Uw zoekacties: Koninklijke Fabriek van Rijtuigen en Spoorwagens J.J. Beijne...

102 Koninklijke Fabriek van Rijtuigen en Spoorwagens J.J. Beijnes NV te Haarlem ( Noord-Hollands Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis van het bedrijf
2. Organisatie en structuur van het bedrijf
Een globaal inzicht in de structuur van de organisatie kan van belang zijn bij het hanteren van de inventaris. Hiertoe strekken de volgende gegevens welke, analoog aan het voorafgaande hoofdstuk, chronologisch zijn gerangschikt. De gegevens betreffende de hiërarchische geleding inde bedrijfsvoering en die betreffende de structuur van de productieafdeling zijn uit praktische overweging steeds gecombineerd.
2.1. Eenmanszaak
2.2. Firma
2.3. Naamloze vennootschap
102 Koninklijke Fabriek van Rijtuigen en Spoorwagens J.J. Beijnes NV te Haarlem
Inleiding
2. Organisatie en structuur van het bedrijf
2.3.
Naamloze vennootschap
Organisatie: Noord-Hollands Archief
In 1918 werd de firma in een naamloze vennootschap omgezet, waarbij aanvankelijk het aandelenkapitaal in handen van de familie bleef. Vanaf 1920 werden aandelen Beijnes via de Effectenbeurs verhandeld.
De aandeelhouders kozen in de algemene vergadering zowel de leden van de directie (twee leden) als een Raad van Commissarissen (drie of vier leden) uit een bindende voordracht van minstens twee personen, op te maken door de vergadering van houders van preferente aandelen. De Raad koos uit zijn midden een president en een secretaris. De president was tevens gedelegeerd commissaris. "Zo de raad dit gewenst acht, is een der leden der directeuren verplicht zijn vergadering bij te wonen en is dan gehouden alle door de raad verlangde inlichtingen, zover mogelijk, te verschaffen." Er werd eenmaal per jaar, in mei, verplicht vergaderd, en verder zo vaak als de voorzitter of twee van de leden dit wenselijk achtten.
Uiterlijk in mei werden de jaarstukken van het afgelopen boekjaar door de directie in handen van de Raad gesteld. Deze bracht schriftelijk verslag uit, acht dagen voor de algemene vergadering welke uiteindelijk in juni daaropvolgend plaats vond. De algemene vergadering keurde de stukken al dan niet goed. * 
Had de Raad van Commissarissen een toezichthoudende functie, de dagelijkse leiding berustte bij de directie. Aan de werkmeesters werd een grote verantwoordelijkheid toegeschoven, terwijl de directie van op een afstand bestuurde. Zo woonde vanaf 1921 ir. J.J. Beijnes om gezondheidsredenen te Nijmegen (Berg en Dal). Men poogde de bedrijfsvoering te verbeteren, hetgeen vanwege de slechte economische situatie, die ook haar weerslag had in het bedrijf, meer dan gewenst was. In 1930 werd een bedrijfsanalyse uitgevoerd en daarover een rapport uitgebracht. Juist in die tijd overleden de beide directeuren, zodat onder leiding van de nieuwe directeur ir. H.J.M. Bekkers de plannen uitgevoerd werden. Het bestaande tariefsysteem werd weliswaar gehandhaafd, maar omgewerkt tot een voor die tijd zeer vooruitstrevend stelsel, waarin men onder andere werkte met tariefbonnen en een Burk-klok (kaartstempelautomaat). De verantwoordelijkheid werd gedelegeerd, die van de werkmeesters ontlast. * 
Beijnes was nu een doelmatig ingericht en functionerend bedrijf geworden en kon zich hierin met vele bedrijven van gelijke grootte meten.
In 1950 was de nieuwe fabriek te Beverwijk als volgt ingericht:
De metaalhal, waarin de carrosserie van een rijtuig werd vervaardigd. Tevens werden hier de trucks in hun geheel gebouwd en afgewerkt.
De houthal, waarin de machinale houtbewerking plaats vond, inclusief de betimmeringen aan het interieur van het rijtuig, voor het in elkaar gezet kon worden.
De montagehal, waarin de aankleding van de spoorwagens geschiedde: van carrosserie tot comfortabel rijtuig. Hier vond tevens het schilderwerk plaats.
Het kantoorgebouw, waarin de directie met haar technische en administratieve staf zetelde.
De metaal- en houthal hadden elk hun eigen magazijn; de montagehal had er twee: het centraal- en tussenmagazijn, waar alle montagedelen van buiten, respectievelijk alle halfproducten van het eigen bedrijf waren opgeslagen. * 
Zo vindt men een afspiegeling van de structuur van het bedrijf terug in de financiële administratie. Reeds vanaf 1921 werd geëxperimenteerd met de omslag van de exploitatie- en productiekosten. Sinds de reorganisatie in 1930 werkte men met een verdeling van het boekjaar in dertien vierwekelijkse periodes. De onkosten (van exploitatie en productie) verdeelde men naar soort en naar afdeling (de vakken). De afdelingsonkosten verdeelde men over het loon: de magazijnonkosten over het materiaal; en de algemene exploitatiekosten over het bedrag dat ontstond uit de samenstelling van loon, materiaal, afdelingskosten en magazijnkosten. * 
Nu was ook de administratie min of meer geperfectioneerd: vanaf 1930 kon men de bedrijfsresultaten op elk moment aflezen. Men behoefde niet langer tot mei van het volgende jaar te wachten om achteraf te constateren waar het ergens schortte, nu kon men, dat was het voordeel, bijtijds bijsturen waar dit nodig bleek.
3. Geschiedenis van het archief
4. Verantwoording van de inventarisatie
5. Het citeren van stukken
6. Geraadpleegde literatuur
7. Bijlagen
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1838-1963
Omvang in meters:
12,25
Periode documenten:
1838-1963 (1969)
Openbaarheid:
gedeeltelijk openbaar
Opheffing openbaarheidsbeperking:
toestemming directeur
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-579. Stukken jonger dan 75 jaar zijn niet openbaar. Lijst van leidinggevende functionarissen, 1838-1963, in de inventaris. Naast dit archief bevindt zich bij het Noord-Hollands Archief nog een archieffragment van de Koninklijke Fabriek van Rijtuigen en Spoorwagens J.J. Beijnes NV te Haarlem, 1850-1958, zie toegangsnummer 3256.
Gemeente:
Haarlem