Op 10 september 1925 werd mr. K.J.G. baron van Hardenbroek benoemd tot burgemeester van Bennebroek. Hij bleef dit tot 1955, met een onderbreking van twee jaar rond de jaren 1945 en 1946, toen hij aan het eind van de Tweede Wereldoorlog plaats moest maken voor een NSB-burgemeester, terwijl hij na de oorlog tijdelijk werd vervangen door jhr. J.P.W. van Doorn. Tijdens zijn bewind is er veel tot stand gekomen; onder meer het plan tot uitbreiding van de gemeente, grondaankoop en stichting van het Gemeentelijk Woningbedrijf speciaal voor hen die in de slechtste woningen gehuisvest waren.
Met ingang van 1 september 1955 werd de heer D. Thomassen à Thuessink van der Hoop tot burgemeester benoemd. Tijdens zijn ambtsperiode werd er een nieuw representatief raadhuis geopend. Na 20 jaar nam deze burgemeester op 1 mei 1975 afscheid van zijn gemeente.

De gehele periode stonden twee wethouders de burgemeester terzijde. De heer Van Lierop van de KVP was wethouder van 1927 tot 4 september 1963, met een onderbreking gedurende de periode 1940-1949, waarna zijn plaats werd ingenomen door de VVD'er J. Luske (1963-1966). Deze werd op zijn beurt opgevolgd door zijn partijgenoot E.J. Everwijn Lange. (1966-1974). De tweede wethouder werd aanvankelijk geleverd door de Prot. Chr. Groep: de heren W.F. van Waveren (1927-1935), P.J. Smit (1935-1939), P.C. van Eck (1939-1940), J. Dubbis (1945-1946), K. van Enthoven (1946-1956) en A. Elgersma (1956-1966). Daarna nam een KVP'er in de persoon van J.J.C. Jongmans de wethouderszetel, hij vervulde deze functie tot 1978.
In 1919 werd de heer C. Bregman benoemd tot gemeentesecretaris, hij bekleedde dit ambt tot aan zijn pensioengerechtigde leeftijd in 1956. Zijn opvolger, de heer S.P.J.R. Schutte, was gemeentesecretaris van 1956 tot 1980. Evenals zijn voorganger was hij tevens gemeenteontvanger
en bovendien administrateur van het Gemeentelijk Wegenfonds en het Gemeentelijk Woningbedrijf.