De Bond van Verenigingen voor Kunstmatige Inseminatie bij Dieren in Noord-Holland is opgericht op 13 oktober 1948. De bond was gevestigd te Alkmaar.

Voor kunstmatige inseminatie bestaat, volgens de Beschikking Kunstmatige Inseminatie 1946, een verbod. Voor een ontheffing van dit verbod komen slechts in aanmerking rechtspersoonlijkheid bezittende verenigingen, welke aan de bij of krachtens de beschikking gestelde eisen voldoen. Aan een ontheffing is steeds de voorwaarde verbonden dat de vereniging nauwkeurig de hand zal houden aan haar statuten en reglementen. De vereniging staat onder toezicht van de Provinciale Commissie van Toezicht op de uitvoering van de kunstmatige inseminatie en is gehouden de aanwijzingen van de commissie op te volgen.

De Bond van Verenigingen voor Kunstmatige Inseminatie bij Dieren in Noord-Holland stelde zich ten doel de bevordering van de belangen van de aangesloten leden. Hij trachtte dit te bereiken door de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de leden en het nemen van alle wettige en gepaste maatregelen, die aan het doel bevorderlijk kunnen zijn, zoals het verspreiden van kennis omtrent alle zaken die met de kunstmatige inseminatie verband houden, het voeren van propaganda, het jaarlijks publiceren van alle belangrijke gegevens van de leden en de vertegenwoordiging van de organisaties op het gebied van de kunstmatige inseminatie in alle gewenste aanverwante instanties. De bond werkte hierbij samen met een aantal organisaties, zoals de Provinciale Commissie van Toezicht op de Uitvoering der K.I. in Noord-Holland, het Nederlands Rundveestamboek en de Provinciale Melkcontrole Dienst voor Noord-Holland. De bond streefde zijn doel na als lid van de Federatie van Provinciale Bonden van Verenigingen voor Kunstmatige Inseminatie bij Rundvee in Nederland.

Tot leden van de bond werden toegelaten alle verenigingen voor kunstmatige inseminatie bij dieren, mits zij rechtspersoonlijkheid bezaten en niet in staat van faillissement verkeerden en zij werkzaam waren binnen het werkgebied van de bond. Tot de aangesloten verenigingen behoorden o.a. Alkmaar, Amstelland, Assumburg, Ceres, Dirkshorn, Hollands Noorden, Kennemerland, Oosthuizen, Sijbekarspel, Sloten-Haarlem, Texel en Waterland. Gedurende het bestaan van de bond hebben zich veel fusies voorgedaan. Telde de bond in 1966 nog 11 verenigingen, na de laatste fusie in 1982 bleven er nog slechts 3 over.

De activiteiten van de bond zijn omvangrijk geweest, zowel op het terrein van de uitvoerende, de stimulerende en de bemiddelende activiteiten. Aan uitvoerende werkzaamheden is door het groter worden van de verenigingen in het begin van de jaren '70 langzamerhand een einde gekomen.

In het begin van de jaren '80 is de gehele organisatiestructuur van de veeverbeteringsorganisatie aan een nadere beschouwing onderworpen. Op lokaal niveau leidde dit tot de vorming van Verenigingen voor Veehouderijbelangen. Dit betekende dat de administratie op het gebied van de rundveehouderij, de rundveefokkerij en de gezondheidszorg bij runderen in 1 kantoor waren ondergebracht. Gezien de herstructurering van de veeverbeteringsorganisaties ontstond ook de wens om op provinciaal niveau veranderingen aan te brengen. Zodoende zijn de Bond van Verenigingen voor Kunstmatige Inseminatie bij Dieren in Noord-Holland, de Provinciale Bond van Rundveefokverenigingen en de Stichting voor de Rundveeverbetering per 29 december 1982 opgegaan in de Provinciale Bond voor de Rundveeverbetering en de Rundveehouderij (P.B.R.). De Provinciale Bond voor K.I. is hierdoor op 31 december 1982 opgeheven. De Provinciale Bonden zijn lid geworden van het landelijke orgaan, de Nederlandse Bond voor de Rundveeverbetering en de Rundveehouderij (N.B.R.).