Uw zoekacties: Tentoonstelling Schipper mag ik overvaren?, 5 januari - 9 maart 1974

202.60 Tentoonstelling Schipper mag ik overvaren?, 5 januari - 9 maart 1974 ( Zeeuws Archief )

Hulp bij uw onderzoek.
De informatie in deze website is zeer divers en bedoeld voor mensen met een belangstelling voor historisch of genealogisch onderzoek.
Wij trachten de informatie zo eenvoudig mogelijk te houden, maar beseffen ook dat de aard van de informatie soms wel enige studie of historische inzicht vereist.

Zoeken en bladeren

  • Bladeren
    De meest eenvoudige manier van werken is het zoeken te starten zonder zoekterm. U kunt dan bladeren door alle aanwezige toegangen.
  • Eenvoudig zoeken
    Wilt u een specifieker resultaat dan adviseren wij u te starten met één zoekterm. Het resultaat dat u krijgt voldoet aan de zoekterm. U kunt het resultaat verder verkleinen door meerdere zoektermen op te geven.
  • Uitgebreid zoeken
    Kiest u voor uitgebreid zoeken dan kunt u afhankelijk van de situatie meerdere zoekvelden invullen, waarna het resultaat zal voldoen aan de specifieke zoekactie. In iedere veld kunnen meerdere zoektermen worden ingevuld.
  • Zoektermen combineren
    Zoektermen worden gecombineerd De zoekfunctie voegt automatisch "en" toe tussen de verschillende zoekmogelijkheden die worden gebruikt. Zo kunnen 'zoeken met alle woorden' en 'zoeken met één van de woorden' worden gecombineerd.
  • Booleaanse operatoren
    Normaal worden meerdere zoektermen altijd gecombineerd met AND. U kunt bij het zoeken in een zoekveld ook gebruik maken van de Booleaanse operatoren: NOT en OR. De zoekacties met NOT beperken het zoekresultaat, terwijl OR veel meer resultaten oplevert.
    OR wordt vooral geadviseerd bij een bekende variatie op de schrijfwijze, bijvoorbeeld:
    - Den Haag OR ’s-Gravenhage
    - Vereeniging OR Vereniging
  • Woordcombinatie
    Wilt u zoeken met een woordcombinatie in een vaste volgorde (bijv. Vereniging tot behoud van natuurmonumenten), zet deze woorden dan "tussen aanhalingstekens".

Verfijnen
In de meeste gevallen zal naast het zoekresultaat een mogelijkheid tot verfijnen worden aangeboden. Verfijnen kan bijvoorbeeld op materiaalsoort, maar in andere gevallen op plaats en straat. Dit is afhankelijk van het archiefmateriaal dat geselecteerd is.

Sorteren
De resultaten staan gesorteerd in een standaard sortering. Dit kan per toegang verschillend zijn. In de meeste gevallen kan voor een andere sortering worden gekozen.

Digitaliseren op verzoek
Zie http://www.zeeuwsarchief.nl/over-ons/tarieven

beacon
 
 
Woord vooraf
In 1974 organiseerde het Rijksarchief in Zeeland de tentoonstelling Schipper mag ik overvaren?. De tentoonstelling was te zien in de expositieruimte van het rijksarchief van 5 januari tot en met 9 maart 1974.
Bij de tentoonstelling verscheen een 'toelichting', een uit vier pagina's bestaand stencil dat bezoekers konden meenemen, en een 'lijst van stukken', de catalogus met daarin de beschrijvingen van alle geëxposeerde stukken. De laatste was alleen ter inzage in de expositieruimte. Beide uitgaven zijn in deze digitale versie verwerkt.
De tentoonstelling werd samengesteld uit de archieven en verzamelingen van het Rijksarchief in Zeeland (thans Zeeuws Archief) en met bruiklenen van de volgende instellingen en particulieren:
- Algemeen Rijksarchief (thans Nationaal Archief), Den Haag
- Gemeentearchief Goes, Goes
- Gemeentearchief Vlissingen, Vlissingen
- Gemeentearchief Zierikzee (thans Gemeentearchief Schouwen-Duiveland), Zierikzee
- Museum voor Zuid- en Noord-Beveland, Goes
- Stedelijk Museum, Vlissingen
- Documentiecentrum Zeeuws Deltagebied (thans Zeeuws Documentatiecentrum) van de Proivinciale Bibliotheek van Zeeland (thans Zeeuwse Bibliotheek), Middelburg
- Zeeuws Museum, Middelburg.
In de catalogus wordt in de detailgegevens van ieder nummer een volledige bronvermelding gegeven. De aanduiding 'Bron:' verwijst naar een stuk uit de eigen archieven en verzamelingen van het Rijksarchief in Zeeland (thans Zeeuws Archief), de aanduiding 'Bruikleen:' verwijst naar een stuk dat in 1974 van een andere instelling of particulier tijdelijk in bruikleen was verkregen. In de detailgegevens zijn de namen van de meeste bruikleengevers gemoderniseerd, zie voor de eventuele nieuwe naam van een bruikleengever het voorgaande overzicht.
Toelichting
In Zeeland, dat vroeger bestond uit vele eilanden, vormden de veren het middel van vervoer tussen de delen van de provincie en naar de omliggende gebieden. De aanleg van dammen en dijken, de aanslibbing en het droogvallen heeft het aantal veren geleidelijk doen verminderen. De uitvoering van het Deltaplan heeft deze ontwikkeling versneld.
De veren zijn te onderscheiden in enerzijds overzetveren, anderzijds beurt- en marktveren. Bij overzetveren wordt men over een stroom of water recht naar de overzijde of in schuine richting over het water gezet. Onder beurtveren verstaat men gewoonlijk de veerdiensten die de wateren of stromen een eindweegs in hun lengte volgen en - op gezette tijden afvarende - twee of meer plaatsen verbinden, die op grotere afstand zijn gelegen dan bij de overzetveren het geval is. De term marktveer wordt gebruikt voor beurtveren op marktdagen.
Aan wie het veerrecht toekomt heeft het recht om, met uitsluiting van ieder ander, personen en goederen over te zetten c.q. per beurtschip te vervoeren. Het veerrecht behoorde tot de rechten van de souverein, dat wil zeggen aanvankelijk aan de keizer en later voor wat betreft de Zeeuwse eilanden aan de graaf van Holland en Zeeland en ten aanzien van het huidige Zeeuws-Vlaanderen aan de graaf van Vlaanderen. De graaf kon het recht van veer aan zich behouden en het zelf exploiteren door middel van verpachting, waarvan in Zeeland enige voorbeelden bekend zijn tot in de zestiende eeuw. Hij gaf een enkele maal een veer in gebruik tot wederopzegging of voor het leven. Dit laatste deed de graaf in de veertiende en vijftiende eeuw om personen uit zijn hofhouding te belonen voor hun werkzaamheden. Graaf Philips gaf in 1462 de veren van de stad Tholen en Schakerloo in eeuwigdurende erfpacht aan de stad. Gewoonlijk gaf de graaf het recht van veer in leen bij akten van belening met een ambachtsheerlijkheid. Ook kwam het voor dat een persoon alleen met het veerrecht werd beleend.
Van enkele ambachtsheren zijn archivalia uit de Middeleeuwen bewaard gebleven, bijvoorbeeld van leden van het geslacht Van Borssele, onder meer van Frank van Borssele, heer van Sint Maartensdijk, laatste echtgenoot van Jacoba van Beieren, en van de heren van Veere uit dat geslacht, en van bastaardtakken van Bourgondië, afstammelingen van Philips de Goede, die zijn volle nicht Jacoba in 1433 dwong afstand te doen van de graafschappen Holland en Zeeland. Van familieleden van de graaf als heer Jan van Beaumont (overleden 1356), broer van graaf Willem III, zijn archiefstukken bewaard, welke een indruk geven van het gebruik van enige veren in de veertiende eeuw: Welzinge op Walcheren; op het eiland Borssele; in Zuid-Beveland beoosten Yerseke; het veer van (Oud) Campen - later Kamperland -; een veer van Dreischor naar Duiveland en één naar Zierikzee, alsmede van Schakerloo naar Reimerswaal en van de stad Tholen naar Halsteren, later de Boudewijnspolder (thans Auvergnepolder) in Brabant. De ambachtsheerlijkheden zijn in de loop der tijden niet zelden in andere families overgegaan. Hierbij zijn ongetwijfeld archiefstukken verloren gegaan, welke een inzicht hadden kunnen verschaffen in de rechtsgeschiedenis der veren.
Al vermeldt de leenakte van een ambachtsheerlijkheid geen of andere gevolgen dan veren, men moet voor Zeeland aannemen, dat het recht van veer als gevolg is verbonden aan de ambachtsheerlijkheid, tenzij het tegendeel blijkt. Dit wordt bevestigd bij de aanvulling van de keur van Zeeland uit 1495, vastgesteld door de graaf, de latere Keizer Karel V, in 1515. Daarbij werd bepaald welke gevolgen aan alle ambachten waren verbonden, waaronder de veren.
De graaf verstond in de Middeleeuwen sedert 1340 onder de veren niet alleen de overzetveren maar tevens de veren over grote afstanden, welke na 1600 beurtveren worden genoemd. Een aantal ambachtsheren in Zeeland hebben sedert de zeventiende eeuw beurt- en marktveren ingesteld op grond van het hen toekomende recht van veer. De heerlijke veerrechten zijn voor het eerst beknot ingevolge de Franse wetgeving van circa 1800, welke in het latere Zeeuws-Vlaanderen na de afstand van dat gebied aan de Franse republiek in 1795 werd ingevoerd en op de Zeeuwse eilanden in 1811.
Ter uitvoering van wettelijke regelingen stelde de prefect in 1810 vast dat de pachters der veren voorlopig werden gehandhaafd, maar dat zij de pacht ingaande 1 januari 1811 moesten betalen aan de ontvanger van de 'Droits réunis'. De veerpachters hebben aan dit voorschrift voldaan. Ingaande 1 juli 1812 verpachtte de directeur van de 'Droits réunis' zeven veren tussen de Zeeuwse eilanden en over de Eendracht. De overige veren bleven verpacht door of vanwege de ambachtsheren c.q. stadsbesturen onder goedkeuring van de prefect.
De vraag of veerrecht tot de ambachtsgevolgen behoort ondanks dat de leenakte dit gevolg niet vermeld, is ten gunste van de ambachtsheren beslist door de aanvulling van de keur van Zeeland van 1495, gedaan in 1515 door de graaf, de latere Karel V. Omstreeks 1650 heeft de Hoge Raad van Holland en Zeeland in een zaak over Zeeuwse ambachtsrechten ten onrechte het Hollandse stelsel toegepast. Dit kwam erop neer dat de ambachtsheer de gevolgen van zijn ambacht moest bewijzen zo deze niet in de leenakte waren vermeld.
Nadat de ambachtsgerechtigden van Baarland en Kruiningen omstreeks 1880 hun veren tijdelijk hadden opgeheven verjaarde een eventuele vordering tegen de provincie c.q. de provinciale stoombootdienst, welke inbreuk maakte op het monopolie van de ambachtsheren, zodat het heerlijk overzetveer niet meer kon worden uitgeoefend na verloop van dertig jaren. De Verenwet van 1921 heeft een regeling getroffen over het vervallen van de veerrechten tengevolge van niet-gebruik na vijf jaren, of door de feitelijke verlating van het veer gedurende één jaar na het inwerkingtreden van die wet. Ingeval de veerrechten zijn vervallen is ieder bevoegd een veer in te stellen met inachtneming van de wettelijke bepalingen.
Bij het aanleggen van bruggen heeft in Zeeland steeds overleg met en schadeloosstelling van de ambachtsheren plaatsgehad. Elders heeft de overheid geen veerrechten afgekocht, hetgeen tot processen aanleiding heeft gegeven.
Ingeval tengevolge van oorlogstoestand, overstromingen of dreigementen van andere schippers niet kon worden overgezet behoefde de veerman geen pacht te betalen. Later bepaalde de magistraat van IJzendijke in 1692 en het stadsbestuur van Arnemuiden in 1708 dat de pachter nooit aanspraak kon maken op verlaging van de pachtsom. Deze gevallen bleven echter uitzonderingen. In de Franse tijd kon de pachter geen verlaging vragen wegens onvoorziene gebeurtenissen als watervloeden, droogte, ijsgang, overstromingen en dergelijke.
Het instellen van een ander overzetveer naast een bestaand veer is slechts bij drie veren voorgekomen (Duiveland, Kapelle en Zuiddorpe). Degene die het oorspronkelijke veer liet uitoefenen werd in rechte in het bezit gehandhaafd.
In zes gevallen maakte een andere schipper inbreuk op het monopolie van de rechthebbende gedurende de 17e en 18e eeuw. Slechts twee keer werd de overtreder gedaagd voor het plaatselijk gerecht. Slechts in één geval - Oud- en Nieuw-Vossemeer in 1693 -werd de overtreder veroordeeld tot een geringe boete. De andere schendingen van het veermonopolie werden afgedaan met waarschuwingen en een verbod, hetgeen blijkbaar afdoende was.
Gedurende de 17e en 18e eeuw hebben enige malen inbreuken op het monopolie van door ambachtsheren aangestelde beurtschippers plaatsgevonden. Het was toegestaan dat één andere schipper in opdracht van één koopman goederen vervoerde. Behoorden de goederen aan meer personen dan maakte de schipper zich schuldig aan een strafbaar feit.
Gebaseerd op:
G.F. Sandberg, Overzetveren in Zeeland. Zevenhonderd jaar vervoer te water. Historische en rechtskundige beschouwingen, met enige illustraties (Middelburg 1970; 2e herz. druk Arnhem 1978)
G.F. Sandberg, 'Zevenhonderd jaar overzetveren in Zeeland', in: Archief. Vroegere en latere mededeelingen voornamelijk in betrekking tot Zeeland door Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen 1970, 115-124.
Catalogus

Kenmerken

Datering:
5 januari - 9 maart 1974
Toegankelijk:
Tentoonstellingscatalogus
Opmerking:
De documenten die in deze tentoonstellingscatalogus worden beschreven kunnen niet via deze catalogus worden aangevraagd. Ze bevinden zich in andere archieven en verzamelingen, soms zelfs buiten het Zeeuws Archief. Ze moeten via de nummers uit de betreffende inventarissen van die archieven en verzamelingen worden aangevraagd of bij de andere instellingen ter inzage worden gevraagd. Meer informatie hierover is bij iedere beschrijving van een document te vinden in het detailscherm.
Beschrijving:
Catalogus van de tentoonstelling Schipper mag ik overvaren? in het Rijksarchief in Zeeland van 5 januari tot en met 9 maart 1974
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Rijksarchief in Zeeland