De inventaris over de periode 1918-1965 is de tweede in de reeks van drie waarin het politiearchief Haarlem na herbewerking is onderscheiden. Voorheen was er sprake van 9 verschillende segmenten over de periode 1811-1993 die op verschillende tijdstippen bij het Noord-Hollands Archief en haar rechtsvoorgangers waren gearriveerd. In januari 2008 werd er een 10e en laatste segment aan toegevoegd. Het merendeel daarvan (7) heeft na herbewerking zijn plaats gevonden in deze inventaris.

De segmenten waren op verschillende wijze toegankelijk gemaakt, waardoor met name het zicht ontbrak op hun onderlinge samenhang. Om die reden was herbewerking dringend noodzakelijk. De afbakening in genoemde jaren, laat zich als volgt verklaren. In 1918 werd de zg. Politiecode ingevoerd die tot 1965 werd gebruikt. Sinds 1918 is het archief geordend volgens 23 rubrieken die elk weer zijn onderverdeeld in subrubrieken. Bij de herbewerking bleek dat het gedeelte 1937-1965, dat zich al geruime tijd in depot bevond, nog niet formeel was overgedragen aan de archiefdienst. Dit gebeurde alsnog in september 2005. Tevens zijn toen de openbaarheidsbeperkingen gespecificeerd (zie hieronder). Hetzelfde werd gedaan met een aantal reeds toegankelijk gemaakte dossiers van de vreemdelingenpolitie uit de periode 1945-1985, die voor een deel zijn geïnventariseerd in het toen eveneens formeel overgedragen archief over de periode 1966-1993. Naast deze formele overdracht van archiefclusters bleek herinventarisatie van de gehele periode 1918-1965 dringend noodzakelijk. De toegankelijkheid op de verschillende archiefsegmenten middels verschillende plaatsingslijsten en inventarissen was minimaal. Inzicht in de onderlinge verbanden ontbrak. Een belangrijk bestanddeel van het archief, de dag- en nachtrapporten, was over diverse archiefblokken verspreid.

Daarnaast bestond het archief over de periode 1918-1965 uit een codegedeelte en een niet-codegedeelte. Stukken van het codegedeelte bleken bij de laatste bewerking vermengd te zijn met het niet-codegedeelte. Ook was de registratuurcode niet consequent toegepast. Bij elkaar behorende stukken waren over de inventaris verspreid. Volgens het herkomstbeginsel en met inachtneming van de archiefcode zijn nu de noodzakelijke correcties aangebracht. Voor de stukken waarop de registratuurcode niet van toepassing bleek, is een apart archiefschema ontwikkeld, dat in grote lijnen overeenstemt met de organisatie van de politie Haarlem tijdens deze periode. Ook op beschrijvingsniveau werd de bestaande inventaris herzien. De beschrijvingen werden gescreend op privacygevoeligheid en waar nodig geanonimiseerd. Met name geldt dit voor de periode van de Tweede Wereldoorlog. Waar nodig werden dossiers hiervoor ingezien. In het archief over deze periode zijn in de regel geen dossiers betreffende 'foute Haarlemmers' te vinden. Die zijn overgebracht naar het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging dat berust in het Nationaal Archief in Den Haag. Het registratuurschema van de politie, het zg. codegedeelte, werd hier en daar aangepast. Zo werd ten behoeve van de inzichtelijkheid groep 12/4 Personeelszaken/diversen verder uitgesplitst d.m.v. subrubrieken. Een beperkt aantal archiefstukken dat in duplo aanwezig bleek, werd voor vernietiging voorgedragen.

De dag- en nachtrapporten die, zoals gezegd, over verschillende blokken politiearchief waren verspreid, zijn opnieuw geordend. Gebaseerd op kenmerken zoals uiterlijke vorm, datering, inhoud, geografisch detail etc., konden de meeste rapporten met zekerheid aan bepaalde bureaus, politieposten, vakafdelingen en daarmee corresponderende series worden toegewezen.

De dossiers betreffende vreemdelingen en meer in het bijzonder die betreffende immigranten uit Indonesië (inv.nrs. 622-635) geven onder meer inzicht in de redenen van vestiging in Nederland en het opteren voor de Nederlandse nationaliteit. Uit het op 8 januari 2008 overgebrachte supplement werden de inv.nrs. 1727-1730 toegevoegd. Bij de officiële overdracht van de stukken politiearchief aan het Noord-Hollands Archief, waarvan hierboven sprake is, werd de openbaarheid van een aantal stukken beperkt tot 75 jaar na datum van het jongste stuk in het dossier. Begin 2009 werd een aantal aanvullende voorstellen inzake openbaarheidsbeperking vastgesteld. In een N.B. wordt de openbaarheid per aanvraageenheid aangegeven. Het is gedaan om redenen van privacy. Indien u de desbetreffende stukken toch wilt inzien, kunt u contact opnemen met de studiezaalambtenaar die u een formulier geeft met een verzoek om ontheffing van de openbaarheidsbeperking. Dergelijke verzoeken worden voorgelegd aan de directeur van het Noord-Hollands Archief. Voor de volgende nummers in het archief geldt een openbaarheidsbeperking:
9-10, 19, 22-23, 26-35, 42-45, 85, 96, 109-110, 113-115, 118-120, 126, 140-141, 143, 150-151, 156, 194-195, 221, 249, 268, 270, 273-282, 284-285, 287-289, 298, 304, 311-312, 318, 322, 324, 327, 332-338, 344, 361-414, 416-453, 456, 464-465, 471-476, 479, 483-486, 488-495, 499, 501, 511, 518, 521-524, 528-532, 537-540, 544, 549, 551-636, 655-663, 749-774, 819-1126, 1149-1160, 1162, 1167-1214, 1226-1248, 1253-1264, 1269-1293, 1299-1327, 1383-1467, 1474-1500, 1559-1573, 1575-1580, 1582-1592, 1600-1612, 1614-1615, 1618-1678, 1680-1694-1704, 1708-1724, 1730-1732.