142 familie Semeijns de Vries van Doesburgh, Collectie betreffende de ( Noord-Hollands Archief )
142
familie Semeijns de Vries van Doesburgh, Collectie betreffende de
Inleiding
1. Geschiedenis
Leden van het Enkhuizer geslacht Semeijns, van wie papieren in deze inventaris zijn beschreven, hebben van de 16e eeuw tot de 18e eeuw in de stad Enkhuizen openbare functies bekleed, met name in de rechtscolleges en in sociale instellingen als de Weeskamer.
Het Enkhuizer geslacht Buyskes is met het geslacht Semeijns verwant door het huwelijk van de stamvader Pieter Luytgensz. Buyskes (1534-1606) met Frederikje Simonsdr. Semeijns. Leden van deze familie bekleedden de meest uiteenlopende ambten in het stadsbestuur.
Beide families, Buyskes en Semeijns, hebben onmiskenbaar een vooraanstaande rol gespeeld bij de overgang van Enkhuizen naar de Prins van Oranje in 1572.
De familie Doesburgh is afkomstig uit Tiel. Familieleden waren veelal werkzaam als predikant of jurist. Door het huwelijk van Anna Wilhelmina de Vries en ds. H.G.J. van Doesburgh (Edam, 23 mei 1827) is de familie Van Doesburgh verwant aan de familie Semeijns (tak G of Simon): het geslacht De Vries is nl. geparenteerd aan Semeijns door het huwelijk van Theodora Semeijns en Arend de Vries (Enkhuizen, 17 juli 1701). De Vries is ook geparenteerd aan Buyskes door het huwelijk van Nicolaas Hendrik de Vries met Johanna Margaretha Buyskes (Enkhuizen, 14 oktober 1764).
In de inventaris zijn bij elke persoon, van wie stukken zijn beschreven, korte biografische aantekeningen vermeld. In het kader van deze inleiding wordt op enkele van hen nader ingegaan. Het betreft hier personen, die én door hun functies of beroep een belangrijke plaats hebben ingenomen in het maatschappelijk leven én van wie veel archiefmateriaal bewaard is gebleven.
1.1. De familie Buyskes
142 familie Semeijns de Vries van Doesburgh, Collectie betreffende de
Inleiding
1. Geschiedenis
1.1.
De familie Buyskes
Het wapen van Buyskes wordt sedert 1623 door de familie gevoerd, en wel het eerst door Meinert Luitjesz. Buyskes, schepen van Enkhuizen in 1623, 1625, 1631 en 1635. Het toont een haringschip of buis, drijvend in zee, onder klein razeil aan een druil met vlag in top. De grote mast, gestreken liggend in de mik, is duidelijk zichtbaar. Over de kleuren bestaat geen zekerheid * . Pieter Luytgesz. Buyskes (1534-1606), schipper en koopman, beheerde, behalve zijn eigen zaken, ook de zoutketen, scheepstimmerwerven, rederijen, enz.van zijn schoonvader Simon Meinertsz. Semeijns, die om wille van zijn geloofsovertuiging naar Emden was uitgeweken. Pieter Buyskes, die kon rekenen op een grote aanhang onder de stedelijke bevolking, was de door de Prins aangewezen leider van het verzet in Enkhuizen.
Willem van Oranje gaf hem opdracht, bij akte van commissie d.d. 20 april 1572, om zich van de stad meester te maken en de vijand afbreuk te doen door kaapvaart. Mede door zijn gematigd optreden gelukte het een Spaanse bezetting te voorkomen en de Spaansgezinde burgemeesters gevangen te nemen. Ook betaalde hij uit eigen zak de soldij van 350 ingezetenen, die na de geslaagde machtswisseling gerecruteerd waren. Buyskes heeft een jarenlang slepend geschil gehad met Gecommitteerde Raden in het Noorderkwartier over schadevergoeding van door hem in het begin van de opstand gederfde inkomsten. Bovendien ontstond er een geschil tussen Buyskes en zijn zwagers over de erfenis van Simon Meinertsz. Semeijns. Pieter eiste uit de nalatenschap fl 28.000.- vooruit, boven het erfdeel van zijn overleden vrouw. Hiervan wilden zijn zwagers niets weten en het gevolg was een jaren durende, onzalige familietwist * .
Mr. Gerrit Buyskes (1765-1832) begon zijn loopbaan als substituut-schout van het eiland Texel in 1786, waar hij zich aansloot bij de patriotten. Hij brak daarmee een familietraditie: de familie Buyskes was vanaf het begin van de opstand een trouwe aanhanger van het Oranjehuis geweest. Buyskes week uit naar Frans-Vlaanderen, waar hij met de bekende Daendels een handelsfirma begon. In 1795 teruggekeerd was hij o.m. lid van de Nationale Vergadering van Holland en het Provinciaal Bestuur van Holland. In 1802 werd hij benoemd tot griffier van de raad van Justitie aan Kaap de Goede Hoop; 3 jaar later tot lid van de rechtbank van appel. Mr. Gerrit Buyskes verhuisde in 1819 naar Batavia, alwaar hij zijn loopbaan afsloot als vice-president van het Hooggerechtshof.
Zijn broer Arnold Adriaan (1771-1838) begon zijn militaire carrière ter zee als adelborst. Hij werd in 1796 belast met het opnemen van de zeegaten en havens van de republiek. In 1802 vertrok Buyskes als kapitein op het fregat De Eendragt naar Oost-Indië met als taak om als eerste commissaris de Molukken van het Britse bestuur over te nemen. Na zijn terugkomst werd hij in juli 1805, als kolonel en kapitein-ter-zee, benoemd tot adjudant-generaal en als chef van de generale staf met de zorg belast om zoveel mogelijk kanonneerboten naar Calais en Ambleteuse te doen vertrekken. Hij kweet zich met verve van deze taak. Buyskes vertrok in 1807 met een schip onder neutrale vlag en onder een vreemde naam naar Batavia. De gouverneur-generaal Daendels benoemde Buyskes tot vice-president van de Raad van Nederlands-Indië en belastte hem met het commando over de troepen tot het ressort van Batavia behorende. In 1809 repatrieerde Buyskes, maar werd in de Atlantische oceaan krijgsgevangen gemaakt door de Engelsen. In 1814 werd Buyskes met mr. C.Th. Elout en mr. G.A.G.Ph. baron van der Capellen aangesteld tot commissaris-generaal van Nederlands-Indië. In 1819 beëindigde hij zijn actieve loopbaan ter zee, daarna deed hij veel commissiewerk. Zijn verdiensten voor de Nederlandse Marine werden in 1827 nog eens gehonoreerd door de verlening van de rang van vice-admiraal.
Mr. Pieter Buyskes (1794-1863) koos in tegenstelling tot zijn vader Arnold Adriaan voor een beroep op de vaste wal. Hij eindigde zijn loopbaan bij de rechterlijke macht als vice-president van het Provinciaal Gerechtshof van Zuid-Holland.
Pieter Johan Buyskes (1829-1910), zoon van mr. Pieter Buyskes en Helena Elisabeth Enschedé, trad in de voetsporen van zijn grootvader. Hij nam dienst bij de marine en bracht het tot chef van de afdeling hydrographie van het Departement van Marine.
laatste wijziging 20-08-2024
1.304 beschreven archiefstukken
203 gedigitaliseerd
totaal 8.177 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 20-08-2024
1.304 beschreven archiefstukken
203 gedigitaliseerd
totaal 8.177 bestanden
Afbeeldingen
laatste wijziging 20-08-2024
1.304 beschreven archiefstukken
203 gedigitaliseerd
totaal 8.177 bestanden
Kenmerken
Datering:
1487-1950
Omvang in meters:
14,00
Periode documenten:
1487-1950 (2000)
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk na transport
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-1258. De collectie bevat stukken betreffende Enkhuizen en West-Friesland en onder andere archiefstukken van de families Buyskes, Van Doesburgh, Geesteranus (Maas Geesteranus), Van Loosen, Pan, Semeijns en De Vries. Naast familiepapieren bevat de collectie veel verzamelde stukken, voornamelijk samengesteld door P.J. Buyskes (1829-1910) en mr. J. de Vries van Doesburgh (1863-1951). Inv.nrs. 440, 487 en 988 ontbreken. Inv.nr. 1256 is een loos nummer. Inv.nrs. 4, 356, 419, 455, 460, 469-474, 477-478 zijn nog bij de bruikleengever van de collectie. Nadere toegangen op inv.nr. 16 en inv.nr. 225, zie resp. bijlage I en bijlagen II en III in de inventaris.
Categorie:
laatste wijziging 20-08-2024
1.304 beschreven archiefstukken
203 gedigitaliseerd
totaal 8.177 bestanden