craijenspolder, Sophiapolder, Versche polder, Prins Willempolder, Groot en Klein Zuiddiepepolder en de Zwinpolder.
De taak van het waterschap was het beheer van de werken die door het Rijk zouden worden aangelegd of al aangelegd waren, verband houdend met de uitwatering. Daaronder rekende men de te leggen sluis nabij het hoofd nr. 33 van de Watering van Cadzand en het kanaal van de sluis naar Bakkersdam. Onder de werken was mede begrepen het kanaal genaamd de Linie of Passageule.
De door het Rijk uitgevoerde werken vonden plaats in de periode 1870-1875. De totale kosten van onteigening van grond, aanleg van de sluis en buitenwerken, kanaal, bruggen en duikers beliepen een bedrag van 790.300 gulden. Gedurende een termijn van tien jaar (1870-1879) betaalde het waterschap jaarlijks aan het Rijk een bedrag van 42.603 gulden.
Op 20 maart 1876 droeg het Rijk de sluis over in beheer en onderhoud aan het waterschap. Daaronder waren mede begrepen het hoofdkanaal, met dijken, wegen, opritten, bermsloten, grondbergingen en de zeewerken van Bakkersdam tot de Wielingen.
Het archief van dit waterschap is, zeker in vergelijking tot vele andere archieven van het Vrije van Sluis, verrassend compleet te noemen. Noemenswaardige problemen deden zich bij de inventarisatie niet voor.
laatste wijziging 13-06-2023
177 beschreven archiefstukken
Inventaris
2. Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
3514 Waterschap Sluis aan de Wielingen, 1870-1940
Inventaris
2.
Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
laatste wijziging 13-06-2023
177 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1870-1940
Andere namen:
Uitwateringswaterschap Sluis aan de Wielingen, Uitwateringsschap Sluis aan de Wielingen, Suatieschap Sluis aan de Wielingen
Regio:
West Zeeuws-Vlaanderen
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
2002
Titel publicatie:
A.J. Barth, ‘Inventaris van het archief van het Waterschap Sluis aan de Wielingen, 1870-1940’, in: ‘[Gebundelde inventarissen van de archieven van de polders en waterschappen van het voormalige Waterschap Het Vrije van Sluis 1518-1977]’ (Terneuzen : Waterschap Zeeuws-Vlaanderen, 2005)
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Terneuzen, Kennedylaan
Collectie:
Waterschap Scheldestromen
Categorie:
laatste wijziging 13-06-2023
177 beschreven archiefstukken