Uw zoekacties: Parket van de Officier van Justitie te Amsterdam

301 Parket van de Officier van Justitie te Amsterdam ( Noord-Hollands Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis en organisatie van het Parket van de Officier van Justitie
2. Het archief
301 Parket van de Officier van Justitie te Amsterdam
Inleiding
2.
Het archief
Organisatie: Noord-Hollands Archief
Van het archief van het parket van de officier van justitie wordt het overgrote deel na 10 jaar (de bescheiden van strafzaken van de kantongerechten) en na 25 jaar (de bescheiden van seponeerde strafzaken van de rechtbank) vernietigd aan de hand van bestaande vernietigingsvoorschriften (vastgesteld bij gemeenschappelijk besluit van de Minister van Justitie en de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van respectievelijk 21 januari 1936, 2e afd. A, no.813 en van 30 januari 1936, Afd. K.W., no. 550; vastgesteld bij gemeenschappelijk besluit van de Staatssecretaris van C.R.M, en de Minister van Justitie van respectievelijk 4 en 27 februari 1981, nrs. MMA/AR-211-028 en DORR 233/881; lijst voor incidentele vernietiging H.D.O.R.R. nr. 821/884 d.d. 17 mei 1984). Tevens geven deze voorschriften bewaartermijnen aan voor kleinere archiefonderdelen.
Wat van de periode 1930-1939 van de archiefbescheiden zijn overgebleven zijn de registers van strafzaken en de registers van ingekomen en verzonden stukken en de daarbij behorende klappers. Deze registers kunnen van belang zijn voor het verkrijgen van gegevens in strafzaken die geseponeerd zijn of van strafzaken, waarvan het vonnis bepaalde gegevens niet kan verstrekken. Immers alle strafdossiers van de rechtbank worden na verloop van tijd vernietigd, behalve van zaken waarin langer dan één jaar gevangenisstraf geëist of uitgesproken is.
De hoofdbestanddelen van het archief binnen de bewaartermijnen worden gevormd door drie series dossiers; de ene serie bestaat uit strafdossiers van rechtbankzaken waarin niet of niet verder vervolgd is. De tweede serie zijn dossiers van kantongerechtszaken die door transactie zijn afgedaan en de derde serie zijn dossiers van strafzaken van het kantongerecht, die ter zitting zijn afgedaan (met daarin het vonnis).
Voorts zijn er de registers van strafzaken van de rechtbank, weekregisters van kantongerechtszaken, executielijsten, correspondentieregisters, zittingslijsten, kaartsystemen van verdachten (zowel op parketnummer als op naam), correspondentie van de afdeling Algemene Zaken (met AZ-nummers) en correspondentie betreffende in beslag genomen voorwerpen en uitleveringen.
De dossiers van de strafzaken van de kantongerechten en van de rechtbank hebben parketnummers. De losse bescheiden worden na enige jaren in archiefdozen geplaatst.
De oudere archiefbescheiden van het parket hebben de afgelopen jaren een aantal verhuizingen ondergaan: in 1974 naar het Rijksadministratiegebouw aan de Droogbak, in 1975 naar het nieuwe kantongerechtsgebouw, in 1979 naar het West-Indisch Pakhuis aan het 's-Gravenhekje, om tenslotte in 1982 na de verhuizing van het parket te belanden in de kelderruimten van het pand in de Ruysdaelstraat. De archiefruimten aldaar waren echter te beperkt van omvang om het gehele parketarchief te huisvesten. Ook achtte men deze ruimten niet geschikt als werkruimte voor het dynamisch archief. Zodoende bleven de archiefbescheiden van jongere datum achter in het paleis van justitie (in archiefruimten op de bovenste verdieping). Tevens bleef een groot gedeelte van oudere archiefbescheiden bewaard in kelderruimten van het paleis. Deze kelderruimten moesten echter in 1986 ontruimd worden voor andere doeleinden en werden de zich aldaar bevindende archiefbescheiden in dat jaar overgebracht naar het archiefgebouw van de centrale archiefdienst van de rechtbank aan het 's-Gravenhekje (het West-Indisch Pakhuis).
De alleroudste archiefbescheiden, enkel maar delen, werden sinds 1974 bewaard bij de centrale archiefdienst van de rechtbank in het Rijksadministratiegebouw aan de Droogbak en sinds 1986 in het West-Indisch Pakhuis aan het 's-Gravenhekje.
De overgebleven archiefbescheiden daterende van 1838 tot en met 1930 zijn overgebracht naar de bewaarplaats van het Rijksarchief in Noord-Holland te Haarlem.
De overgebleven archiefbescheiden van het parket van de officier van justitie bij de Rechtbank van eerste aanleg, daterende van 1811 tot en met 1838 zijn overgebracht naar de bewaarplaats van de Gemeentelijke Archiefdienst te Amsterdam.
De omvang van de archiefbescheiden van 1930 tot en met 1939 bedraagt 4 strekkende meters.
In de beschreven periode waren als officier van justitie bij de arrondissementsrechtbank te Amsterdam werkzaam;
Substituut-officieren van justitie waren:
Ambtenaren van het Openbaar Ministerie voor de kantons Amsterdam en Hilversum waren:
3. Geraadpleegde literatuur
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1930-1939
Omvang in meters:
28,00
Periode documenten:
(1923) 1930-1939 (1940)
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-51.