2515 Kamer van Retorica 'Missus scholieren' te Veere, 1530, 1590-1794 ( Zeeuws Archief )
2515
Kamer van Retorica 'Missus scholieren' te Veere, 1530, 1590-1794
Inleiding
1. Rederijkers in de Nederlanden
2515 Kamer van Retorica 'Missus scholieren' te Veere, 1530, 1590-1794
Inleiding
1.
Rederijkers in de Nederlanden
Kamers van retorica of rederijkerskamers waren gilden van burgers die daadwerkelijk en volgens de regels de kunst der schone letteren wilden beoefenen. Ze verzorgden toneelopvoeringen, voordrachtwedstrijden en maakten op bestelling gelegenheidsverzen.
Hun oorsprong zou gezocht kunnen worden in de reeds bestaande verenigingen 'ghesellen vander kercken', 'ghesellen vander stede', 'de ghesellen van den spele' die in de loop van de 15e en 16e eeuw, naast andere gilden en broederschappen, een wettig statuut ontvingen. De mogelijkheid bestaat dat kerkelijke verenigingen, die de geestelijken hielpen bij processies en het opvoeren van toneelspelen, met meer wereldlijk gerichte verenigingen, die zich bezighielden met toneel en (of) literatuur, zijn samengesmolten.
Deze spelers en dichters vervulden een niet onbelangrijke sociale functie en werden dan ook van overheidswege gesteund. Bij godsdienstige en andere feesten traden zij op, gaven voorstellingen of droegen gelegenheidswerk voor. Zij werden hiervoor vergoed door de stadsbesturen die aldus zorgden voor ontspanning en 'recreatie' van de bevolking.
Vooral in de 16e eeuw waren het de rederijkers die in hun spelen misstanden op kerkelijke en politieke terrein hekelden. Hun literaire betekenis is gering geweest. Hun cultuur-historisch belang moet hoger worden ingeschat. Zij hebben bijvoorbeeld in sterke mate de eenheid van taal en cultuur in de Nederlanden in de hand gewerkt en zijn uitstralingspunten geweest van de nieuwe ideeën. In zekere zin is hun rol vergelijkbaar met die van de pers en andere voorlichtingsmedia in de tegenwoordige tijd: zij spraken uit, wat velen min of meer voelden en dachten en gaven met hun spelen en geschrift ten tevens leiding aan de openbare mening. In de 17e eeuw zou het literaire aspect van de kamers de overhand krijgen. Later kwam het qezelligheidsaspect op de voorgrond te staan. Uit de in het archief bewaard gebleven rekeningen blijkt een prettige eet- en drinkcultuur. Het gezegde 'Rederijkers kannekijkers' was dan ook niet voor niets.
Hoewel niet meer toonaangevend op literair gebied, zullen de kamers in de noordelijke gewesten op het platteland ook nog tot de eerste helft van de 18e eeuw actief blijven. In de Zuidelijke Nederlanden zijn ze eigenlijk nooit helemaal uitgestorven. De Haarlemse rederijkerskamer 'Trou moet blijken', de enige nog sinds de middeleeuwen bestaande Noordnederlandse kamer leeft voort als een herensociëteit.
laatste wijziging 21-08-2020
28 beschreven archiefstukken
26 gedigitaliseerd
totaal 2.890 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 21-08-2020
28 beschreven archiefstukken
26 gedigitaliseerd
totaal 2.890 bestanden
Regestenlijst
laatste wijziging 21-08-2020
28 beschreven archiefstukken
26 gedigitaliseerd
totaal 2.890 bestanden
Kenmerken
Datering:
1530, 1590-1794
Andere namen:
Kamer van Rhetorica, Rhetoricagilde, Retoricagilde, Rederijkerskamer Veere
Vestigingsplaats:
Veere
Omvang:
1 meter
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
1992
Titel publicatie:
P. Blom, Archief van de Kamer van Retorica Missus Scholieren te Veere 1530, 1590-1794. Veerse Inventaris 2 (Veere 1992)
Inzage:
Studiezaal; deels online
Collectie:
Gemeente Veere
Categorie:
laatste wijziging 21-08-2020
28 beschreven archiefstukken
26 gedigitaliseerd
totaal 2.890 bestanden