7140 Gemeentelijk kadaster Haps, 1832 - c. 1970 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
7140
Gemeentelijk kadaster Haps, 1832 - c. 1970
Inleiding
Inleiding
7140 Gemeentelijk kadaster Haps, 1832 - c. 1970
Inleiding
Inleiding
In 1832 is in Nederland het kadastrale stelsel ingevoerd. Dat hield in dat het Nederlandse grondgebied ingedeeld werd in zogenaamde kadastrale gemeenten, genaamd naar de burgerlijke gemeente van het betreffende gebied. Overigens hoeven de grenzen van deze kadastrale gemeenten niet in alle gevallen samen te vallen met die van de burgerlijke gemeenten.
De kadastrale gemeente is verder verdeeld in een aantal secties, aangeduid met een hoofdletter (A, B etc.). De secties zijn samengesteld uit percelen, die zijn genummerd met arabische cijfers. Ieder perceel kan dus worden geïdentificeerd door kadastrale gemeente, sectie en nummer.
Bij de invoering van het kadaster in 1832 ontvingen de burgerlijke gemeenten ten behoeve van hun eigen dienst en van het publiek een aantal kadastrale bescheiden in de vorm van kopieën van de perceelsgewijze kadastrale legger, kopieën van de Oorspronkelijke Aanwijzende Tafel (OAT) en de Suppletoire Aanwijzende Tafel (SAT), een overzichtskaart van de sectie- en bladindeling van de minuutplans en kopieën van die minuutplans zelf, in het algemeen de gemeenteplans genoemd. Later werden daar nog aan toegevoegd de Alfabetische Naamlijst en het zogenaamde Register nr. 71, een verwijzingsregister van de nummers der percelen naar de artikelen van de kadastrale legger.
Met andere woorden: bij de burgerlijke gemeenten berust een gedeelte van de kadastrale administratie in kopievorm.
Deze inventaris beschrijft de kadastrale bescheiden van de gemeenten Beers, Beugen, Boxmeer, Cuijk, Escharen, Gassel, Grave, Haps, Linden, Maashees, Mill & St. Hubert, Oeffelt, Oploo, Sambeek, Velp, Vierlingsbeek en Wanroij voorzover deze bewaard zijn gebleven. De gemeenteplans zijn buiten deze inventaris gebleven.
De verschillende categorieën bescheiden worden hierna kort uitgelegd, gevolgd door aanwijzingen voor het gebruik.
De kadastrale gemeente is verder verdeeld in een aantal secties, aangeduid met een hoofdletter (A, B etc.). De secties zijn samengesteld uit percelen, die zijn genummerd met arabische cijfers. Ieder perceel kan dus worden geïdentificeerd door kadastrale gemeente, sectie en nummer.
Bij de invoering van het kadaster in 1832 ontvingen de burgerlijke gemeenten ten behoeve van hun eigen dienst en van het publiek een aantal kadastrale bescheiden in de vorm van kopieën van de perceelsgewijze kadastrale legger, kopieën van de Oorspronkelijke Aanwijzende Tafel (OAT) en de Suppletoire Aanwijzende Tafel (SAT), een overzichtskaart van de sectie- en bladindeling van de minuutplans en kopieën van die minuutplans zelf, in het algemeen de gemeenteplans genoemd. Later werden daar nog aan toegevoegd de Alfabetische Naamlijst en het zogenaamde Register nr. 71, een verwijzingsregister van de nummers der percelen naar de artikelen van de kadastrale legger.
Met andere woorden: bij de burgerlijke gemeenten berust een gedeelte van de kadastrale administratie in kopievorm.
Deze inventaris beschrijft de kadastrale bescheiden van de gemeenten Beers, Beugen, Boxmeer, Cuijk, Escharen, Gassel, Grave, Haps, Linden, Maashees, Mill & St. Hubert, Oeffelt, Oploo, Sambeek, Velp, Vierlingsbeek en Wanroij voorzover deze bewaard zijn gebleven. De gemeenteplans zijn buiten deze inventaris gebleven.
De verschillende categorieën bescheiden worden hierna kort uitgelegd, gevolgd door aanwijzingen voor het gebruik.
laatste wijziging 12-10-2020
21 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 12-10-2020
21 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Categorie:
laatste wijziging 12-10-2020
21 beschreven archiefstukken