In de inleiding werd vermeld dat de provincie een aantal fondsen had ingesteld. Deze fondsen waren geen rechtspersoon in de zin der wet, waarbij een bestuur het beheer voerde over het geld, maar eigenlijk een begrotingspost. De volgende fondsen werden ingesteld:

1. Het Monumentenfonds, ingesteld op 11 maart 1948 met als doel instandhouding van monumenten in de provincie. Bij het afscheid van de Commissaris der Koningin Mr. F.J. Kranenburg in 1976 werd de naam van dit fonds gewijzigd in Mr. F.J. Kranenburg-monumentenfonds.

2. Dr. J.E. Baron de Vos van Steenwijkfonds, ingesteld in 1954 ter gelegenheid van het afscheid van de toenmalige Commissaris der Koningin. Uit dit fonds werden, overeenkomstig de doelstellingen, gelden verstrekt aan in de provincie woonachtige kunstenaars. De doelstellingen waren de volgende:
- Het verstrekken van opdrachten aan, c.q. het toekennen van prijzen aan kunstenaars;
- Het verlenen van opdrachten aan kunstenaars door lagere overheden uit Noord-Holland of Noord-Hollandse instellingen;
- Het verlenen van financiële steun aan of het verstrekken van een garantie voor het totstandkomen van belangrijke publicaties op het gebied van wetenschappen en kunsten die op de provincie Noord-Holland betrekking hebben.
In tegenstelling tot de andere fondsen zijn de bescheiden van dit fonds na schoning integraal bewaard, omdat het eigen beleid betreft en de onderwerpen waarop ze betrekking hadden een goed overzicht geven van het culturele leven in de provincie.
Het fonds is in 1992 opgenomen in de deelverordening "aanbod subsidies professionele kunsten".

3. Fonds Dorpshuizen en wijkcentra. Uit dit fonds werden bijdragen verstrekt voor de bouw van dorpshuizen en wijkcentra of voor het aanbrengen van voorzieningen.

4. Het Provinciaal Studiefonds. Dit fonds is ingesteld omdat in veel, vooral kleinere, gemeenten algemene studiefondsen ontbraken.

5. Fonds voor de Stichting van Culturele Centra. Dit fonds had tot doel om door middel van financiële bijdragen te leveren aan de bouw van schouwburgen en concertzalen op regionaal niveau.

6. Provinciaal Instrumentenfonds. Dit fonds ondersteunde harmonie- en fanfaregezelschappen bij de aanschaf van instrumenten.

7. Fonds voor Sportaccommodaties. Dit fonds verleende bijdragen te verlenen aan de bouw van sporthallen en sportzalen.

8. Fonds voor Jeugdaccommodaties. Het fonds droeg bij in de kosten van het aankopen, stichten, herbouwen, verbouwen of de uitbreiding van accommodaties van jeugd- en jongerenwerk in Noord-Holland, met inbegrip van de daarmee verband houdende kosten van inrichting.
De fondsen onder de nummers 3 tot en met 8 zijn tussen 1959 en 1971 ingesteld en tussen 1990 en 1995 opgeheven.