16 Provinciaal Bestuur van Noord-Holland ( Noord-Hollands Archief )
16
Provinciaal Bestuur van Noord-Holland
Inleiding
1. Organisatie van het bestuur
1.1. Grondgebied
16 Provinciaal Bestuur van Noord-Holland
Inleiding
1. Organisatie van het bestuur
1.1.
Grondgebied
Na het herstel van de onafhankelijkheid van Nederland, eind 1813, bleef de indeling van het grondgebied in departementen voorlopig ongewijzigd. Het departement van de Zuiderzee, globaal bestaande uit de huidige provincies Noord-Hol land en Utrecht, bleef intact tot 1 mei 1814. Een poging in Utrecht een afzonderlijk gewestelijk bestuur op te richten, werd door het Algemeen Bestuur tegengegaan. De Grondwet van 29 maart 1814 verving de departementen door negen "provinciën of landschappen". Van het voormalige departement van de Zuiderzee werden nu de arrondissementen Utrecht en Amersfoort afgescheiden, om samen de provincie Utrecht te vormen; de Noordhollandse arrondissementen Alkmaar, Amsterdam, Haarlem en Hoorn gingen deel uitmaken van de provincie Holland, globaal bestaande uit de huidige provincies Noord- en Zuid-Holland. De benaming "Holland en West-Friesland", door minister Van Maanen in de grondwetcommissie voorgesteld "om aan het verlangen van achtenswaardige Noordhollanders (...) toe te geven", had geen instemming gevonden bij de overige leden van de commissie. * Voor deze ene provincie Holland werden echter wel bij Souverein Besluit (S.B.) van 6 april 1814 door Willem l twee commissarissen, onder de titel van gouverneur, benoemd. Daarbij werd A.W.N. van Tets van Goudriaan benoemd tot "Gouverneur in Noord Holland, residentie Haarlem". Dat niet Amsterdam, de hoofdstad van het departement van de Zuiderzee, maar Haarlem als standplaats van de gouverneur werd aangewezen, mag opmerkelijk worden genoemd, al was Haarlem van 1807-1810 al hoofdplaats geweest van het departement Amstelland. *
Op 20 april 1814 werd door de Koning ook het ambtsgebied van de gouverneurs in het Noordelijk en Zuidelijk gedeelte van Holland afgebakend, en wel volgens de grens van 1 juli 1810 tussen de voormalige departementen Amstelland en Maasland. Deze grens is globaal dezelfde als de huidige grens tussen de beide provincies. De grensscheidingen tussen de provincies, zoals beschreven in de Grondwet van 1814, werden ingevolge S.B. van 6 september van dat jaar eerst effectief per 19 september 1814, de dag waarop de colleges van Provinciale Staten voor het eerst bijeen zouden komen. Met ingang van die datum gingen ook de eilanden Vlieland en Terschelling weer deel uitmaken van Holland. * Ook ten aanzien van de grens met Utrecht werd de oude situatie van vóór 1798 weer hersteld, maar deze grillige en erg ondoelmatige grens werd al in 1819 bij de Wet van 19 mei (S.30) herzien. Hierbij gingen o.m. Waverveen en Loosdrecht over naar Utrecht, en Uithoorn, Nederhorst den Berg, Ankeveen en Kortenhoef over naar Noord-Hol land. De grens met Utrecht is sindsdien ongewijzigd gebleven. Ingevolge de grondwetsherziening van 1840 werd Holland in twee afzonderlijke provincies Noord- en Zuid-Holland gesplitst.
In Zuid-Holland bestond destijds geen behoefte aan deze opdeling, maar in Noord-Holland was vooral Amsterdam, dat zich in 1838 bij de oprichting van het Provinciaal Gerechtshof ten gunste van Den Haag gepasseerd zag, voorstander van splitsing. Wel is vanuit West-Friesland, uit vrees voor een overwicht van Amsterdam, nog gestreefd naar herstel van de oude grens van vóór 1795 tussen het Noorder- en Zuiderkwartier van Holland. In 1840 is echter de toen bestaande administratieve grens aangehouden. * Omdat deze grens door het Haarlemmermeer weinig exact was bepaald en de drooglegging van het gebied een exacte grensbepaling noodzakelijk maakte, is bij de Wet van 11 juli 1855 (S.70) bepaald, dat de gemeente Haarlemmermeer in zijn geheel onder Noord-Holland zou ressorteren. Ter compensatie kreeg Zuid-Holland bij de Wet van 8 juni 1864 (S.61) het grootste deel van de gemeente Leimuiden toegewezen. Noord-Holland telde in 1815 ruim 375.000 inwoners en in 1850 477.000, waarvan in Amsterdam resp. 180.000 en 224.000. Van 1815 tot 1850 nam de bevolking toe met 27% (in Amsterdam met 24%), welke stijging niet onbelangrijk achter blijft bij het landelijk gemiddelde (38,5%). *
laatste wijziging 22-01-2022
4.607 beschreven archiefstukken
30 gedigitaliseerd
totaal 9.411 bestanden
Index op de agenda's van de Gouverneur
laatste wijziging 22-01-2022
4.607 beschreven archiefstukken
30 gedigitaliseerd
totaal 9.411 bestanden
Index op de notulen van Gedeputeerde Staten
laatste wijziging 22-01-2022
4.607 beschreven archiefstukken
30 gedigitaliseerd
totaal 9.411 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 22-01-2022
4.607 beschreven archiefstukken
30 gedigitaliseerd
totaal 9.411 bestanden
Afbeeldingen
laatste wijziging 22-01-2022
4.607 beschreven archiefstukken
30 gedigitaliseerd
totaal 9.411 bestanden
Kenmerken
Datering:
1814-1850
Omvang in meters:
658,60
Periode documenten:
(1808) 1814-1850 (1851)
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk na transport
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-4601, 5644. Inv.nr. 3367 ontbreekt. Inv.nr. 4127 is vanwege slechte materiële staat alleen digitaal te raadplegen. Inv.nr. 4570 is een loos nummer. De volledige notulen van de eerste vergadering van Provinciale Staten van Noord-Holland op 22 december 1840 (inv.nr. 4579) zijn in pdf-formaat te downloaden op www.noord-hollandsarchief.nl>Ontdekken>Schatkamer>De eerste vergadering van Provinciale Staten van Noord-Holland. Het raadplegen van bepaalde originelen is alleen mogelijk met toestemming van het hoofd studiezaal; kopieën aanwezig in de studiezaal. Nadere informatie over de raadpleging bij de informatiebalie. Index op de agenda's van de Gouverneur, index op de notulen van Gedeputeerde Staten, lijsten van gouverneurs, 1814-1855, Gedeputeerde Staten, 1814-1850 (1856), en griffiers, 1814-1858, in de inventaris.
Gemeente:
Provincie Noord-Holland
Categorie:
laatste wijziging 22-01-2022
4.607 beschreven archiefstukken
30 gedigitaliseerd
totaal 9.411 bestanden