In 1934 werd in de vergadering van Provinciale Staten (PS) van Noord-Holland door enige statenleden een voorstel ingediend waarin Gedeputeerde Staten (GS) uitgenodigd werden het initiatief te nemen tot de oprichting van een Economisch-Technologisch Instituut. Door de ernstige economische moeilijkheden van de jaren dertig (de crisistijd) vonden GS dat, met het oog op toename van de bevolking, het streven naar vermindering van de werkeloosheid en de voortgaande mechanisatie een verdere industrialisatie noodzakelijk maakten.
PS gaven er de voorkeur aan dat de nieuwe instelling een eigen apparaat van de provincie zou worden, omdat men van mening was dat voor deze nieuwe taak, die de provincie op zich ging nemen, een nieuwe dienst noodzakelijk was die rechtstreeks onder toezicht van GS ging werken op dezelfde organisatorische wijze zoals dit bij de provinciale waterstaatsdienst functioneerde. Deze vorm van een eigen dienst wijkt echter af van de vorm die alle andere provincies hebben gekozen. Deze provincies gingen niet verder dan de oprichting van een Economisch-Technologisch Instituut waarmee Noord-Holland dus een unieke positie in nam.
Uiteindelijk werd de ETD op 25 juli 1935, nr. XXX bij besluit van PS, ingesteld.

De dienst werd opgericht met als doel de werkgelegenheid op elk gebied van het economische leven te bevorderen, in de vorm van advisering. De taak van de dienst bestond uit het geven van voorlichting en inlichtingen over onder andere: beschikbare fabrieksruimten en industrieterreinen, vestigingsmogelijkheden in verschillende gemeenten, lonen, belastingen en afzetproblemen.
Tegelijk met de plannen tot instelling van een Economisch-Technologische Dienst kwam de oprichting van een industriebank door de provincie ter sprake. Er werd toen niet tot oprichting overgegaan. Maar reeds in het eerste bestaansjaar van de dienst waren GS tot de conclusie gekomen dat het gewenst was om het werk van de ETD doeltreffender te maken. Daartoe werden in eerste instantie uit het 'Fonds tot gedeeltelijke reservering van de batige saldi' gelden gereserveerd om tot leningen en bijdragen te kunnen overgaan. Toen dit Fonds was uitgeput werd in aansluiting daarop bij Statenbesluit van 30 november 1939, nr. XIX, een 'Fonds van de ETD' ingesteld voor het instandhouden en uitbreiden van bestaande industrieën en het oprichten van nieuwe ondernemingen op voorstel van de ETD. Het Fonds mag banken en andere kredietverstrekkers geen concurrentie aandoen.
Kredieten die ook door anderen kunnen worden verstrekt worden niet uit het Fonds uitgegeven.
Door deze criteria is de taak van het Fonds welbewust beperkt tot die kredieten die zeer veel risico lopen.

Het is de bedoeling met behulp van het Fonds nieuwe arbeid te creëren die rendabel is en daardoor verruiming van de werkgelegenheid in de provincie te verkrijgen.
Op 16 januari 1936 begon de ETD haar werkzaamheden. De nieuwe dienst vond een onderkomen in een kamer in het gebouw van de Provinciale Griffie. Eén dag voor de startdatum trad de heer ir. W. Fuhri Snethlage, toen 39 jaar oud, in dienst als directeur. Ondersteund door een secretaresse/typiste was het zijn taak om de nieuwe dienst gezicht en inhoud te geven in een slechts vaag uitgestippelde en brede taak.
Deze functie heeft hij 25 jaar onafgebroken vervuld, waarna hij op 1 augustus 1961 de pensioengerechtigde leeftijd bereikte. De heer Fuhri Snethlage werd opgevold door de heer drs. J.G. Brautigam.
Na 25 jaar ETD stelde men vast dat de ETD, sinds de naoorlogse jaren, zijn waarde had bewezen door het op een hoger niveau brengen van het economische leven in Noord-Holland.
De ETD verrichtte haar werkzaamheden in samenwerking met andere provinciale diensten.
Vooral de samenwerking met de Planologische Dienst nam in de zestiger jaren in betekenis toe, hetgeen in de werkzaamheden van de dienst steeds meer tot uiting kwam.

Onder invloed van een verslechterend economisch klimaat in de jaren zeventig nam de behoefte aan een bredere en meer aanvallende aanpak toe. In 1975 werd binnen de dienst het Bureau Bedrijfscontacten (BBC) gevormd, dat ondernemers hielp bij vergunningprocedures en voorwaarden verbonden aan subsidies, kredieten of garanties. Tevens hield het BBC zich bezig met promotie, voorlichting en onderzoek bij de vestiging van bedrijven. De Stichting Bedrijfsvoorlichting Noord-Holland (SBNH) werd in 1980 opgericht, het was een samenwerkingsverband tussen bedrijfsleven en overheid, dat ondernemingen hielp bij het signaleren, opsporen en oplossen van knelpunten in de bedrijfsvoering. De ETD verleende steun aan de stichting door het beschikbaar stellen van bedrijfskundige medewerkers en het bieden van huisvesting.

Het werk van BBC en SBNH droeg bij aan het scheppen van nieuwe en aan het behoud van bestaande werkgelegenheid.
Per 1 april 1986 volgde de heer drs. R.M. de Haan de heer drs. B. Vlake op die enkele jaren de directie had waargenomen.
De heer Vlake heeft vooral op intern organisatorisch gebied belangrijk werk gedaan. Er is gestalte gegeven aan de medezeggenschap voor medewerkers en de uitwisseling van gedachten tussen Medezeggenschapscommissie en dienstleiding.
In dit jaar (1986) is ook een veranderingsproces met betrekking tot de organisatie van het gehele provinciale apparaat op gang gebracht. Vooral in 1987, maar ook in 1988 vroeg de reorganisatie veel aandacht, met name de onderdelen die de dagelijkse contacten met het bedrijfsleven onderhielden.
Dit veranderingsproces heeft ertoe geleid dat de ETD in 1989 is opgegaan in de dienst Welzijn, Economie en Bestuur.