Uw zoekacties: Familie De Jonge van Zwijnsbergen, 1458 - 1960

319 Familie De Jonge van Zwijnsbergen, 1458 - 1960 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
Het geslacht De Jonge van Zwijnsbergen

De oorsprong van het geslacht De Jonge van Zwijnsbergen ligt, zoals die van alle andere takken van het geslacht De Jonge, in de stad Zierikzee. Gedurende vele generaties bekleedde dit geslacht een vooraanstaande positie binnen deze stad. In het kader van deze inventaris zou het evenwel te ver voeren om de hele genealogie van dit geslacht te beschrijven en bovendien bestaat hierover reeds een uitgebreide beschrijving die gepubliceerd is. *  Zoals dan ook de titel van dit hoofdstuk aangeeft, beperkt deze inleiding zich tot de genealogie van het geslacht De Jonge van Zwijnsbergen.
Als stamvader van dit geslacht treedt naar voren Mr. F.A. de Jonge. Hij werd geboren te Zierikzee op 27 september 1765. Hij studeerde rechten te Utrecht *  en bekleedde nadien enkele vooraanstaande funkties binnen zijn geboortestad. Op 27 juni 1789 huwde hij met Anna Maria Emilia Martini, dochter van Mr. Antoni Martini, raadspensionaris van 's-Hertogenbosch en weduwe van Mr. Jacob Frederik Roosendael, met wie zij slechts zeven maanden gehuwd is geweest. *  Na dit huwelijk vestigde Mr. F.A. de Jonge zich te 's-Hertogenbosch, waar hij zich tot Brabander liet naturaliseren. *  Op 5 december 1796 kocht hij huize "Jagtlust" te Helvoirt en vestigde zich daar metterwoon. *  In het zelfde jaar was hij door de Representanten van het volk van Bataafsch Braband benoemd tot lid van het Hof van Justitie. *  In 1806 werd hij benoemd tot Commissaris der Verpondingen in het district Oisterwijk *  en in 1809 was hij in een gelijke funktie werkzaam in het district 's-Hertogenbosch. *  Op 29 maart 1814 woonde hij de Grote Vergadering te Amsterdam bij *  en op 10 mei daaraanvolgend, werd hij benoemd tot rechter bij de rechtbank in de eerste aanleg te 's-Hertogenbosch. *  Hij overleed te Aken op 8 augustus 1833. Uit zijn huwelijk met Anna Maria Emilia Martini werden twee kinderen geboren, een zoon en een dochter. De zoon, Marinus Bonifacius Willem, werd te 's-Hertogenbosch geboren op 13 augustus 1790. Aanvankelijk was hij schout te Helvoirt en vanaf 1812 burgemeester.
Deze funktie bekleedde hij onafgebroken tot 1844. *  Op 1 oktober 1825 werd Mr. M.B.W. de Jonge verheven in de adelstand. *  Vanaf 1816 bewoonde hij het kasteel Zwijnsbergen te Helvoirt, aanvankelijk als huurder en sedert 1820 als eigenaar. *  Deze omstandigheid gaf Mr. M.B.W. de Jonge aanleiding, om na de verheffing in de adelstand, de titel "heer van Zwijnsbergen" aan zijn naam toe te voegen. In 's-Gravenhage werd met deze betiteling niet ingestemd, blijkens de daarover gevoerde correspondentie, zodat Jhr. Mr. M.B.W. de Jonge moest afzien van de titel "heer" en genoegen moest nemen met de achtervoeging "van Zwijnsbergen". *  In 1826 trad Jhr. Mr. M.B.W. de Jonge van Zwijnsbergen toe tot het Ridderschap in Noord-Brabant. *  Daarnaast was hij kamerheer in buitengewone dienst des Konings. In 1852 volgde hij zijn ongehuwde oom Cornelis de Jonge op als heer van Dreischor. Hij overleed op 22 mei 1864. * 
Jhr. Mr. M.B.W. de Jonge van Zwijnsbergen is tweemaal gehuwd. geweest. Op 3 oktober 1816 huwde hij te Breukelen met Jkvr. Sara Adriana Ortt van Nijenrode, welk huwelijk in 1830 door echtscheiding ontbonden werd. Uit dit huwelijk stamden vijf kinderen. Hij hertrouwde op 5 september 1834 te Cuijk met Adriana Gelinck, weduwe van Willem van Datsevael. Uit dit huwelijk stamden drie kinderen. *  Onder deze acht kinderen waren twee zonen, waarvan de oudste, Jhr. Mr. Joan de Jonge van Zwijnsbergen, zijn vader opvolgde in de bezittingen te Helvoirt, terwijl de jongste, Jhr. Willem Godfried de Jonge van Zwijnsbergen, opvolgde als heer van Dreischor. Jhr. Mr. Joan de Jonge van Zwijnsbergen werd te Helvoirt geboren op 12 november 1821 en overleed aldaar op 26 augustus 1881. Tijdens zijn leven was hij jagermeester des Konings in Noord-Brabant en kamerheer in buitengewone dienst des Konings. *  Daarnaast bekleedde hij de funktie van kapitein-adjudant bij de eerste afdeling Rustende schutterij in Noord-Brabant. *  Evenals zijn vader was hij lid van de Ridderschap en lid van de Onze Lieve Vrouwe Broederschap te 's-Hertogenbosch. In 1860 kocht hij het kasteel van zijn vader. Hij huwde te Driebergen op 6 september 1851 met Susanne Civile Sophie barones van Hardenbroek. *  Beheerde hij door toedoen van dit huwelijk de goederen te Everdingen en omgeving en te De Bildt? Slechts gedurende zijn leven zijn er stukken daaromtrent in het archief terecht gekomen. *  Uit zijn huwelijk met S.C.S. barones van Hardenbroek stamden acht kinderen. Zijn oudste zoon Jhr. Marinus Bonifacius Willem volgde hem op als kasteelheer van Zwijnsbergen.
Deze werd geboren te Helvoirt op 11 juli 1852. Kennelijk voorbestemd om zijn vader op te volgen in het beheer van de goederen te Helvoirt, studeerde Jhr. M.B.W. de Jonge van Zwijnsbergen aan de Ackerbauschule te Kleef. *  Vanaf 1875 vervulde hij, nagenoeg onafgebroken, tot 1908 toe, een funktie als kerkeraadslid van de Nederlands Hervormde gemeente te Helvoirt. *  Daarnaast was hij distriktsbestuurder van de Maatschappij tot bevordering van Welstand, voornamelijk onder landlieden, in het distrikt 's-Hertogenbosch. Hij huwde te Helvoirt met zijn nicht Reiniera Maria Cornelia barones van Hardenbroek van de Kleine Lindt, op 25 september 1879. Uit veel stukken in het archief blijkt, dat het Jhr. Marinus Bonifacius Willem de Jonge van Zwijnsbergen financieel gezien niet goed ging. In 1890 was hij gedwongen het kasteel Zwijnsbergen te verkopen. *  Een akte van deze verkoop wordt in het archief niet aangetroffen, maar vast staat dat Zwijnsbergen werd gekocht door zijn schoonvader Duco Lodewijk Willem baron van Hardenbroek van de Kleine Lindt. Na diens dood vererfde het kasteel weer op Jhr. M.B.W. de Jonge van Zwijnsbergen en diens echtgenote. Wederom waren zij genoodzaakt het kasteel te verkopen in 1905. *  In 1906 verliet het geslacht De Jonge van Zwijnsbergen voorgoed het kasteel. Uit het huwelijk met Reiniera Maria Cornelia barones van Hardenbroek werden zes kinderen geboren. Van hen zijn in het archief nog slechts enkele, meest vroege stukken gevonden.
Aanverwante families

Voor een inzicht in de verwantschap met andere families zijn in deze inventaris een vijftal stamlijsten opgenomen. * 
Het kasteel Zwijnsbergen
319 Familie De Jonge van Zwijnsbergen, 1458 - 1960
Inleiding
Historisch overzicht
Het kasteel Zwijnsbergen
Hoewel er in het archief van de familie De Jonge van Zwijnsbergen nauwelijks stukken betreffende het kasteel Zwijnsbergen worden aangetroffen, is het toch wel op zijn plaats, iets betreffende de geschiedenis van dit kasteel in deze inleiding te vermelden. Uiteindelijk heeft de naam ervan geleid tot het onderscheidt van deze tak van het geslacht De Jonge met alle overige takken. Een literatuurstudie van de heer W. Offringa *  is voor deze beschrijving van de geschiedenis van het kasteel zeer van nut geweest. De oorspronkelijke benaming van het kasteel, was blijkens verscheidene akten "Zweensberch" of "Zwensberch". Uitgaande van deze naam zijn er verscheidene stellingen geponeerd omtrent de betekenis daarvan.
a) "Zween" betekent "zwijn" en "bergen" heeft te maken met "schuur", dus "Zweensbergen" betekent "varkensstal", (hetgeen het allerminst is) aldus de kern van de eerste stelling. * 
b) "Zween" betekent "zwaan" en "bergen" een "hogere beekoever of "droog stuk grond" in een natte omgeving, dus "Zweensbergen" betekent "Zwanenweide", een plaats waar zwanen van de zon plegen te genieten. * 
Overigens is de naam "Zwijnsbergen" niet vreemd in het Brabantse. Nabij Son en Breugel ligt een gehucht van die naam en bovendien stamt uit dezelfde omgeving het geslacht Van Zweensbergen, dat ook te Helvoirt bezittingen had.
Nog meer tast men in het duister omtrent de bouwjaren van het kasteel. Een aanwijzing zou kunnen zijn het feit, dat een Jan van Zweensbergen zich omstreeks 1430 te Helvoirt vestigde en aldaar enige landerijen kocht bij de brug over de Lei. Deze Jan van Zweensbergen liet namelijk in 1439, 50.000 bakstenen afleveren aan de straat bij de brug in Cromvoirt. *  Was dit voor de bouw van het kasteel en zo ja, heeft dan deze familienaam niet geleidt tot de naamgeving van hetzelve kasteel? Aanvankelijk vindt men in de diverse akten nadien slechts de aanduiding "het slot bij de brug te Helvoirt" of "het slot aan de dorpsweg". Deze aanduiding geeft te denken. Heel Brabant ligt bezaaid met "slotjes" en wat dies meer zij, waarbij de gedachten persé niet uitgaan naar een kasteel. Wellicht is een volgende gebeurtenis niet vreemd aan het ontstaan van het kasteel. Jan van Zweensbergen verkoopt in 1444 verscheidene huizen en landerijen bij de hei, aan Willem Aerts van Heirn, *  welke op zijn beurt in 1446, 52.000 bakstenen laat afleveren bij de Vuchterendijk. * 
Bouwde deze laatste het slot uit tot een kasteel? Dat hij bezitter is geweest van het kasteel, blijkt uit een delingsakte van 29 januari 1484. *  In deze akte wordt bovendien voor het eerst de naam "Zwensberch" gebezigd. Hoe het ook zij, volgens deze delingsakte ontving Jacob Herman Aerts van Heirn, het huis en erf, genaamd "Zwensberch", met weilanden, rechten en toebehoorten uit de nalatenschap van Willem Aerts van Heirn. Deze Jacob was niet de enige erfgenaam van deze goederen, maar met hem erfden Jan Engberts van de Leempoel alias Van der Meer, Jan Jansz. van der Hullen en Gutter Herman Aerts van Heirn. Op 5 april 1484 verhuurde Jacob Herman Aerts van Heirn het huis en erf "Zwensbergen" aan Leonard Dirx van Beringen. Deze huur ging op 6 augustus daaraanvolgend over in erfpacht, maar de reeds genoemde Jan Engberts van de Leempoel vernaderde binnen één jaar deze erfpacht en volgde op 5 februari 1485 op als erfpachter. Reeds voor 1500 moet het kasteel overgegaan zijn in eigendom van Jan Wouter Jansz. Olyslegers, blijkens de gegevens in het chijnsboek van Helvoirt. * 
Bij de deling van zijn nalatenschap in 1534 verkreeg Joost Roeloffs de helft van het slot, terwijl de andere helft verviel aan Matthijs Gielissen, echtgenoot van Mechtelt Jan Olyslegers. Tenslotte ontving een zekere Joost Jansz. van Laerhoven, echtgenoot van Adriana Jan Wouter Olyslegers een huis met duifhuis, uit dezelfde nalatenschap. Reeds in 1535 bezat de zoon van Joost Roeloffs, Lambert Joost Roeloffs de helft van het kasteel, dat aan zijn vader was toegevallen, want hij verkocht op 5 mei van dat jaar een erfpacht uit die goederen aan Wouter Jacob Gielissen. In 1542 is dezelfde Lambert Joost Roeloffs genoodzaakt om zijn helft in het kasteel Zwijnsbergen over te dragen aan het Clara-klooster te 's-Hertogenbosch, wegens achterstallige huur op de windmolen te Helvoirt. Betrof het hier vruchtgebruik? In 1545 ontvangen de kinderen van Lambert Joost Roeloffs en Marie Jan Wouter Olyslegers deze helft weer terug van het Clara-klooster. De andere helft van het kasteel ging op 27 februari 1540 over van Matthijs Gielissen en Mechtelt Jan Olyslegers op Joost Jansz. van Laerhoven. * 

Op 11 juli 1551 koopt Walram Joost Draeck het hele goed, de ene helft van Joost Jansen van Laerhoven, de andere helft van de voogden van de vier onmondige kinderen van Lambert Joost Roeloffs en Maria Jan Wouter Olyslegers. Deze Jonker Walram Draeck was gehuwd met Joffr. Marie Goijaerts die Jeger. Zij hadden negen kinderen. De voogden van deze kinderen verkopen het kasteel op 27 augustus 1560 aan Hendrik Bloeymans, die sinds 1559 pandheer was van Helvoirt. Hendrik Bloeymans bewoonde het kasteel tot aan zijn dood in 1584.
Hij was gehuwd met Elisabeth Lombaerts van Enckevoirt. Uit dit huwelijk stamden drie kinderen, Jan, Maria en Johanna. *  Na zijn dood erft Jan Bloeymans de heerlijkheid Helvoirt met het kasteel. Jan Bloeymans overlijdt echter reeds in 1594, waarschijnlijk zonder kinderen na te laten, want zijn zuster Maria voerde sindsdien de titel "Vrouwe van Helvoirt". Uiteindelijk viel de heerlijkheid Helvoirt toe aan de tweede dochter van Hendrik Bloeymans, die gehuwd was met Erasmus van Grevenbroeck. Vermoedelijk is dan ook haar zuster Maria kinderloos overleden. Hiermede viel het kasteel Zwijnsbergen in de goederenkomplex van de familie Van Grevenbroeck. *  Erasmus van Grevenbroeck is tweemaal gehuwd geweest. Zijn tweede huwelijk was met Johanna van Utewijck. Na zijn dood erfde jonker Cornelis van Grevenbroeck de heerlijkheid Helvoirt. Hij huwde op 20 maart 1631 met Anna van Eijck, uit welk huwelijk vijf kinderen werden geboren. Het kasteel vererfde na zijn dood op 5 juni 1669, op zijn vijfde kind, Hans Hendrik van Grevenbroeck. Deze was gehuwd met Anna Elisabeth van Pollart. Zij hadden twee kinderen, Cornelis en Theodorus. Cornelis volgde op als heer van Zwijnsbergen. Hij huwde met Isabella Maria van Gulpen, uit welk huwelijk een dochter geboren werd, die jong stierf. Nadat ook Cornelis van Grevenbroeck was overleden, verkocht Isabella van Gulpen, tesamen met haar zwager Theodorus van Grevenbroeck het kasteel aan Antoni Martini. Deze verkoop vond plaats op 31 oktober 1718. * 
Antoni Martini, predikant en professor te 's-Hertogenbosch, kocht het kasteel ten behoeve van zijn zoon Mr. Hendrik Bernard Martini, raad en schepen van 's-Hertogenbosch. Antoni Martini overleed op 23 juni 1730. Op 20 oktober van hetzelfde jaar verkocht Mr. H.B. Martini het kasteel. *  Eigenaar en bewoner werd baron Joan Ernst Sloet. Deze benoemde in 1748 voor de schepenen van Helvoirt, Johan Alexander Ludovicus Koningsmarck en zijn vrouw Maria Catharina Verster tot erfgenamen van het kasteel. Johan Koningsmarck was een voorzoon van de baron. Deze laatsten verkochten op hun beurt het kasteel in 1750 aan Albertus Berkemeijer, apotheker te 's-Hertogenbosch. Diens weduwe transporteerde in 1759 het goed Zwijnsbergen aan Cornelis Bles en Johan Mastenbroek en zij droegen het vier jaren later in 1763 over aan Johanna Catharina de Collinet de Stockheim. Zij was weduwe van Willem Petrus van Velpe. Uit dit huwelijk had zij een dochter, genaamd Wilhelmina Catharina, die huwde met Ferdinand Leonard baron van Heylman en later met Guillaume E. de Massen. Johanna Catharina de Collinet de Stockheim hertrouwde met Theodorus Hack en woonde sedertdien op een naburig landgoed genaamd "Wargarshuijsen" te Vught. Zij hield het kasteel evenwel met haar dochter in bezit. Wilhelmina Catharina van Velpe, van haar vinden we een enkel stuk terug in het archief, *  liet het kasteel na haar dood in 1816, na aan haar man en kinderen, die het in hetzelfde jaar verhuurden aan aan Jhr. Mr. M.B.W. de Jonge van Zwijnsbergen, onder voorwaarde dat deze laatste het kasteel kon kopen na overlijden van Guillaume E. de Massen.
Jhr. Mr. M.B.W. de Jonge van Zwijnsbergen, restaureerde Zwijnsbergen en bouwde er een nieuwe vleugel aan. In 1820 volgde de koop voor P.D. Jessé notaris te Maastricht. Sindsdien bleef Zwijnsbergen in handen van het geslacht De Jonge van Zwijnsbergen tot het jaar 1906, uitgezonderd de paar jaren dat D.L.W. baron van Hardenbroek van de Kleine Lindt eigenaar was. In 1905 kocht de Maatschappij tot Exploitatie van onroerende goederen "Ons Bezit" te 's-Gravenhage het kasteel en sedert 1914 behoort Zwijnsbergen aan de familie Van Lanschot.
Erfgoedstuk
Het archief
Aanvulling 2021
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlage: genealogieën

Kenmerken

Datering:
1458-1960
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch