Uw zoekacties: Municipaliteit Ravenstein, 1795 - 1800

828 Municipaliteit Ravenstein, 1795 - 1800 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
Periode 1795-1800: bestuur
Periode 1795-1800: rechtspraak
Periode 1800-1810: bestuur
Periode 1800-1810: rechtspraak
828 Municipaliteit Ravenstein, 1795 - 1800
Inleiding
Historisch overzicht
Periode 1800-1810: rechtspraak
In het Land van Ravenstein zijn vanaf 1801 weer twee schepenbanken, één in Ravenstein en één in Uden. De laatste werd op 20 oktober 1800 in ere hersteld. De schepenbanken bestonden uit zeven schepenen, van wie één president-schepen was. Voor beide banken samen was er één secretaris. De drost fungeerde hier als openbare aanklager. De schepenbank van Uden sprak alleen recht in civiele zaken, die van Ravenstein in zowel civiele als criminele zaken.
Op confessie gewezen vonnissen in de criminele rechtspraak waren vatbaar voor vernietiging door het Hof van Justitie in Bataafs Brabant. Buiten confessie gewezen vonnissen waren voor hetzefde hof appellabel. Van civiele zaken boven ? 25 was beroep mogelijk bij het hof. * 
De kosten van de rechtspraak werden gedragen door de inwoners van het Land van Ravenstein, waarbij dit gesplitst was volgens de oude indeling Maaskant-Heikant.
De drost, vanaf 1807 dus baljuw, werd ook wel aangeduid als criminele officier. Blijkbaar diende er eigenlijk een schout-civiel te worden aangesteld, want in een mededeling van de magistraat van Ravenstein kunnen we lezen dat 'de criminele officier nog fungeert op de oude voet, mede als scholtis bij de respectieve civiele rechtbanken'. * 
Wat betreft de periode 1800-1805 is besloten dit te beschouwen als het archief van de drost/baljuw van het Land van Ravenstein. Het geheel, dat wil zeggen van 1795 tot 1810 werd aangetroffen als supplement bij het drost-archief. Dit is echter niet te verdedigen, aangezien de drost als plaatsvervanger van de heer en als uitvoerder van alle daaraan vast zittende taken, in 1795 feitelijk ophield te bestaan. Mogelijk was ook geweest het archief van na 1795 als een geheel op te vatten, maar dit is niet in overeenstemming met de hierboven omschreven taakverdeling, noch met de aard van de aangetroffen stukken.

W.A. van Paassen, 1992
Aanwijzingen voor de gebruiker

Kenmerken

Datering:
1795-1800
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch