Uw zoekacties: Eerstaanwezend ingenieurs der Genie te Naarden, Amsterdam en...

84 Eerstaanwezend ingenieurs der Genie te Naarden, Amsterdam en Den Helder-Texel ( Noord-Hollands Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Korte schets van de landelijke organisatie van het korps ingenieurs in de eerste helft van de 19e eeuw
84 Eerstaanwezend ingenieurs der Genie te Naarden, Amsterdam en Den Helder-Texel
Inleiding
1.
Korte schets van de landelijke organisatie van het korps ingenieurs in de eerste helft van de 19e eeuw
Organisatie: Noord-Hollands Archief
Bij het K.B. van 12 maart 1814 werd een "voorlopige" organisatie van het korps ingenieurs vastgesteld, tevens werd daarbij het grondgebied van de Staat verdeeld in 3 directies. Voor 1814 was er nog geen vastomlijnde organisatie, wel bestond er een Koninklijk korps artillerie en genie en het grondgebied van de Staat was ook al in meerdere directies verdeeld geweest. De bovengenoemde 3 fortificatie directies waren: de 1e, de westelijke, die bestond uit Noord- en Zuid-Holland, de provincie Utrecht, de Gelderse Vallei en de eilanden Texel, Vlieland, Wieringen, Marken, Goeree en Overflakkee; de 2e, de oostelijke; de 3e, de zuidelijke.
De formatie van het korps ingenieurs bestond uit een inspecteur-generaal van fortificatiën, een kolonel-directeur voor elke directie, een directeur van het archief van Oorlog en het topografisch bureau, 1e en 2e kapiteins-ingenieurs en 1e en 2e luitenants-ingenieurs. Tevens werden 4 luitenant-kolonels- ingenieurs aangesteld, in de directies op zodanige wijze ingedeeld dat de voornaamste vestingen of posten onder hun onmiddellijk toezicht vielen. Zij namen een positie tussen de directeur der fortificatiedirectie en de Eerstaanwezend ingenieur (meestal een kapitein-ingenieur) in.
Op 18 augustus 1814 werd het grondgebied van de Staat verdeeld in 5 directies; de 1e of westelijke directie veranderde niet. Een nieuwe verdeling van het grondgebied van de Staat, in 6 directies waarbij de 1e directie niet noemenswaardig veranderde, volgde bij het K.B. van 2 september 1815.
De bestaande fortificatie directies werden echter weer opgeheven bij het K.B. van 14 maart 1841. Het grondgebied van de Staat werd toen verdeeld in drie directies, de eerste directie (vrijwel onveranderd) bestond uit de provincies Noord- en Zuid-Holland (met uitzondering van de positie van Ooltgensplaat), Utrecht, Zeeland (met uitzondering van het fort Bath) en aangrenzende delen van Gelderland. In 1849, en wel bij het K.B. van 22 augustus, werden de fortificatiedirecties opgeheven en vervangen door twee inspecties van fortificatiën. Het territoir van de eerste inspectie bestond uit de provincies Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Holland en gedeeltelijk Zuid-Holland. Het bestuur betreffende de dienst der genie in een inspectie werd opgedragen aan een hoofdofficier van het korps als inspecteur van fortificatiën die het personeel van het wapen onmiddellijk onder zijn bevel en toezicht had staan. De Eerstaanwezend ingenieur en het Departement van Oorlog correspondeerden echter rechtstreeks over zaken van weinig belangrijke aard en over zaken die de administratieve dienst betroffen.
2. Plaatselijke dienst van de genieofficier in de eerste helft van de 19e eeuw
3. Archief
4. Literatuur
5. Bijlagen
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1802-1850
Omvang in meters:
5,40
Periode documenten:
1802-1850
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk na transport
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-156. Lijsten van Eerstaanwezend ingenieurs te Naarden, 1813-1847, Amsterdam, ca. 1810-1844, Den Helder-Texel, 1808-1850, en lijst van directeuren van de 1e fortificatie directie, 1808-1850, in de inventaris.
Categorie: