3101 Waterschap Noord-Beveland 1959-1979, (1867) 1959-1979 (1981) ( Zeeuws Archief )
3101
Waterschap Noord-Beveland 1959-1979, (1867) 1959-1979 (1981)
Inleiding
4. Opheffing van het waterschap
3101 Waterschap Noord-Beveland 1959-1979, (1867) 1959-1979 (1981)
Inleiding
4.
Opheffing van het waterschap
Na de Tweede Wereldoorlog is het aantal polders en waterschappen in Zeeland teruggebracht van 387 tot negen in de jaren zeventig.
Desondanks maakten nieuwe ontwikkelingen discussie over het Zeeuwse waterschapsbestel nodig. Bij de koninklijke goedkeuring van het besluit van Provinciale Staten de zorg voor de waterzuivering op te dragen aan de waterschappen, stelde de Minister van Verkeer en Waterstaat dat het financiële draagvlak van de waterschappen te zwak was.
Gedeputeerde Staten reageerden hierop door het in 1976 instellen van twee studiecommissies (één voor Zeeuwsch-Vlaanderen en één voor Noord- en Midden-Zeeland), die tot taak kregen te onderzoeken of de waterschappen in Zeeland verder moesten worden samengevoegd. In 1978 stelde de Studiecommissie waterschapsconcentratie in Noord- en Midden-Zeeland voor de waterschapsconcentratie benoorden de Westerschelde voorshands te beperken tot een samenvoeging van de waterschappen De brede watering van Zuid-Beveland en Noord-Beveland en na realisering daarvan nader te onderzoeken of wederom een waterschapsreorganisatie tot stand zou dienen te worden gebracht. De commissie heeft ermee rekening gehouden dat de grootte van het waterschap Noord-Beveland (omstreeks 8.000 ha) te klein was, als wordt uitgegaan van de landelijke norm van minimaal 20.000 ha. Voorts wees de commissie erop dat de bedoelde samenvoeging de minste gevolgen zou hebben voor de afstand tussen bestuur en bestuurden. Ook signa
leerde de commissie de gelijkenis tussen deze waterschappen wat betreft de wijze van uitvoering van de waterbeheersingtaak * .
leerde de commissie de gelijkenis tussen deze waterschappen wat betreft de wijze van uitvoering van de waterbeheersingtaak * .
Gedeputeerde Staten stemden in met dit advies. De samenvoeging zou volgens het college dienen plaats te vinden door het waterschap Noord-Beveland op te heffen en het gebied van het waterschap te voegen bij het gebied van het waterschap De brede watering van Zuid-Beveland. De Algemene Vergadering van het waterschap Noord-Beveland verzette zich niet tegen de samenvoeging als zodanig, maar had wel bezwaren tegen onderdelen van het voorstel van Gedeputeerde Staten. Zo vond de Algemene Vergadering het onjuist dat niet was voorzien in de mogelijkheid dat enkele hoofdingelanden buiten Noord- of Zuid-Beveland woonachtig konden zijn.
Gedeputeerde Staten kwamen aan deze bezwaren gedeeltelijk tegemoet. De mogelijkheid werd geopend dat in het totaal vier hoofdingelanden buiten het waterschapsgebied woonden. Op 5 oktober 1979 aanvaardden Provinciale Staten het (aangepaste) voorstel van Gedeputeerde Staten. Hun besluit hield in dat het waterschap Noord-Beveland per 1 januari 1980 werd opgeheven. Gelijktijdig werd het waterschap De brede watering van Zuid-Beveland uitgebreid met Noord-Beveland en omgedoopt tot waterschap Noord- en Zuid-Beveland.
Dit waterschap is als gevolg van de fusie met de waterschappen Schouwen-Duiveland, Tholen en Walcheren en het wegschap Walcheren per 1 januari 1996 opgegaan in het waterschap Zeeuwse Eilanden.
laatste wijziging 10-06-2023
192 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 10-06-2023
192 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
(1867) 1959-1979 (1981)
Andere namen:
Noord-Bevelandpolder
Regio:
Noord-Beveland
Instelling:
1-1-1959
Opheffing:
31-12-1979, opgegaan in Waterschap Noord- en Zuid-Beveland (toegang 3100)
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
1997
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Waterschap Scheldestromen
Categorie:
laatste wijziging 10-06-2023
192 beschreven archiefstukken