159 Kantoor van Waarborg der Gouden en Zilveren Werken, Middelburg, 1814-1888 (1923) ( Zeeuws Archief )
159
Kantoor van Waarborg der Gouden en Zilveren Werken, Middelburg, 1814-1888 (1923)
Inleiding
3. Geschiedenis van de archieven
159 Kantoor van Waarborg der Gouden en Zilveren Werken, Middelburg, 1814-1888 (1923)
Inleiding
3.
Geschiedenis van de archieven
Op grond van de Wet van 26 december 1813 no. 18 werden in de jaren 1813 en 1814 een 13-tal waarborgkantoren ingesteld, tw. te Amsterdam, Arnhem, Breda, Den Bosch, Den Haag, Groningen, Leeuwarden, Maastricht, Middelburg, Rotterdam, Schoonhoven, Utrecht en Zwolle. Daar kwamen in de loop der jaren nog de kantoren te Alkmaar (1852), Roermond (1852) en Roosendaal (1889) bij. In de periode 1868-1928 werden een 9-tal kantoren opgeheven, zodat thans nog 7 kantoren bestaan, tw. te Amsterdam, Den Bosch, Den Haag, Leeuwarden, Rotterdam, Schoonhoven en Utrecht.
In 1976 kwam de Limburgse Rijksarchivaris Smeets ter ore, dat het archief van het Waarborgkantoor te Maastricht zich bevond in het Waarborgkantoor te Den Bosch. Tijdens een door de Brabantse archiefinspecteur Hustinx uitgevoerde archiefinspectie bij het waarborgkantoor te Den Bosch werden eveneens de archieven van de opgeheven kantoren te Breda, Middelburg, Roosendaal, Roermond en Zwolle aangetroffen. Deze archieven waren aldaar geplaatst in opdracht van de Inspecteur van de Waarborg, die op deze wijze meende beter te kunnen voldoen aan de in artikel 8 van de Waarborgwet 1950 gestelde verplichting tot het kosteloos verstrekken van inlichtingen aan een ieder omtrent de betekenis van de verschillende keur- en stempelmerken op platina, gouden en zilveren werken voorkomend.
Vanaf 1977 vonden onderhandelingen plaats met het Ministerie van Financiën inzake de overbrenging (art. 5 AW 1962) van de archieven van de waarborgkantoren naar de Rijksarchiefdienst. Daarbij werd besloten een aantal bescheiden van overbrenging uit te sluiten. Ingevolge artikel 8 van de Waarborgwet 1950 (Staatsblad 1951 nr. 526) is de controleur namelijk verplicht een ieder kosteloos inlichtingen te verstrekken omtrent de betekenis der verschillende keur- en andere stempelmerken voorkomende op platina-, gouden- en zilveren werken. Daarom konden de daarop betrekking hebbende archivalia, nodig voor identificatie van meestertekens welke zijn afgeslagen na 1814, nog niet gemist worden. Voor deze categorieën bescheiden werd opschorting van overbrenging verzocht aan de minister van CRM. Bij het Kantoor van Waarborg, toen gevestigd te 's-Hertogenbosch, ging het om: a. de koperen insculpatieplaten, b. de registers van meestertekens, c. de registers van werkmeesters en d. de aangiften van de werkmeesters. Het wel voor overdracht in aanmerking komende archief werd daarop in 1978 door het hoofd van het Centraal Archief van de Rijksbelastingdienst te Apeldoorn overgedragen aan het Rijksarchief in Zeeland (Aanwinst 1978.73).
Om inzicht te krijgen in de staat en omvang van deze archieven werd - met instemming van de Directie Organisatie van de Belastingdienst - in de periode maart-augustus 1983 een landelijk gecoördineerde archiefinspectie uitgevoerd. De in het daarvan uitgebrachte eindrapport geformuleerde aanbevelingen vormden de uitgangspunten voor een gesprek met de Inspecteur van de Waarborg. Dit leidde ertoe, dat werd besloten zowel de reeds overgebrachte als niet-overgebrachte archieven van de waarborgkantoren tot 1930 voorlopig te concentreren in het Algemeen Rijksarchief te Den Haag om aldaar beschreven te worden. De insculpatieplaten, de stamboeken en overige registers betreffende meestertekens zouden in het Algemeen Rijksarchief blijven berusten, terwijl de overige archiefbescheiden overgebracht zouden worden naar de respectieve Rijksarchieven in de provincie. In de loop van 1984 werden zowel van de Waarborgkantoren, het Goud-, Zilver- en Klokkenmuseum te Schoonhoven en de rijksarchieven in de provincies de chronologisch geordende archieven (totaal circa 30 meter) vanaf 1813 tot 1930 ontvangen en werd een inventarisatie vervaardigd, terwijl in 1985 de archieven van de waarborgkantoren aan de respectieve Rijksarchieven in de provincies werden geretourneerd.
De eerder genoemde, voor de dienstuitvoering nog noodzakelijke, bescheiden (register en insculpatieplaten), bleven toen in het Algemeen Rijksarchief te Den Haag berusten en konden daar ter inzage worden gevraagd. Deze werden uiteindelijk in 1996 alsnog aan de rijksarchieven in de provincies overgedragen. Dergelijke, van het kantoor Middelburg afkomstige stukken werden door het Algemeen Rijksarchief bij akte van 29 augustus 1996 overgedragen aan het Rijksarchief in Zeeland (Aanwinst 1996.53, thans inv.nrs 35-40).
laatste wijziging 22-05-2023
44 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 22-05-2023
44 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1814-1888 (1923)
Andere namen:
Controleur van het Middel van Waarborg en Belasting der Gouden en Zilveren Werken in de Provincie Zeeland
Ressort:
Zeeland
Vestigingsplaats:
Middelburg
Omvang:
3 meter
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
1978
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Rijksarchief in Zeeland
Categorie:
laatste wijziging 22-05-2023
44 beschreven archiefstukken