Uw zoekacties: Gerechtshof Amsterdam

631 Gerechtshof Amsterdam ( Noord-Hollands Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Organisatie en bevoegdheid van het gerechtshof
2. Inrichting der administratie
631 Gerechtshof Amsterdam
Inleiding
2.
Inrichting der administratie
Organisatie: Noord-Hollands Archief
De administratie van het gerechtshof werd opgedragen aan de griffiers, die werden bijgestaan door de substituut-griffiers en door klerken. Deze protocolleerden onder andere het verhandelde op de terechtzitting en inden de griffierechten.
De strafzaken werden ingeschreven in registers onder het nummer van het parket van de procureur-generaal met de naam van de verdachte, de inhoud van het vonnis van de rechtbank en de datum van het arrest. In het arrestenboek werden de strafarresten geregistreerd en kregen deze een volgnummer, het zogenaamde arrestnummer.
De strafarresten werden op volgorde van het arrestnummer ingebonden evenals de processen-verbaal ter terechtzitting. De processen-verbaal ter terechtzitting zijn verslagen van terechtzittingen, waarin geen arrest wordt gewezen, zoals getuigenverhoor. Zij werden evenals de arresten, opgemaakt door de griffier. In de strafdossiers werden alle bescheiden met betrekking tot de strafzaak gevoegd, zoals het strafdossier van de rechtbank die de zaak in eerste aanleg behandelde, met uitzondering van het arrest en het proces-verbaal ter terechtzitting. De strafdossiers werden op arrestnummer gearchiveerd. In de arrestenklappers werden de namen van de verdachten op hun eerste letter gerangschikt en voorzien van het arrestnummer.
In de raadkamer werden de beroepen behandeld van beschikkingen van de rechtbanken, zoals gevangenhouding en klachten tegen strafvervolging. Deze werden bij rekest aangebracht (de raadkamerrekesten).
De burgerlijke zaken werden geregistreerd of in rolboeken, zoals zaken van de derde kamer, waarin op zittingsdatum de zaken ingeschreven werden of in alfabetische rolboeken, zoals zaken van de eerste en tweede kamer waarin de beide partijen onder de eerste letter van de naam alfabetisch gerangschikt werden met tevens de vermelding van data in het verdere verloop van de procedure.
De zaken kregen een rolnummer die gegeven werd op de ingediende placetten. De placetten zijn korte verzoekschriftjes van de procedures om een burgerlijke zaak aanhangig te maken. Deze placetten vormden tevens een nuttige toegang tot de burgerlijke arresten, omdat naderhand de datum van het eindarrest van de zaak vermeld werd op datum van royement, tevens andere data in het verloop van de procedure. In de rolklappers werden de namen van beide partijen op hun eerste letter alfabetisch gerangschikt en voorzien van een rolnummer.
Ook de door procedures overlegde conclusies in de zaken werden op volgorde van het rolnummer gearchiveerd, er was echter van de periode 1940-1943 ook een bestand van conclusies die op datum van het eindarrest of van royement gerangschikt werden. Van burgerlijke zaken, die ter openbare zitting behandeld werden, werd proces-verbaal opgemaakt, audiëntieblad geheten.
De minuut-arresten werden bij het audiëntieblad gevoegd, wanneer op de zittingsdatum van het audiëntieblad arrest was gewezen. De minuut-arresten werden dus op zittingsdatum ingebonden en per kamer. De minuut-arresten van de vakantiekamer werden gevoegd bij die van de eerste kamer.
De akten van beëdiging werden gevoegd bij het audiëntieblad van de zitting waarop de beëdiging plaatsvond.
De ingekomen rekesten van de burgerlijke zaken werden in registers ingeschreven en voorzien van een volgnummer, het zogenaamde rekestnummer.
In de rekestenklappers werden de namen van de rekestranten en gerekesteerden op hun eerste letter alfabetisch gerangschikt en voorzien van een rekestnummer. De beschikking op het rekest werd ingeschreven of onder het rekest of op een apart blad, dat bij het rekest gevoegd werd. De rekesten met dus de beschikkingen en met bijgevoegde stukken werden op volgorde van het rekestnummer ingebonden.
De griffier van het gerechtshof was tevens beheerder van het gerechtsgebouw. Niet alleen de substituut-griffiers en klerken van het gerechtshof ressorteerden onder de griffier, maar ook het niet-administratief personeel, werkzaam in het gebouw, zoals portiers, stokers, conciërge, kantinepersoneel, schoonmaakpersoneel, en boden van het gerechtshof. De boden van de arrondissementsrechtbank (in hetzelfde gebouw gehuisvest) ressorteerden echter onder de griffier van de rechtbank.
Het personeel van de verenigde bibliotheek van het gerechtshof en arrondissementsrechtbank ressorteerde onder de griffier van het gerechtshof.
3. Bewaring en ordening van het archief
4. Handleiding voor de gebruiker
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1980-1989
Omvang in meters:
316,50
Periode documenten:
1980-1989
Openbaarheid:
niet openbaar
Opheffing openbaarheidsbeperking:
toestemming directeur
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Inventaris in band 631 inv. nrs. 1-2586. Stukken jonger dan 75 jaar zijn niet openbaar. Inv. nrs. 2475-2476, 2521-2524 zijn vervallen.