Uw zoekacties: Vincentiusvereniging te Haarlem

1207 Vincentiusvereniging te Haarlem ( Noord-Hollands Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Het ontstaan van de Vincentiusbeweging
2. Structuur
3. Werkzaamheden
4. Inkomsten
5. De Vincentiusvereniging te Haarlem
1207 Vincentiusvereniging te Haarlem
Inleiding
5.
De Vincentiusvereniging te Haarlem
Organisatie: Noord-Hollands Archief
Reeds vier jaar na de introductie van de Vincentiusbeweging in Nederland werd door een aantal vrome mannen te Haarlem de Conferentie Sint Bavo opgericht. Voor dit doel had men geld bijeen gebracht, waarmee een huis in de Zoetestraat, later nummer 11, werd aangekocht om te dienen als verenigingsgebouw.
De prille vereniging bloeide en bij het 25 jarig bestaan kon in tevredenheid worden omgezien. Met de bevolkingsgroei van Haarlem was echter ook het aantal behoeftigen toegenomen. Om efficiënter hierop in te kunnen spelen, werd besloten om de bestaande Conferentie op te splitsen in drie nieuwe, namelijk één voor elke parochie. Zo ontstonden in 1876 de Conferenties van Sint Jozef, van Sint Antonius van Padua en van Onze Lieve Vrouwe Rozenkrans en Sint Dominicus (ook bekend als de 'Spaarneconferentie'). Zij waren volgens voorschrift vernoemd naar de parochies waar ze onder vielen. (De oude Conferentie was vernoemd naar Haarlems patroonheilige.) De grenzen van een Conferentie vielen samen met die der betreffende parochie.
Zoals voorgeschreven in het reglement, werd nu ook een Bijzondere Raad ingesteld, als coördinator voor de Conferenties.
De belangrijkste taak van de leden was het huisbezoek aan de armen. In aanmerking komende gezinnen werden wekelijks bezocht door twee 'broeders', steeds dezelfde per gezin zodat een vertrouwensband kon ontstaan. Materiële nood werd gelenigd door het geven van geld of hulp in natura, tegelijkertijd werd getracht door vermaningen en het beschikbaar stellen van stichtelijke lectuur de ontvangers op 'het rechte pad' te brengen of houden. In het verlengde hiervan werd in de winter van 1854/55 begonnen met de exploitatie van een gaarkeuken (de 'Spijskokerij', later 'Vincentiuskeuken' genoemd). In 1869 kreeg dit 'Liefdewerk' een eigen bestuur. In 1864 werden twee andere Liefdewerken opgericht, namelijk een bibliotheek en een magazijn voor kleren en huisraad.
Ook aan mishandelde of verwaarloosde kinderen werd aandacht geschonken, waar nodig werd getracht de kinderen aan de ouderlijke macht te onttrekken. Soms nam de vereniging de voogdij over de betreffende kinderen over. In 1903 werd hiervoor een apart Liefdewerk opgericht, de Commissie voor kinderverpleging en Kinderbescherming. Dit Liefdewerk moet niet verward worden met dat van de Commissie voor de Kindervakantieuitzending, die in 1948 van start ging. Zoals de naam zegt, zorgde deze commissie voor het uitzenden in de schoolvakanties van 'bleekneusjes' naar het platteland. Een andere voorziening voor de jeugd was het Patronaat der St. Josephs Gezellen Vereniging, opgericht in 1894 om leerjongens in hun vrije tijd 'van de straat' te houden. Dit liefdewerk werd in 1911 losgekoppeld van de Haarlemse vereniging en ondergebracht in een landelijke organisatie.
De economische achteruitgang van Haarlem na de Eerste Wereldoorlog zorgde voor een nieuwe groep behoeftigen, de van oorsprong vaak beter gesitueerde mensen die door de malaise hun baan of zaak verloren hadden. Omdat, in tegenstelling tot de arbeidersklasse, deze doelgroep er alles aan gelegen was om hun nood geheim te houden, diende zij anders benaderd en vooral discreet geholpen te worden. Voor hen werd in 1923 het Liefdewerk Stille Armen in het leven geroepen.
6. Groei
7. Spijskokerij/ Vincentiuskeuken
8. Magazijn
9. Bibliotheken
10. Kinderuitzending
11. Huisvesting
12. Geschiedenis van het archief
13. Verantwoording van de inventarisatie
14. Geraadpleegde literatuur
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1850-1995
Omvang in meters:
4,60
Periode documenten:
1850-1995 (1997)
Openbaarheid:
gedeeltelijk openbaar
Opheffing openbaarheidsbeperking:
toestemming gemeentearchivaris
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-345. Bij een aantal inv.nrs. zijn beperkende bepalingen ten aanzien van de openbaarheid gesteld. Inv.nr. 140 openbaar vanaf 2030, inv.nr. 188 openbaar vanaf 2025 en inv.nr. 189 openbaar vanaf 2037.
Gemeente:
Haarlem