Uw zoekacties: Gemeentebestuur van Aalsmeer (Gemeente Aalsmeer)

1937 Gemeentebestuur van Aalsmeer (Gemeente Aalsmeer) ( Noord-Hollands Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Beknopte geschiedenis van Aalsmeer in de periode 1811-1911
2. Bestuurlijke organisatie vanaf 1811 * 
1937 Gemeentebestuur van Aalsmeer (Gemeente Aalsmeer)
Inleiding
2.
Bestuurlijke organisatie vanaf 1811 * 
Organisatie: Noord-Hollands Archief
Na de inlijving van Nederland in het Franse Keizerrijk werden in 1811 nieuwe municipaliteiten (gemeenteraden) geïnstalleerd. In Aalsmeer vond de installatie op 1 augustus 1811 plaats. *  De raad ging bestaan uit twaalf leden; Dirk Jansz. Segstro werd de nieuwe 'maire' (burgemeester). Hij moest echter op 1 januari 1812 al weer plaats maken voor Jacob van Zijverden.
Na de samenvoeging van Aalsmeer met Hollands Kudelstaart per 1 januari 1812 maakten ook drie inwoners uit Kudelstaart deel uit van de raad. De burgemeester behandelde de lopende zaken in de gemeente en kon eventueel een commissie van twee leden raadplegen. In 1816 trad een door de provinciale overheid opgelegd reglement in werking. De burgemeester werd weer schout genoemd en hij werd bijgestaan door twee "assessoren". Op 1 mei 1817 werd de nieuwe raad geïnstalleerd. De schout werd benoemd door de Koning, de assessoren en de secretaris door de Gouverneur. * 
In 1825, bij de inwerkingtreding van het nieuwe reglement voor de besturen op het platteland, werd de raad op grond van het inwonertal (boven de 2000) uitgebreid met één lid. De schout werd vanaf dat jaar definitief burgemeester genoemd, de secretaris werd voortaan benoemd door de Koning en de assessoren door de Gouverneur. De gemeenteraad moest elk jaar bijeenkomen om de gemeenterekening na te zien en de begroting voor volgend jaar goed te keuren. Verder moest men plaatselijke verordeningen opstellen en hield men zich bezig met het benoemen van armmeesters, nachtwachten, veldwachters, boden, vroedvrouwen, asophalers en veerschippers.
Bij de invoering van de gemeentewet van 1851, waarbij geen onderscheid meer werd gemaakt tussen stedelijke en plattelandsgemeenten, werd het aantal raadsleden teruggebracht tot zeven. Er werd een kiezerslijst opgesteld van inwoners die meer dan 16 gulden aan directe belastingen betaalden. Zij mochten meedoen aan de gemeenteraadsverkiezingen. De assessoren werden voortaan wethouders genoemd. Per 1 januari 1865 werd, in verband met een wijziging van de provinciegrenzen, een gedeelte van de voormalige gemeente Kalslagen, sinds 1854 onderdeel van de gemeente Leimuiden, bij Aalsmeer gevoegd. * 
Bij besluit van de gezamenlijke Staten van Noord- en Zuid-Holland van 7 juli 1864 werden de ambachten in het Hoogheemraadschap van Rijnland opgeheven per 31 december 1866. Dit betekende het einde van het ambacht Aalsmeer (waaronder het in 1812 opgeheven ambacht Kudelstaart). *  Tot die tijd stelden de ambachtsbewaarders (in de 19de eeuw meestal assessoren of wethouders) voor het Hoogheemraadschap nog altijd de ambachtsrekening op waarbij verantwoording werd afgelegd inzake het toezicht op en onderhoud van wegen, bruggen, kaden en vaarten. De schout, later burgemeester-secretaris functioneerde als vertegenwoordiger van het ambacht en voerde de correspondentie voor het ambacht. Een vermenging van gemeente- en ambachtsarchief was hiervan het gevolg. Bij de instelling van nieuwe polderbesturen en ingevolge de gemeentewet van 1851, waarbij de gemeenten meer taken hadden gekregen, kwam het bestaansrecht van de ambachten te vervallen. Voor de gemeente betekende dit meer financiële middelen. * 
In 1872, als het inwoneraantal boven de 3000 komt, gaat de raad uit elf leden bestaan. Dit aantal blijft gehandhaafd tot 1911. In 1887 was het aantal kiesgerechtigden gestegen door verruiming van het kiesrecht.
3. Het archief en verantwoording van de inventarisatie
4. Literatuur
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1812-1911
Omvang in meters:
26,05
Periode documenten:
(1809) 1812-1911 (1930)
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-612. Het archief bevat ook ingekomen en minuten van uitgaande stukken van J. Tak, advocaat te Aalsmeer, 1855 (inv.nr. 611). Uit het archief zijn in het verleden stukken gelicht t.b.v. de volgende archiefdelen: notulen van raadsvergaderingen, 1913-1939, 1941, 1945-1985, rekeningen, 1906, 1908-1985, kadastrale leggers, 1828-1986 en bevolkingsregisters met dienstbodenregisters, 1850-1921. M.u.v. de kadastrale leggers en de bevolkingsregisters met dienstbodenregisters zijn de archiefdelen opgenomen in de inventaris van Series uit het Secretariearchief van Aalsmeer, 1906-1985, toegangsnummer 1968, inv.nrs. 1-41, 433-567.
Gemeente:
Aalsmeer