Uw zoekacties: Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland te Haarlem

228 Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland te Haarlem ( Noord-Hollands Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Organisatie
228 Rijkswaterstaat Directie Noord-Holland te Haarlem
Inleiding
1.
Organisatie
Organisatie: Noord-Hollands Archief
De directie Noord-Holland van de Rijkswaterstaat omvatte de provincie Noord-Holland, met uitzondering van het Merwedekanaal met de daarbij behorende werken, en met inbegrip van de in de provincie Friesland gelegen eilanden Vlieland en Terschelling. *  Met ingang van 1 januari 1933 was de dienst van het Merwedekanaal in Noord-Holland overgedragen aan het district Amsterdam-Boven Rijn 1. *  Met de dagelijkse leiding van de regionale directie Noord-Holland was de hoofdingenieur-directeur belast. In de periode waarover dit gedeelte van het archief loopt fungeerden als zodanig:
- ir. W.G.C. Gelinck 1921-1938
- ir. G. Redeker 1938-1945
- ir. C. Wolterbeek (wnd.) 1945-1946
- prof.ir. T.H. van Wisselingh 1946-1951
Het bureau van de hoofdingenieur-directeur werd in het voorjaar van 1934 verplaatst van Zijlweg 24 naar Jansstraat 46A te Haarlem. De directie Noord-Holland was verdeeld in 4 arrondissementen: Alkmaar, Hoorn, Noordzeekanaal en Haarlem. * 
Het arrondissement Alkmaar omvatte:
a. het gebied waarvan de zuidelijke grens werd gevormd door een lijn, gaande van de Willemsluizen langs de noordelijke grens van de tot het Noordzeekanaal behorende terreinen tussen Wijkeroog en de Noordzee, en waarvan de oostelijke grens werd gevormd door een lijn, gaande van de hoek tussen de Amsteldiepdijk langs de zuidwestelijke oever van het Amstelmeer, de oostelijke en zuidelijke begrenzing van de Anna Paulownapolder, de noordoostelijke grens van de Zijpe, alsmede de buitenteen van de Westfriese zeedijk tot de Jacob Claassensluis en tenslotte langs de oostelijke grens van de werken van het Noordhollands kanaal en van de Willemsluizen;
b. de beplanting van de zeereep tussen de noordelijke grens van de tot het Noordzeekanaal behorende terreinen en het punt waar de noordelijke grens van het hoogheemraadschap van Rijnland het Noordzeestrand bereikt (bij Velsen);
c. de zorg voor de strandpalen en de strandmetingen ten zuiden van het onder b. genoemde gebied, tot de grens met de provincie Zuid-Holland. Het arrondissement Hoorn omvatte:
a. het gebied ten oosten van het arrondissement Alkmaar;
b. de eilanden Texel, Vlieland, Terschelling, Urk en Marken en het voormalige eiland Wieringen.
Het arrondissement Noordzeekanaal omvatte:
a. het Noordzeekanaal met de daarbij behorende zijkanalen en het gebied van de IJpolders, alsmede het Afgesloten IJ met de Afsluitdijk te Schellingwoude, de daarin gelegen sluizen en het stoomgemaal;
b. het Buiten IJ;
c. het Stadswater van Amsterdam, alsmede alle havens en daarbij behorende werken benoorden de stadswaterleiding over de Spaarndammerstraat, de Haarlemmerdijk, de Prins Hendrikkade, de Hoogte Kadijk en de St. Anthoniedijk, behalve de voorhaven van het Merwedekanaal met bijbehorende werken.
Het arrondissement Haarlem omvatte:
a. het overige deel van de provincie Noord-Holland;
b. de aan de Utrechtse zijde gelegen halve breedte van de Vecht (Keulsche Vaart) en de Oude Vecht van de mond van de Kortenhoefsche Wetering tot Hinderdam. Daarnaast omvatte het werkterrein van de arrondissementen Alkmaar, Hoorn en Haarlem het opruimen van wrakken in de Noordzee, uitgezonderd die wrakken waarvan de opruiming moest geschieden in het belang van de scheepvaart op de haven van IJmuiden (arrondissement Noordzeekanaal). Het opruimen van wrakken in een deel van de Waddenzee en het IJsselmeer behoorde tot de taken van het arrondissement Hoorn. * 
Naast deze geografisch ingedeelde instellingen kende de Rijkswaterstaat specialistische directies en districten, diensten die zich bezighielden met specifieke waterstaatswerken. Zo werd per 1 mei 1926 het district Sluisbouw IJmuiden opgericht, dat zich bezighield met de bouw van een derde schutsluis (de Noordersluis) te IJmuiden. Vanaf 1 juli 1931 werden de werken in de toeleidingskanalen en in het Spuikanaal ondergebracht bij de directie Noord-Holland. De dienst van het district omvatte toen uitsluitend nog de werken van de Noordersluis en het sluisterrein. Opheffing volgde met ingang van 1 juni 1932, waarbij de minister van Waterstaat o.a. bepaalde, dat het toezicht op de werken aan de deuren van de Noordersluis werd opgedragen aan het district Amsterdam-Boven Rijn II. Het archief van het voormalige district Sluisbouw IJmuiden werd overgedragen aan de hoofdingenieur in het arrondissement Noordzeekanaal. * 
Bij beschikking van de minister van Waterstaat van 1 mei 1933, La. P , Directie van de Waterstaat werd de voorbereiding en de uitvoering van de werken voor de bouw van een spuisluis c.a. in het Noordzeekanaal te IJmuiden opgedragen aan de dienst van het district Amsterdam-Boven Rijn II te Utrecht. Vijf jaar later werd deze beschikking ingetrokken, onder bepaling, dat de voorbereiding en de uitvoering van de genoemde werken in handen kwam van de dienst van de directie Noord- Holland. *  In 1934 werd de dienst van het Staatsvissershavenbedrijf te IJmuiden afgescheiden van de Rijkswaterstaatsdienst. *  Bij de zorg voor landwegen en oeververbindingen ziet men dezelfde ontwikkeling.
Aan het district Nieuwe Wegen werd de aanleg van de volgende wegen van het Rijkswegenplan 1932 opgedragen, voor zover die in de provincie Noord-Holland waren gelegen:
- (nieuwe) rijksweg 2, Amsterdam-Utrecht;
- rijksweg 3, Amsterdam-Bodegraven-Rotterdam;
- rijksweg 7, Amsterdam-Wieringen-(Leeuwarden). * 
Met de voorbereiding van de bouw van de Velsertunnel werd reeds voor de Tweede Wereldoorlog begonnen. Tijdens de oorlog, met ingang van 1 januari 1941, werd voor de aanleg van de tunnel onder het Noordzeekanaal het district Tunnelbouw Velsen ingesteld. In het voorjaar van 1946 werd de dienst van dit district bij het district Sluizen en Stuwen gevoegd. *  Tenslotte dient te worden vermeld, dat ook de uitvoering van de Zuiderzeewerken gevolgen heeft gehad voor het werkgebied van de directie Noord-Holland. Met ingang van 1 januari 1922 werd het rechtstreeks beheer van de rijkswaterstaatswerken op het eiland Wieringen, waaronder de zeestrook rondom het eiland, overgedragen aan de directeur-generaal der Zuiderzeewerken.
De beide arbeiders-havenmeester werden overgeplaatst naar de directie der Zuiderzeewerken, welke dienst mede was belast met de aanleg en het onderhoud van de waterbouwkundige werken van de Wieringermeerpolder *  Overdracht van het beheer van enige rijkswaterstaatswerken op Urk aan Zuiderzeewerken, in verband met uit te voeren werken voor de Noordoostpolder, vond plaats in 1936. * 
2. Taken en werken
3. Registratuur
4. Verantwoording van de inventarisatie
5. Richtlijnen voor de onderzoeker
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1931-1951
Omvang in meters:
30,50
Periode documenten:
(1866) 1931-1951 (1953)
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk na transport
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-618.