Uw zoekacties: Waterschap De Breede Watering Bewesten Yerseke (BWBY), 1530-...

3116 Waterschap De Breede Watering Bewesten Yerseke (BWBY), 1530-1959 (1970) ( Zeeuws Archief )

Hulp bij uw onderzoek.
De informatie in deze website is zeer divers en bedoeld voor mensen met een belangstelling voor historisch of genealogisch onderzoek.
Wij trachten de informatie zo eenvoudig mogelijk te houden, maar beseffen ook dat de aard van de informatie soms wel enige studie of historische inzicht vereist.

Zoeken en bladeren

  • Bladeren
    De meest eenvoudige manier van werken is het zoeken te starten zonder zoekterm. U kunt dan bladeren door alle aanwezige toegangen.
  • Eenvoudig zoeken
    Wilt u een specifieker resultaat dan adviseren wij u te starten met één zoekterm. Het resultaat dat u krijgt voldoet aan de zoekterm. U kunt het resultaat verder verkleinen door meerdere zoektermen op te geven.
  • Uitgebreid zoeken
    Kiest u voor uitgebreid zoeken dan kunt u afhankelijk van de situatie meerdere zoekvelden invullen, waarna het resultaat zal voldoen aan de specifieke zoekactie. In iedere veld kunnen meerdere zoektermen worden ingevuld.
  • Zoektermen combineren
    Zoektermen worden gecombineerd De zoekfunctie voegt automatisch "en" toe tussen de verschillende zoekmogelijkheden die worden gebruikt. Zo kunnen 'zoeken met alle woorden' en 'zoeken met één van de woorden' worden gecombineerd.
  • Booleaanse operatoren
    Normaal worden meerdere zoektermen altijd gecombineerd met AND. U kunt bij het zoeken in een zoekveld ook gebruik maken van de Booleaanse operatoren: NOT en OR. De zoekacties met NOT beperken het zoekresultaat, terwijl OR veel meer resultaten oplevert.
    OR wordt vooral geadviseerd bij een bekende variatie op de schrijfwijze, bijvoorbeeld:
    - Den Haag OR ’s-Gravenhage
    - Vereeniging OR Vereniging
  • Woordcombinatie
    Wilt u zoeken met een woordcombinatie in een vaste volgorde (bijv. Vereniging tot behoud van natuurmonumenten), zet deze woorden dan "tussen aanhalingstekens".

Verfijnen
In de meeste gevallen zal naast het zoekresultaat een mogelijkheid tot verfijnen worden aangeboden. Verfijnen kan bijvoorbeeld op materiaalsoort, maar in andere gevallen op plaats en straat. Dit is afhankelijk van het archiefmateriaal dat geselecteerd is.

Sorteren
De resultaten staan gesorteerd in een standaard sortering. Dit kan per toegang verschillend zijn. In de meeste gevallen kan voor een andere sortering worden gekozen.

Digitaliseren op verzoek
Zie http://www.zeeuwsarchief.nl/over-ons/tarieven

beacon
 
 
Inleiding
1. Algemeen
2. Uitwatering
3. Bestuur
3116 Waterschap De Breede Watering Bewesten Yerseke (BWBY), 1530-1959 (1970)
Inleiding
3.
Bestuur
Organisatie: Zeeuws Archief
De dijkgraven werden in het landsheerlijke tijdperk door de landsheer aangesteld. In de oudste grafelijke rekening van de rentmeester wordt Hendrik Priester als dijkgraaf van de watering vermeld. Deze was in 1318 nog in functie. Ingevolge de ordonnantie van 4 april 1437 van Philips van Bourgondie mocht de dijkgraaf een onderdijkgraaf benoemen, die met het eigenlijke werk werd belast. Dit is echter maar kort zo gebleven. Na ernstige malversaties van de onderdijkgraaf Jan Vilain, die door de dijkgraaf, de heer van Kruiningen werd gedekt, pachtte de stad Goes in 1518 het onderdijkgraafschap en werd burgemeester Cornelis Bertelmeusz tot onderdijkgraaf gekozen. Drie jaar later pachtte deze zelf het dijkgraafschap, waarmee het onderdijkgraafschap geruisloos terzijde werd geschoven. In de ordonnantie van 1437 werd tevens bepaald dat de dijkgraaf 13 gezworenen, uit ieder ambacht één, mocht aanstellen. Een ordonnantie van keizer Karel V gaf de dijkgraaf het recht 13 of meer gezworenen te benoemen. Dit betreft alleen de binnenwatering. De ambachten van buiten de watering hadden aparte dijksbesturen die door de ambachtsheer werden aangesteld. Nadat in 1501 de binnen-en buitenwatering onder gemeenschappelijke contributie waren gebracht, kwam in het begin van de 16e eeuw het toezicht op de buitengewone werken aan de gehele dijkring bij de dijkgraaf en gezworenen van de binnenwatering. Voor dit toezicht werden ook wel mensen tot gezworenen benoemd van buiten de watering. Meestal waren dit leden van het bestuur van het ambacht waar de werken werden uitgevoerd. Door deze dubbele functies werd de samenwerking in niet geringe mate bevorderd. De samenwerking werd steeds ingrijpender. In 1567 werden de kleine waterpenningen die in Wemeldinge, Kattendijke en Yerseke en sedert 1571 ook die in Nisse werden gecontribueerd, afgedragen aan de penningmeester van de watering. In 1582 werd Nisse na een langdurig proces onder gemeenschappelijke contributie gebracht.
In 1586 ontnam de graaf van Leicester het dijkgraafschap van Wemeldinge aan de armbachtsheren en werd Jan Adriaansz. Blancx, die dijkgraaf van de watering was, ook dijkgraaf van Wemeldinge. Deze behield Jan Poortsz. ter Vesten als onderdijkgraaf. In 1587 volgt deze ter Vesten Blancx op in beide functies, waarbij het dijkgraafschap werd geïncorporeerde De ambachtsheer van Kattendijke deed in 1600 voor £ 100 Vls. afstand van zijn recht een dijksbestuur te benoemen en in 1605 deed de ambachtsheer van Yerseke dit voor £ 150 Vls. Voor het eerst in 1607 komen er ook gezworenen van de watering voor in Kattendijke en Wemeldinge ieder één en twee in Yerseke. In 1611 komen hier nog twee gezworenen bij voor het Goesse-, 's-Heer Hendrikskinderen-en Wissekerkeambacht, nadat de watering een suatiecontract met de Goessepolder had gesloten. Alleen Nisse behield nog enkele privileges tot in de 19e eeuw. Er waren toen twintig plaatsen voor gezworenen. Waarschijnlijk werden er vaak niet meer dan dertien aangesteld, terwijl het tractement van twintig over hen werd verdeeld. In de 18e eeuw kende men stadsgezworenen. Bit waren waarschijnlijk de gezworenen die geen opzicht over een kwartier hadden en in de stad woonden. Het was in afwijking met hetgeen voordien gebruikelijk was, nl. om in iedere parochie een gezworene te benoemen. Meerdere malen waren er klachten over het ontbreken van deze stadsgezworenen bij de schouw en andere werkzaamheden van het bestuur. In de Tegenwoordige Staat der Nederlanden, deel X, blz. 328 staat vermeld dat zeven van de dertien gezworenen leden van de regering van Goes zijn, de anderen hadden hun woonplaats in de dorpen gelegen aan de zeewering van de watering. In 1805 waren er van de negen gezworenen drie stadsgezworenen. Zowel de aanstelling van de dijkgraaf als van de gezworenen leverde meermalen moeilijkheden op. In 1662, na het overlijden van de dijkgraaf, benoemden de magistraat van Goes en de gezworenen een nieuwe dijkgraaf.
De Staten van Zeeland beslisten echter dat alleen zij het recht hadden, maar dat volgens oude gewoonten de magistraat en de gezworenen een persoon voor dit ambt mochten voordragen. Waarschijnlijk heeft de dijkgraaf oudtijds de gezworenen benoemd. In de 17e en 18e eeuw werden deze benoemd, nadat de dijkgraaf zijn keus aan de gezworenen had voorgesteld. Tussen 1680 en 1715 benoemde de dijkgraaf echter alleen. Op 21 december 1756 beslisten de Staten van Zeeland, nadat over de medezeggenschap van de gezworenen een geschil was ontstaan, dat het college stemrecht had. In 1778 waren hier opnieuw moeilijkheden over. De dijkgraaf kreeg toen een dubbele stem bij de benoeming, maar moest de kandidaten aan de gezworenen voorstellen. In 1824 meenden het stedelijk bestuur van Goes en het Provinciaal bestuur, dat het bestuur van Goes en de gezworenen gezamenlijk een aanbeveling voor de benoeming van de dijkgraaf moesten opmaken. Het reglement van 28 december 1811 had dit echter veranderd. Alleen de gezworenen waren nu bevoegd. Bij de resolutie van het Departementaal bestuur van 11 februari 1805 werd het aantal gezworenen tot negen teruggebracht. de drie gezworenen zonder district ontvingen ieder f 120,-, de vier buitengezworenen die een district hadden met een zeewering kregen f 249,-on de twee gezworenen bewesten en beoosten de stad ieder f 200,-. De kerfdagen, waarvoor een presentiegeld werd gegeven, werden toen afgeschaft. Spoedig hierna, op 15 mei 1812, werd het aantal op zeventien gebracht, waarvan dertien gezworenen een kwartier toegewezen kregen. Tussen 1814 en 1827 werd het aantal geleidelijk aan ingekrompen tot tien. Hiervan waren er vier belast met een kwartier waarin een zeedijk lag en één met een kwartier van minder belang, waarvoor een toeslag naast het tractement gegeven werd. Eerst in 1863 vervalt het onderscheid tussen de gezworenen. De tien gezworenen, die ieder een kwartier toegewezen kregen ontvingen f 200,-.
De rekeningen werden vanouds op het stadhuis van Goes gesloten. Hierbij waren ook personen aanwezig die niet in de watering gegoed waren. Na een geschil hierover, bepaalde het Hof van Brussel op 27 oktober 1557 dat bij het afhoren van de rekeningen aanwezig mochten zijn: de rentmeester-generaal van Bewesterschelde als opperdijkgraaf, de prelaat van Middelburg en de markgraaf van Veore of hun afgevaardigden, benevens de gedeputeerden van Middelburg en Goes als geërfden, edelen en ambachtsheren die in de watering gegoed waren, het college van dijkgraaf en gezworenen en de brede geërfden. In het welfde jaar ontstond ook een geschil tussen de dijkgraaf en gezworenen en de overige auditeuren van, de rekening over de kosten van processen, verteringen en dergelijke die laatstgenoemde heren zonder last van de dijkgraaf uitgaven en in de rekeningen van de watering verantwoord werden. De Geheime Raad besliste op 7 januari 1558 ten gunste van de dijkgraaf en gezworenen, waarna deze uitgaven in de rekening van 1557 geschrapt werden. Voor het afhoren van de rekeningen was vóór 1558 geen vaste datum vastgesteld. Hierna werd het de maandag na de eerste zondag in de maand maart. In 1714 werd besloten dit voortaan te doen op de tweede maandag in april op het stadhuis te Goes. Sedert 1841 werden de ingelandenvergaderingen in de Prins van Oranje te Goes gehouden. De dijkgraaf en gezworenen vergaderden in herbergen en logementen. In 1761 werd een hofstede aan de Hemeldingse zandweg aangekocht in verband met de "onvrijheid" die door verschillende personen op de vergaderingen werd veroorzaakt, waarna hiervan gebruik werd gemaakt. In 1882 werd de hofstede, die ook verpacht werd, verkocht.
4. Bij het waterschap gevoegde polders
5. Archief en polderhuis
6. Aanwijzingen voor de onderzoekers
7. Literatuur

Kenmerken

Datering:
1530-1959 (1970)
Andere namen:
Waterschap De Brede Watering Bewesten Yerseke (BWBY)
Regio:
Zuid-Beveland
Opheffing:
31-12-1958, opgegaan in Waterschap De Brede Watering van Zuid-Beveland (toegang 3100)
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
1970
Titel publicatie:
J.P.B. Zuurdeeg, Inventaris van het archief van het waterschap De Breede Watering bewesten Yerseke, 1543-1959 ([Goes] 1970)
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Waterschap Scheldestromen