Uw zoekacties: Leesgezelschap voor Beeldende Kunst te Haarlem

1333 Leesgezelschap voor Beeldende Kunst te Haarlem ( Noord-Hollands Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis van de archiefvormer
1333 Leesgezelschap voor Beeldende Kunst te Haarlem
Inleiding
1.
Geschiedenis van de archiefvormer
Organisatie: Noord-Hollands Archief
Het Leesgezelschap voor Beeldende Kunst te Haarlem is opgericht in 1896. De eerste algemene vergadering vond plaats op maandag 30 november 1896. Het Leesgezelschap stelde zich ten doel om "tijdschriften en boeken, zoowel binnen- als buitenlandsche, op het gebied van beeldende kunst onder hare leden te laten circuleren."
Het leesgezelschap had haar leden met name onder de hogere burgerij. Het maximum aantal leden was op 42 gesteld. Bekende leden waren ondermeer J.W. Enschedé (1865-1926) geboren uit een belangrijk Haarlems uitgevers- en drukkersgeslacht en zelf ondermeer archivaris, bibliothecaris, historicus, schrijver en muziekwetenschapper. Deze was de eerste voorzitter. Daarnaast vervulde J.D. Rutgers van der Loeff (1874-1945), directeur van de Haarlemse Stadsbibliotheek, tot enkele jaren voor zijn overlijden de functie van penningmeester. Naast de voorzitter en penningmeester bestond het bestuur uit een secretaris, bibliothecaris en commissaris. Deze werden bij een meerderheid van stemmen gekozen voor een periode van vijf jaar.
Op de jaarlijkse algemene ledenvergadering werd bepaald welke boeken en tijdschriften in het komende jaar zouden circuleren. Aansluitend vond een boekenveiling plaats waarop de boeken en tijdschriften uit het voorgaande jaar onder de leden verkocht werden (deze boekenveiling kon in de jaren '80 van de vorige eeuw een aantal jaren niet plaatsvinden, omdat enkele leden boeken voor de portefeuille in bruikleen hadden afgestaan, wegens de financiële zorgen waarin het Leesgezelschap verkeerde. In 1988 vond na diverse jaren weer een boekenveiling plaats, evenals in het verleden bij één van de leden thuis).
De leden kregen wekelijks een portefeuille met boeken en tijdschriften aan huis bezorgd. Vanaf 1934 vond de wisseling van de portefeuilles eens per twee weken plaats. Boekhandel 'De Erven Loosjes N.V.' Haarlem zorgde voor het verwisselen en rondbrengen van de portefeuille en voor de levering van de nieuwe boeken. De heer A. Smit was vanaf zijn indiensttreding bij de firma Loosjes in 1928 degene die de portefeuille bij de leden rondbracht. Nadat hij per 1 juli 1970 zijn werk beëindigde en de firma Loosjes verder geen kans zag om voor het rondbrengen zorg te dragen, werd de heer Th. van Vught bereid gevonden om deze taak op zich te nemen. Hij moest wegens gezondheidsredenen begin 1975 met dit werk stoppen en omdat geen andere bezorger gevonden kon worden, moesten de portefeuilles tijdelijk bij een van de bestuursleden worden opgeslagen. Vanaf april 1975 werd de wisseling van portefeuilles weer ter hand genomen, maar nu volgens een nieuw ontworpen systeem waarin de verwisseling eens in de drie weken plaats vond. De heer Y. Bijster was hiervoor verantwoordelijk tot februari 1991. Bestuurslid F. Mayer bleek bereid om onbezoldigd het rondbrengen op zich te nemen, vanaf 1994 gevolgd door de heer J.G. Berkhout. In 2006 werd de heer R. Dekker portefeuillebezorger. De heer Berkhout bleef reserve. Abonnementen op tijdschriften waren in de jaren '80 en '90 afgesloten via Martinus Nijhoff International, vanaf 2002 door Swets Blackwell, waarin Nijhoff werd geïntegreerd.
Het voortbestaan van het Leesgezelschap is vaak zorgwekkend geweest. Al in januari 1934 moest een buitengewone ledenvergadering worden belegd waarin een aantal leden adviseerde tot liquidatie van het Leesgezelschap over te gaan omdat het ledenaantal tot 25 was gedaald. Toch werd besloten door te gaan. In de loop van de jaren moest herhaaldelijk de contributie worden verhoogd om de financiën rond te kunnen krijgen. Het bestuur stelde in 1974: "de opbrengst van de veilingen is de kurk waarop wij nog juist drijvende kunnen blijven." Het ledenaantal wisselde zeer sterk. In datzelfde jaar 1974 was dat zelfs zodanig dat het bestuur haar leden berichtte: "We hebben nu 42 leden en kunnen dus voorlopig geen nieuwe meer aannemen! Gelukkig, dat de levensdraad van het gezelschap niet afgesneden is!" Dit was echter niet van lange duur, want in de daaropvolgende jaren werden de leden herhaaldelijk opgeroepen om nieuwe leden te werven. In 1987 bedroeg het ledenaantal 37 wat te weinig was om nieuwe boeken aan te kunnen schaffen en moest een tijdschrift abonnement zelfs worden opgezegd. In 1988 werd onder de leden een enquête gehouden om inzicht te krijgen in de wensen en behoeften. Hieruit bleek dat een kleine uitbreiding van de portefeuille was gewenst en dat men ook graag boeken zag toegevoegd over onder meer schilderkunst, beeldhouwkunst, textiele werkvormen, kunstnijverheid en architectuur. In 1991 bevond het ledenaantal zich gevaarlijk dicht bij de kritieke waarde van 32. Uiteindelijk bleek in 2010 na een inventarisatie onder de leden dat er onvoldoende draagvlak was om het werk van het Leesgezelschap voort te zetten. Per 31 december 2010 werd het Leesgezelschap voor Beeldende Kunst opgeheven.
2. Geschiedenis van het archief en verantwoording van de inventarisatie
3. Bronnen
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1896-2010
Omvang in meters:
0,30
Periode documenten:
1896-2010
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-25.
Gemeente:
Haarlem