324 Vereniging ter Bevordering van de Verkrijging van Onroerend Goed door Landarbeiders 'Eigen Erf' in West Zuid-Beveland, 1921-1974 ( Zeeuws Archief )
324
Vereniging ter Bevordering van de Verkrijging van Onroerend Goed door Landarbeiders 'Eigen Erf' in West Zuid-Beveland, 1921-1974
Inleiding
De Landarbeiderswet van 1918 bood de mogelijkheid om aan landarbeiders op voordelige voorwaarden geld van het Rijk te lenen om een eigen woning te bouwen op een stuk grond, dat dan in de vrije tijd kon worden bewerkt. De Landarbeiderswet kon door een gemeentebestuur of door een vereniging worden uitgevoerd.
Op 31 maart 1920 vond een bijeenkomst plaats in de Rijkslandbouwwinterschool te Goes, op initiatief van ds J.K.F. Mantz te Wolphaartsdijk, M. de Looze te Waarde en P. Lindenbergh te Wemeldinge met vertegenwoordigers van verschillende gemeenten op Zuid-Beveland teneinde van gedachten te wisselen over de oprichting van een vereniging bedoeld in art. 6a van de Landarbeiderswet 1918, omvattende alle gemeenten van Zuid-Beveland, behalve die waar een dergelijke vereniging reeds bestond: Rilland-Bath(RAZ, Archief Vereeniging ter bevordering van de verkrijging van onroerend goed door landarbeiders gevestigd te Rilland Bath (1919) 1920 - 1985.), Krabbendijke, Kruiningen en Wolphaartsdijk. Daar niemand principiële bezwaren had werd een werkcommissie benoemd, bestaande uit P. Lindenbergh en F. Wabeke uit Wemeldinge, M. de Looze uit Waarde, ds J.H. Buininck uit 's-Heerenhoek, Jac. van der Weele uit Nieuwdorp en A. van Weele uit Ellewoutsdijk.
Nadat op verschillende plaatsen spreekbeurten waren gehouden, waarbij steeds de wens naar voren kwam om één vereniging ter uitvoering van de landarbeiderswet op West Zuid-Beveland te stichten, kon op 5 april 1921 de oprichtingsvergadering worden gehouden. De statuten van de Vereniging ter Bevordering van de Verkrijging van Onroerend Goed door Landarbeiders 'Eigen Erf", gevestigd te Goes, werden goedgekeurd bij KB van 6 december 1921 nr 8 en de toelating volgde bij KB van 10 maart 1933 nr 50.
De vereniging werd enerzijds gevormd door aandeelhouders en anderzijds door leden die jaarlijks contributie betaalden. In de eerste tien jaar van de vereniging konden reeds 53 'plaatsjes' worden gesticht in vijftien Zuidbevelandse gemeenten en werd 10 hectare 'los land' in eigendom verpacht aan 43 landarbeiders.
In de jaren zestig liep de belangstelling voor landarbeidersverenigingen echter drastisch terug en in 1965 werd de Landarbeiderswet ingetrokken. Op de algemene ledenvergadering van 19 juli 1969 werd besloten de vereniging te ontbinden en tot vereffening over te gaan. De officiële liquidatie van de vereniging volgde in 1974.
Het archief werd in 1993 in bewaring gegeven aan het Rijksarchief in Zeeland door een dochter van de penningmeester die de liquidatie had afgewikkeld (RAZ, Aanwinst 1993.56). De omvang van het archief bedraagt 0,1 m. Het archief is openbaar.
laatste wijziging 01-08-2023
12 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Inventaris
3. Niet-archivalische voorwerpen
324 Vereniging ter Bevordering van de Verkrijging van Onroerend Goed door Landarbeiders 'Eigen Erf' in West Zuid-Beveland, 1921-1974
Inventaris
3.
Niet-archivalische voorwerpen
laatste wijziging 01-08-2023
12 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Kenmerken
Datering:
1921-1974
Omvang:
0,1 meter
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
1993
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Rijksarchief in Zeeland
Categorie:
laatste wijziging 01-08-2023
12 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand