Uw zoekacties: Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwarti...

3 Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier te Hoorn ( Noord-Hollands Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Voorwoord
2. Toelichting bij het voorwoord
3. Inleiding
3 Gecommitteerde Raden van West-Friesland en het Noorderkwartier te Hoorn
Inleiding
3.
Inleiding
Organisatie: Noord-Hollands Archief
De aanleiding tot de vorming van een afzonderlijk bestuur over het Noorderkwartier was gelegen in de scheiding tussen Noord- en Zuid-Holland in 1573 door het beleg en de overgang van Haarlem, terwijl ook Amsterdam de Spaanse zijde bleef houden. * 
Velius spreekt van een eerste dagvaart der West-Friese steden in begin april 1573. *  Op een volgende bijeenkomst in mei werd door de Prins erop aangedrongen om ook Purmerend tot de vergaderingen toe te laten, waarin eerst tegen het einde des jaars toegestemd werd. *  Ook door het platteland is wel op vertegenwoordiging aanspraak gemaakt: op aandrang van de Prins is ook een persoon uit Schagen en later een uit Hoogkarspel geadmitteerd, doch dit is slechts van korte duur geweest. * 
23 juni 1573 werd door de Steden op raad van de Prins besloten, "dat een yder stad van West-Vriesland en Waterland soude tot Hoorn - als zynde een stad midden tusschen d'ander steden in gelegen en daar men al vanouds af gewoon was meest alle byeenroepinge te doen - een uyt haer vroedschap schikken, die de dagelykse swarigheden beroerende die oorlog met die van Hoorn souden afdoen en tot dien eynde binnen Hoorn gestadig blyven". * 
Reeds een half jaar later kreeg deze afvaardiging een stabieler karakter door het besluit der Steden, "dat een yegelyke stad aan haer vroedschappen soude schryven om te nomineeren drie persoonen, uyt welke by den Gouverneur ende Commissarissen van den Prince een genomen soude worden, mits dat ten eynd van drie maenden uyt de seven, die dus gekoren souden zyn, drie weder souden uytgaen voor andere, die nieus aenquamen, end' altoos de vier blyven". * 
De besluiten door dit College genomen staan blijkens de oudste resoluties op naam van "Gedeputeerden representerende die Staten van Noorthollandt" en soortgelijke terminologie, soms ook kortweg: "die Staten van Noorthollandt".
Intussen valt betrekkelijk vroeg reeds van de gewone bijeenkomsten te onderscheiden de "generale vergaderinge" van de Gouverneur, 's Prinsen Commissarissen en Magistraten der Steden nevens "Gedeputeerde Raden". Deze afzonderlijke bijeenkomsten van Magistraten en Gedeputeerden der Staten hebben zich tot op het einde der Republiek gehandhaafd; aanvankelijk van overwegend belang, bepaalden de bemoeiingen zich in vervolg van tijd tot aanstelling van de secretaris van Gecommitteerde Raden.
Bij de Unie tussen Holland en Zeeland van 1576 wordt het Noorderkwartier uitdrukkelijk als een zelfstandig kwartier nevens Holland en Zeeland erkend *  ; pogingen door het Zuiderkwartier in 1579 en volgende jaren gedaan tot samensmelting zijn mislukt: zelfs werd in 1583 van de Prins de waarborg gekregen, "dat gedurende dese onse gemene oorloge Syne Excellentie dien van den Noorderquartiere van Hollant sal hanthouden in de possessie van 't College voornoemt". * 
Het College zag zijn werkzaamheden aanmerkelijk besnoeid door de oprichting der Admiraliteitscolleges in 1586, waartegen het zich dan ook aanvankelijk verzette. Op grond van deze beperking trachtten Hoorn, Enkhuizen en Medemblik in 1589 inkrimping van het College tot vijf personen door te zetten: de dientengevolge ontstane geschillen werden door Maurits 20 oktober van dat jaar provisioneel in die zin beslist, dat de stemmen van de drie steden door de vier andere niet zouden kunnen overstemd worden. * 
Een uitvoerige instructie werd voor het College in 1595 door Magistraten en Gedeputeerden vastgesteld. * 
De werkzaamheden van het College, zoals die uit de inventaris blijken, mogen nog door de weinige navolgende gegevens enigermate worden toegelicht.
Wat het beheer der Domeinen aangaat, werd bij resolutie der Staten van 17 maart 1728 de Rekenkamer der Domeinen gemortificeerd en haar functies opgedragen aan Gecommitteerde Raden der beide kwartieren.
Inzake de Gemenelandsmiddelen werd het systeem van verpachting vervangen door dat van collectie, bij publicaties der Staten van 26 juni 1748 en 5 juli 1749, gevolgd door een generaal plakkaat en ordonnantie op de invordering der gemene middelen bij collectie dd. 22 juli en 28 augustus 1749 en ordonnanties op de verschillende middelen afzonderlijk nog in dat zelfde jaar. * 
Het bekende akkoord tussen Noorder- en Zuiderkwartier over de repartitie werd 21 juli 1668 getroffen *  ; de wijze van liquidatie werd geregeld bij een reglement op de administratie der financiën van 24 maart 1723. * 
En wat tenslotte de Waterstaat aangaat werd de superintendentie over de dijken van West-Friesland en het Noorderkwartier aan Gecommitteerde Raden van dit kwartier waaraan toegevoegd een lid der Ridderschap (dat echter mettertijd ophield te compareren), door de Staten opgedragen 3 april 1677, welke opdracht geregeld jaarlijks werd vernieuwd. Ook hier had men blijkbaar in navolging van het Zuiderkwartier een Kamer ter auditie van 's Lands rekeningen: haar functionering wordt beschreven in de Tegenwoordigen Staat. * 
Een ingrijpende verandering werd in deze bestuursorganisatie gebracht in 1751, als uitvloeisel van het rapport op het redres der financie, ingediend ter Statenvergadering van 20 november 1750. *  Vastgesteld werd dientengevolge één instructie voor de Gecommitteerde Raden van beide kwartieren, "waardoor deselve in effectie niet anders als een collegie zullen zyn in twee departementen besoigneerende". *  De beide Rekenkamers werden afgeschaft en vervangen door één Provinciale Rekenkamer: haar instructie regelt o.a. de wijze van afhoring en sluiting der rekeningen van het Noorderkwartier. *  De quoteverdeling van 1668 werd afgeschaft en voor het Noorderkwartier aangesteld een ontvanger-generaal. * 
Als dadelijk uitvloeisel van de Revolutie worden de colleges van Gecommitteerde Raden in beide kwartieren door Provisionele Representanten 26 januari 1795 afgeschaft en benoemden zij de volgende dag een commissie om de zaken van het gemortificeerde college van het Noorderkwartier over te nemen: deze requireerde o.a. van de secretaris Van Stralen een uitvoerige inventaris van het archief. *  Haar functies zijn reeds in de loop van dat jaar overgegaan op het Comité van Algemeen Welzijn, maar een enigszins afzonderlijke administratie van het Noorderkwartier heeft zich nog enige jaren te Hoorn gehandhaafd; tot dat doel waren trouwens de Eerste klerk Van der Vorm, die al sinds 1770 aan de griffie verbonden was geweest, en de boekhouder Alblas gecontinueerd. *  Ten gevolge van de samensmelting der beide kwartieren zijn reeds in 1795 en ook nog in volgende jaren een aantal archivalia naar 's-Gravenhage overgebracht, die echter weer grotendeels in 1807 bij de instelling der afzonderlijke landdrostambten Amstelland en Maasland naar Noord-Holland schijnen te zijn teruggekeerd. * 
Na de Restauratie is door Van der Vorm rapport uitgebracht over de staat van hetgeen te Hoorn achtergebleven was; vervolgens heeft hij in 1817 een uitvoerige lijst der z.i. nutteloze archivalia opgemaakt *  en is in 1818 na ingewonnen advies van de Rijksarchivaris een zeer omvangrijke vernietiging gevolgd. Daarna is het restant naar Haarlem overgebracht. Nadien is een enkele maal een aanvulling van het zo gemutileerde archief mogelijk gebleken: bepaaldelijk moeten hier genoemd worden de schenking van stukken door Mr.van Stralen aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland bij schrijven van 28 december 1821 *  en de aankoop der zgn. Van Foreestpapieren in 1902. *  Ten opzichte van die beide collecties was de afscheiding van de particuliere stukken steeds consequent te voltrekken: in dubiis heb ik niet geaarzeld de stukken in het archief van Gecommitteerde Raden op te nemen. En ten slotte moet nog genoemd worden de restitutie door de Algemeen Rijksarchivaris in 1922 van een aantal stukken, die blijkbaar abusievelijk in 1807 te 's-Gravenhage waren achtergebleven. * 
Over de indeling van de inventaris behoeft slechts weinig te worden gezegd. De inventaris van 1795 kon in deze niet tot grondslag dienen: hij draagt tezeer het karakter in enkele dagen onder pressie te zijn opgemaakt. Van speciale commissies en ambtenaren waren te weinig stukken aanwezig om ze afzonderlijk te groeperen; omtrent de indeling der loketkast, de behandeling der bijlagen tot de notulen en het niet opnemen van de kaarten in deze inventaris verwijs ik naar hetgeen ik reeds elders uitvoerig uiteenzette. * 
4. Bijlagen
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1573-1795
Omvang in meters:
130,75
Periode documenten:
1573-1795
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk na transport
Gebruiksinformatie:
Voorlopige inventaris inv.nrs. 1-1416, 1418-1425. Inv.nrs. 1418-1423 zijn als zwart-witfoto's te raadplegen in de studiezaal. De originelen bevinden zich in de kaartencollectie van het Nationaal Archief te Den Haag in de collectie Hingman. Inv.nrs. 6-7, 77 ontbreken. Inv.nr. 1417 is een loos nummer. Specificatie van inv.nrs. 223-234 ("Loketkast" van tijdelijk apart gehouden stukken voornamelijk betreffende: financiële zaken (met name remisse van verponding), waterstaat en kerkelijke zaken) in de inventaris.