Het archief van het kantongerecht bevindt zich in ruimtes op de bovenverdiepingen van het gebouw. De losse bescheiden worden bewaard in archiefdozen. Deze dozen en de registers zijn geplaatst in metalen stellingen. De archiefbescheiden daterende tot en met het jaar 1930 zijn overgebracht naar het Rijksarchief in de provincie Noord-Holland. Voordien waren bescheiden van strafzaken vernietigd volgens de beschikking van de minister van justitie van 21 februari 1936 no. 801 2e Afd. A. In het verleden zijn gedeelten van het archief spoorloos verdwenen, zoals belangrijke minuutakten van de zes Amsterdamse vredesrechters, die als uitvloeisel van de wet van 15 april 1891 (staatsblad no.82 ) in 1917 van het gemeentearchief naar de griffie van het kantongerecht werden overgebracht, terwijl ook van de archieven van de zes voormalige Amsterdamse kantongerechten zelf niets meer teruggevonden. Het archief is onder te verdelen in vier rubrieken: algemene zaken, straf zaken, civiele zaken en extra- judiciële zaken. De grootste bestanddelen die men tot de algemene zaken kan rekenen zijn de correspondentie van algemene aard en de financiële bescheiden (voor de centralisatie van de financiële administratie in het arrondissement in 1983, daarna heeft het kantongerecht geen eigen financiële administratie meer).

De grootste archiefbestanddelen van civiele zaken zijn de dossiers en de audiëntiebladen met daarbij de vonnissen en bijlagen. Tot de extrajudiciële zaken kan men voornamelijk de akten en beschikkingen rekenen, de zaken die bij rekest worden aangebracht. De processen-verbaal ter terechtzitting vormen het grootste bestanddeel van het archief van strafzaken. De strafvonnissen van het kantongerecht worden echter bewaard in het archief van het arrondissementsparket (artikel 61 reglement I). Sinds de lijst uitkwam van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden berustende onder het beheer van de griffier van het kantongerecht (1947-1985), vastgesteld bij gemeenschappelijk besluit van de Staatssecretaris van C.R.M. en de Minister van Justitie van resp. 4 en 27 februari 1981, nrs. MMA/ AR-211-028 en DORR 233/881 en sinds de lijst van voor incidentele vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden, over de periode 1930 tot 1946, zich bevindende bij de griffies van de kantongerechten (H.D.O.R.R. nr. 821/844 d.d. 17 mei 1984 ), wordt het overgrote deel van het kantongerechtarchief binnen de periode van 35 jaar vernietigd. Wat voor bewaring overblijft, zijn de audiëntiebladen van civiele zaken, en bescheiden die geacht worden van bijzonder politiek, cultureel, maatschappelijk of wetenschappelijk belang te zijn, worden echter van vernietiging uitgesloten. Ik heb gemeend, dat de voogdijregisters en voogdijkaarten ook na 35 jaar nog maatschappelijk belang zijn, mogelijk ook van wetenschappelijk belang, zodat ik deze bescheiden niet voor vernietiging in aanmerking laat komen. Eveneens de akten van bekendheid en de registers van beëdiging van spoor- en trampersoneel. De omvang van de archiefbescheiden van 1931 tot en met 1939 bedraagt 27 strekkende meters.