920 Centrale Schoolartsendiensten in Noord-Brabant, 1948 - 1975 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
920
Centrale Schoolartsendiensten in Noord-Brabant, 1948 - 1975
Inleiding
Historisch overzicht
920 Centrale Schoolartsendiensten in Noord-Brabant, 1948 - 1975
Inleiding
Historisch overzicht
In 1948 werd door enkele besturen van commissies van beheer van districtsschoolartsendiensten het initiatief genomen tot gemeenschappelijk overleg. Hiertoe bestond behoefte om ervaringen te kunnen uitwisselen en knelpunten te kunnen bespreken. Men vreesde druk van buiten af (Kruisverenigingen, Inspectie Volksgezondheid) om het gemeentelijk karakter van de schoolartsendiensten weg te nemen.
Na voorbereidende vergaderingen in 1948 en 1949 werd op 23 juni 1949 de Centrale van Schoolartsendiensten een feit. Hierin waren alle op dat moment bestaande Noord-Brabantse districtsschoolartsendiensten vertegenwoordigd en een deel van de stedelijke geneeskundige gezondheidsdiensten. In de loop der tijd waren in de centrale alle schoolartsendiensten en gezondheidsdiensten in Noord-Brabant vertegenwoordigd, met inbegrip van de stedelijke G.G.D.'s. De vergaderingen werden eveneens bijgewoond door de Inspecteur voor de Volksgezondheid. In mei 1958 werd de naam gewijzigd in Centrale van Gezondheidsdiensten en Schoolartsendiensten in Noord-Brabant.
De centrale was vooral een overlegorgaan waarin de besturen van de Brabantse gezondheidsdiensten en schoolartsendiensten met elkaar konden spreken over gezondheidszorg. Tot de belangrijkste onderwerpen die in de centrale aan de orde zijn geweest behoren:
- rechtspositie van schoolartsen en schoolverpleegsters;
- samenstelling van Districtsschoolartsendiensten;
- uitbreiding van schoolartsendiensten tot gezondheidsdiensten;
- samenwerking met andere instellingen;
- vergoedingen en salariëring;
- regionalisatie gemeentelijke gezondheidszorg;
- verhouding overheid-particulier initiatief.
- rechtspositie van schoolartsen en schoolverpleegsters;
- samenstelling van Districtsschoolartsendiensten;
- uitbreiding van schoolartsendiensten tot gezondheidsdiensten;
- samenwerking met andere instellingen;
- vergoedingen en salariëring;
- regionalisatie gemeentelijke gezondheidszorg;
- verhouding overheid-particulier initiatief.
In 1977 werd ter discussie gesteld of de centrale moest worden gecontinueerd, gezien het feit dat de jaren ervoor de schoolartsendiensten meer en meer onder gezondheidsdiensten zijn komen te functioneren en het totaal aantal diensten steeds kleiner werd. Besloten werd de centrale per 1 januari 1978 op te heffen. Formele opheffing vond overigens pas in 1982 plaats. Na 1977 zijn echter geen activiteiten meer ondernomen.
Rijksarchief in Noord-Brabant, 1997
Rijksarchief in Noord-Brabant, 1997
laatste wijziging 30-04-2022
29 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 30-04-2022
29 beschreven archiefstukken
Kenmerken
laatste wijziging 30-04-2022
29 beschreven archiefstukken