Uw zoekacties: Dorpsbestuur Schijndel, 1312-1811

5016 Dorpsbestuur Schijndel, 1312-1811 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
Het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker
Inventaris
AFDELING I
Privilegiën, titels der gemeentegronden, octrooien enz.
5016 Dorpsbestuur Schijndel, 1312-1811
Inventaris
AFDELING I
Privilegiën, titels der gemeentegronden, octrooien enz.
3 a. Wenceslaus en Johanna bevestigen den brief van den rentmeester van Brabant van 13 juni 1314 (in den tekst opgenomen) en bevelen allen schouten, rentmeesters en officieren de handhaving enz., opten twintichsten der maent van april 1374
Simpele kopie-translaat op papier, onmiddellijk gevolgd door:
b. Philips hertog van Brabant enz. bevestigt den brief van Wenceslaus en Johanna van 20 april 1374 of 1375 (in den brief opgenomen maar in deze kopie bekort tot de begin- en eindwoorden van het origineel, met verwijzing naar de voorafgaande vertaling) en vergunt den lieden erfelijk het pootrecht van eikenheesters 2 roeden diep, mits de eikels gemeen blijven en bij kapping houtschat zal worden betaald, acht dagen in Julio 1462.
Simpele kopie-translaat op hetzelfde papier met het vorige.
Op den rug staat: "Copye van der chaerte des boodems van Elde".
c. De rentmeester van Brabant onder medebezegeling van heer Floris Berthoudts, heer van Mechelen, stedehouder van den hertog van Brabant, verkoopt voor een zekere som en een jaarcijns van 20 schellingen aan 's hertogs gemeene luiden Gerard vander Aa van Boxtel, Lodewijcx (sic) geheijten vanden Alsbake, Jan die heffge, Wouterssen geheijten lange Wouterssen en Nenneken
van Abrugge, de gemeynte besloten tusschen de volgende grenzen of palen: van de Veltgrave tot Heselaer, en van daar tot het gericht van Herlaer aan de eene zijde, en van de andere zijde van Heselaer aan het eind der Veltgrave tot het goed van heer Geerling van den Bosch, gelegen van (sic) de stede geheeten op die Houthem, en van hier tot het goed dat was van Henr. van Hermaelen te Houthem, tot het gemeen gerecht van Boxtel en Herlaer bij de Hoochstraat en van daar tot de Wedehaige; zulks met het recht om keuren te stellen enz. , des Donderdaechs nae den hoochtijt van Sinte Barnabe des apostels 1314.
Opgenomen in a.
, 20 april 1374 of 1375, 8 juli 1462, 13 juni 1314 i
5 a. De rentmeester van den hertog van Brabant in de stad en meierij van 's Hertogenbosch, met mannen van leen, wijzen in een geschil tusschen die van Vechel en die van Schijndel over
"tgescheit" hunner vroenten en gemeenten (waarin zij 's zondags te voren in de kerken van S. en Vechel geding hebben gelegd), bij het begin dier grensscheiding aan de "Veerdoncs' colcke", vonnis overeenkomstig het hoofdvonnis dd. 15 januari 1448 (in den tekst opgenomen), dat zij, "des vonnis niet vroet", van cancellier en raden te Brussel vroegen "om van haeren hoefde geleert te weerden," , opten drieentwentichsten dach der maent van ianuario 1447.
Van de 11 uithangende zegels (een van den rentmeester, 10 van de leenmannen) 2 verdwenen, 7 afgevallen, het 6de, van Hendrik Kuijst, in groene was, een weinig en het 9de, van Jan van Best, mede in groene was, sterk beschadigd.
b. In het geding tusschen Vechel en S. over het maken, krachtens bekomen hertogelijk consent, door die van S. van een landweer tusschen Veerdoncs colcke en den paal "after Eerde," leeren cancellier en raden van den hertog in den lande van Brabant den mannen van leen des hertogen, in de stad en meierij van den Bosch gezeten, vonnis te wijzen aldus dat die van Vechel "vellich" en die van S.
"volcomen" worden gewezen, en dat de laatsten aldaar hunne vroenten en gemeinten zullen mogen begraven en begraven houden volgens dat consent, opten vijftiensten dach van januario 1447.
Opgenomen in het vorige.
, 23 januari 1448, 15 januari 1448 i
8 a. Vidimus van Bossche schepenen dd. 5 september 1640 van een brief van Philips, hertog van Brabant enz. 2), waarbij deze aan die van S., na de overlegging door hen van den ongedateerden brief van hertog Jan III houdende vernieuwing van dien van Jan II van 6 december 1309 (in den tekst opgenomen), vergunt het ten verkoop aangeslagen en in den brief omschreven gedeelte hunner gemeinte bij voortduring evenals het andere te behouden en te gebruiken, onder oplegging eener betaling van 28 Rijnsguldens eens en een extra jaarlijkschen erfcijns van 28 oude grooten, en onder eenige bepalingen als: schout en schepenen maken ordonnantien op het gebruik der gemeente; ieder mag voor zijn erf tot op een breedte van 40 voet boomen zetten, ze rooien en vervangen; de eikels blijven ten algemeenen nutte; uitgiften mogen geschieden tot 25 bunders tegen cijns; enz.
De omschrijving der nieuw-gegeven gemeinte luidt aldus: "beginnende aent gewat dair te liggen plach die brugge van Middelrode over die riviere vander Aa, streckende lancs die gemeynte van Elde, den voirs. van S. ende anderen toebehoorende, tot aent goet geheyten op Nuenenvelt, nu ter tijt toebehoorende Clasen Spirinck ende van dair opt goet van Harmalen en soo voirt op Hezeacker, van dair tot aen die moelen van Coevringen, van den selven moelen totten palen dierre van S. after Eerde, van den selven pale tot aen Veerdoncs kolc gelegen mitten eynde aen die Oude Beke, van Veerdoncx kolck tot aen die watermoelen gelegen tot Dinter geheyten die moelen tot Kilsdonck, ende van dair voirts lancs die riviere vander Aa tot aent voirs. gewat, dair die voirs. brugge van Middelrode te liggen plach," achtien daegen in julio 1465.
Twee uithangende zegels verdwenen.
b. Zie nummer 1, 1312-1355.
Opgenomen in het vorige.
2) Het origineel van dezen brief berust in het Rijksarchiefdepot te 's Hertogenbosch. Het werd daarvoor in 1876, door bemiddeling van den Rijksarchivaris te 's Gravenhage, aangekocht., 18 juli 1465, 1312-1355 i
31 a. Filips, hertog van Brabant enz., verklaart zijn souvereiniteit en zijn private recht in de Meierij verkort door den last der Staten van de affgewekene provincien om de geestelijke goederen in de redemptie der gemeene middelen te doen aanslaan en deze te doen betalen in de dorpen waartoe zij behooren, en om de kloosters, conventen en plaatsen, mitsgaders tienden, molens en al die goederen die op zich zelf staan en nu de dorpslasten mede helpen dragen, ieder apart aan te slaan, en verbiedt, daar het evenmin begrepen is in de capitulatie van 's Hertogenbosch, de voldoening daaraan, 1633, den drijentwintichsten junij.
Copia copiae op papier, onmiddellijk gevolgd door:
b. Filips, hertog van Brabant enz., ingelicht dat door de Staten der affgewekene provincien den officieren van de meierij van 's Hertogenbosch is gelast zekere predicanten of ministers van de gepretendeerde gereformeerde religie in het bezit te stellen van de hoofdkerken van eenige der notabelste dorpen en plaatsen in die meierij, dat daarna de roomsche priesters door hen gewaarschuwd zijn de kerken te ontruimen en aan de inbezitneming geene beletselen in den weg te leggen en dat zij voorgeschreven hebben dat de geestelijken in de Meierij jaarlijks 4200 gulden tot onderhoud der predikanten moeten opbrengen, alles in strijd met zijn souvereiniteit en strekkende "tot extirpatie van de oude goede oprechte en waerachtige roomsche religie", - verbiedt den officieren aan den last te voldoen, aan de pachters, gebruikers en bezitters van geestelijke goederen om bij te dragen in de 4200 gld., en aan de kloosters, collegies, pastoors, kapelaans en andere geestelijken om de predikanten bezit te laten nemen van de kerken of eenige bijdragen tot hun onderhoud te geven, 1633, den sessentwintichsten junij.
Copia copiae op papier, met vermelding der publicatie te S. op - juli 1633 (datum oningevuld) , 23 juni 1633, 26 juni 1633 i

Kenmerken

Datering:
1312-1811
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch