Uw zoekacties: Kamer van Koophandel en Fabrieken voor West-Friesland en Wat...

464 Kamer van Koophandel en Fabrieken voor West-Friesland en Waterland te Hoorn ( Noord-Hollands Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis van de Kamers van Koophandel en Fabrieken in Nederland
2. De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor West-Friesland en Waterland
464 Kamer van Koophandel en Fabrieken voor West-Friesland en Waterland te Hoorn
Inleiding
2.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor West-Friesland en Waterland
Organisatie: Noord-Hollands Archief
In 1879 werd in Purmerend een Kamer van Koophandel en Fabrieken opgericht, gevolgd door Hoorn in 1888. Bij Koninklijk Besluit van 17 augustus 1920 (Stbl. 711) werd er een Kamer van Koophandel en Fabrieken voor het district West-Friesland ingesteld. Opmerkelijk genoeg werd Waterland niet als zodanig in de naamgeving opgenomen. En dat terwijl behalve 'echte Westfriese gemeenten' ook gemeenten in Waterland genoemd werden in de gebiedsomschrijving. Het ressort van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor West- Friesland zou in 1922 de volgende 43 gemeenten omvatten: Abbekerk, Andijk, Avenhorn, Beemster, Beets, Berkhout, Blokker, Bovenkarspel, Edam, Enkhuizen, Grootebroek, Hensbroek, Hoogkarspel, Hoogwoud, Hoorn, Ilpendam, Jisp, Katwoude, Kwadijk, Marken, Medemblik, Middelie, Midwoud, Monnickendam, Nibbixwoud, Obdam, Oosthuizen, Opmeer, Opperdoes, Oudendijk, Purmerend, Schellinkhout, Sijbekarspel, Spanbroek, Twisk, Venhuizen, Warder, Wervershoof, Westwoud, Wijdenes, Wijdewormer, Wognum, Zwaag. Zetel van de nieuwe Kamer werd Hoorn. Bij de Wet op de Kamers van Koophandel van 26 maart 1920 werd bepaald dat de kamers voortaan een meer regionale functie zouden hebben.
Bij Koninklijk Besluit van 14 oktober 1920 werd een Commissie van voorbereiding benoemd, waarvoor leden van de toenmalige Kamers van Koophandel en Fabrieken te Hoorn en Purmerend werden aangewezen. Krachtens art. 26 van de Wet op de Kamers van Koophandel kreeg deze Commissie o.a. de taak de eerste verkiezing en eerste vergadering van de nieuwe Kamer voor te bereiden. Verder werd bepaald, dat de nieuwe Kamer van Koophandel haar werkzaamheden op 1 april 1922 zou aanvangen. De verkiezing van de leden moest daar aan voorafgaan. Volgens art. 2 van deze Wet zou de Kamer uit twee afdelingen bestaan, n.l. een afdeling Grootbedrijf en een afdeling Kleinbedrijf. Bij het Koninklijk Besluit van 24 december 1921 (Stbl. nr. 1449) werd bepaald dat elke afdeling uit 9 leden zou bestaan. Tot eerste voorzitter van de Kamer werd de heer J.C.T. Utermöhlen gekozen. In de eerste vergadering werd ook het reglement van orde vastgesteld. In 1922 werden verschillende vaste commissies uit de Kamer gevormd, welke zich ieder op een bepaald terrein specialiseerden. Daarnaast werden nog commissies ad hoc geformeerd ter behandeling van speciale actuele onderwerpen.
Al spoedig na de reorganisatie van de Kamers in 1922 werd van vele kanten aangedrongen op een regeling ter verbetering van de samenwerking van de Kamers. Hiertoe werd op 9 oktober 1922 aan het departement van Landbouw, Nijverheid en Handel door afgevaardigden van de verschillende Kamers een commissie van voorbereiding ingesteld om voorstellen te doen tot instelling van een orgaan voor samenwerking. Op 22 april 1924 werd de Vereniging van Kamers van Koophandel en Fabrieken in Nederland opgericht. Bij besluit van de secretaris-generaal van het ministerie van Handel, Nijverheid en Scheepvaart van 25 november 1941 werden de bestaande Kamers met ingang van 1 april 1942 ontbonden. Door dit besluit en het nader uitvoeringsbesluit van 31 maart 1942 hielden de Kamers op te bestaan. Er kwamen provinciale Kamers voor in de plaats. Noord-Holland kreeg een Kamer te Amsterdam, met plaatselijke kantoren te Alkmaar, Haarlem, Hilversum, Hoorn en Zaandam. Het kantoor Hoorn verdween later zelfs helemaal van de kaart, omdat de kamergebieden van Hoorn en Alkmaar tot één geheel werden verklaard, met als plaats van vestiging Alkmaar. Op 28 december 1943 werd er een Raad van Bijstand geïnstalleerd, die samen met de secretaris moest waken voor de economische belangen in het kantoorgebied.
Bij de Wet op de Kamers van Koophandel en Fabrieken van 21 augustus 1950 (Stbl. K 367) werden de provinciale Kamers en de plaatselijke kantoren opgeheven. De Kamer van Koophandel voor West-Friesland werd weer zelfstandig, zoals vóór 1942. Bij Koninklijk Besluit van 25 november 1950 (Stbl. K 523) houdende de instelling van Kamers van Koophandel en Fabrieken, bepaling van haar gebied en aanwijzing van de gemeenten waar zij haar zetel hebben, alsmede tot bepaling van de datum waarop de Wet van 21 augustus in werking zal treden (1 januari 1951), werd het gebied van de Kamer voor West-Friesland vastgesteld. Ook nu werd er in de naam van de Kamer nog uitsluitend gesproken over het district West-Friesland, maar een aantal jaren later, om precies te zijn in 1965, werd ook dit schoonheidsfoutje weggewerkt en werd de Kamer in het vervolg weer aangeduid als Kamer van Koophandel en Fabrieken voor West-Friesland en Waterland. Naast de vestiging in Hoorn kreeg de Kamer nu ook weer een vestiging in Purmerend. Organisatorisch werd daarmee, na een eeuw, de oude toestand hersteld. De werkwijze van de Kamer werd aangepast aan de veelheid van taken die vooral na de Tweede Wereldoorlog werden opgedragen. Uitsplitsing naar ter zake kundige commissies bleek gunstig te werken. In 1988 werd het 100-jarig bestaan van de Kamer gevierd. Bij deze gelegenheid werd een gedenkboek uitgegeven. In dit boek wordt een overzicht gegeven van de werkzaamheden over het tijdvak 1888-1988.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor West-Friesland en Waterland en de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Hollands Noorderkwartier zijn per 1 januari 1997 gefuseerd onder de naam Kamer van Koophandel voor Noordwest-Holland.
3. Het archief en de verantwoording van de inventarisatie
4. Aanwijzingen voor de gebruiker
5. Lijst van geraadpleegde literatuur
6. Bijlagen
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1922-1990
Omvang in meters:
2,75
Periode documenten:
1922-1990
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk na transport
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-20. Lijsten van voorzitters en secretarissen, 1922-1990, vaste commissies, 1922-1942, 1951-1990, overzichten van het werkgebied van de Kamer en van opgedragen wettelijke taken, in de inventaris.